HETOUDE rhe Radijs Zeeuwse lie f\- Vil i KRUNENGSE MART 1 -V* c.. i - j 362 VRIJDAG 25 JULI 1930 No. 19 De aloude Krunengsche kermis heeft van haar vroegere beteekenis reeds niet veel meer overge houden maar als 't dan nog baksteenen regent, levert de Markt roei een heel troosteloos tafereel Ook een honderd jaren geleden gold het Oostelijk gedeelte van Goes voor het Zeeuwsche Paradijs. Niet alleen om de aardige boerinnetjes en de beroemde Kruiningsche Kermis, maar ook om het land zelf, dat niet half zoo ongezond was, als waarvoor het werd versleten wegens de „Zeeuwsche koorts". Wie in dien tijd rond Juni op voor ons primitieve wijze daar het land bereisde en in een herberg afstapte, kon het strijk en zet beleven, dat de her bergierster, na een welgemeend „Goeijen dag "eeren" niet zonder andere bedoeling de vraag stelde „Motte je nedde stad Er werd dan nog de vraag aan verbonden of je niet e'n pupe rooken wilde. Zoodra had zij niet begrepen, waar de tocht om te doen was, of het klonk in de kort-gezegde taal„Ei, kiik 1 gèjje Krunengse mart oüe En het schalksche lachje gaf te kennen, dat het de moeite waard was, en dat zij, ofschoon wel moeder van een schot kinders, ook wel naar de Kruiningsche markt of kermis zou willen gaan. Als het dan zoo uitkwam, dan kreeg je ook onmiddellijk goed Zeeuwsch en goed rond het aanbod: „Dan mojje merge gèè en as je goed rituug ew-wilt, dan zam-men vijnt der wev-voor zurgeIn dien tijd kocht je in de herberg, terwijl je een pint bier zat te drinken en een pijp zat te rooken, van het lieve boerin netje, dat met een mand kersen binnenkwam, groote vleeschkleurige kersenvoor een piitje kocht je een „dop", oftewel een pondje voor zeven d'halfje, wat je tegenwoordig niet meer gebeuren In het oude Zeeurvsche Paradijs: een schilderachtig hoekje van een der melvarende boerderijen. kan. Wanneer je met de Zeeuwen sprak, zelden zij evenmin als nu gauw een woord te veel. „Goed rond, goed Zeeuwsch 1" is een uitdrukking, welke niet van den nieuwen tijd is. Het teekent de Zeeu wen, die weinig toeschietelijk schijnen, wat niet aan mindere beleefdheid of mindere beschaving mag worden toegeschreven. De ronde Zeeuw verzwijgt slechts, wat niet gezegd behoeft te worden, maar wanneer het gaat om waarheid en recht, vreezen zij niet, voor hun ware gevoelen uit te komen. Even- min aarzelen zij, als het noodig is, waarheden on- i, omwonden toe te bijten, met een rondheid, welke den Zeeuw kenmerkt. Kapelle en het dorp Biezelinge waren in het oude Zeeuwsche Paradijs moederplaatsen van Slo- w ten, Huizen en Kloosters. Daar stonden de Huizen Gistellis, Poucques, Vronenburg en Eliwere. Als staaltje van naamsverbastering diene, dat dit laatste ontaardde in Duivelsberg. Te Kapelle woonde in ouden tijd veel adel, waarvan de graven in de kerk tot het nageslacht hebben gesproken. Met dien adel houdt wellicht verband, dat er voor heen de lakenweverij sterk bloeide. De Kapelle- naars mochten hunne lakens zelfs in Goes binnen brengen en verkoopen, ofschoon niet minder dan De vele en groote boomgaarden en tuinderijen maken dit plekje van Zuid-lleveland nog a Is van ouds tot een Zeeuivsch Paradijs. Boomen en tuinen geven aan deze Kruiningsche Dorpsstraat roei een bekoorlijk uitzicht. Maar veel lenen kent men er niet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 2