No' 20 VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1930 385 JABMCER now „0, o," heb ik vaak gemopperd, „jullie met je „Land van Hoboken". Moet je daarom de school vergeten Ik zal eens een agent sturen om alk- kinderen op te halen, die onder schooltijd blijven spelen. En nu was daar dat tijdschrift met al die aardige kieken van kinderspel en kindervreugde. Hoe aan dachtig tuurde het drietal op den omslag in het potje. Ach Dickie.... ik wilde, dat je voor mijn sommen en lessen ook zoo'n aandacht had.Hoe glunderde de ondeugende toet van Jan, nu hij zijn liefhebberij „vischjes vangen" kon botvieren. En Hendrik, die speelsche Hendrik, die altijd maar van de les afdwaalt, alles in de klas opmerkt, behalve juist datgene, waar hij van leeren moet. hij troont daar zoo zoet en fier op zijn zandhoop als een prins 1 Ach, wat begreep ik de kinderen weer ineens goed. Was het niet veel heerlijker voor hen om te ravotten in zand en gras I Zelf had ik hen ook wel eens gadegeslagen als mijn weg door dat onvol prezen „Land van Hoboken" leidde. Hier geen rijen sommetjes.of taaliesjes. Spel.... en zon.... en gras.... en zand.... water en visch.... een paradijs voor kinderen. En was het eigenlijk wonder, dat onder dèt genot vol spelen de tijd vergeten werd..en de school met zijn eentonige bankenrijennetjes gekruis te armen.en zoet naast elkaar geplante voeten verre bleef Jan en Dickie hebben dadelijk om twaalf uur voor mij ook een tijdschrift gekocht in den grooten boekwinkel op den Binnenweg. („Daar hangt ie voor 't raam, juffrouw.") De titelplaat en alle kinderkiekjes binnenin heb ik netjes uitgeknipt, opgeplakt en in 't lokaal opge hangen. Jij Janusje met je verwarde krullebol.en al tijd vuile handen. Kobus, met je eeuwig afzakkende kousen en gescheurde blouse Lien.... de Lien met het te lange pony-haar in haar oogen en de jurk zonder behoorlijke slui ting Als jullie nu nog eens op 't nippertje of na 't luiden van de bel binnen komen sluipen.hoofd hangend.en oogen schuw.en mijn scherpe ooren van geoefend onderwijzeres vangen op Land van Hoboken.... dan zal ik nog wel mop peren.... nietwaar, orde en regelmaat moeten er zijnmaar mijn oogen zullen tegelijk dwalen naar de blije kinderkieken van Groot-Rotterdam. en mijn oordeel over jullie zal zeer mild zijn. Juli, 1930. EEN ONDERWIJZERES. Spelende kinderen aan het strand te Oostnoorne. Toen ik de titelplaat beschouwde, kon ik werke lijk een kreet van verrassing niet weerhouden.. want daar stonden ze, groot en duidelijk.... en ik herkende ze dadelijk.Dickie en zijn broer en die.... o, dat was Piet uit de vijfde klas, die enkele jaren geleden bij me heeft gezeten. „En er staan er nog meer in, juffrouw,.bin nenin, kijkt u maar 1" Zoo haastig sloegen Dickie's zenuwachtige vingers de bladen om, dat zijn broer verontwaar digd uitriep: „Jó pas toch op.scheur het nou niet En bij het zien van de middenpagina's viel ik weer van de eene verrassing in de andere. „Dat is werkelijk Piet, en, ois dat jouw zusje niet, Gerard en och, hemel, op die zandhoop. Hendrik.... mijn woeligste leerling.... wel, wel, wat een mooie kieken.wat een fijn blad De kinderen, die aandachtig mijn gezicht be studeerd hadden, verkneukelden zich in mijn zoo duidelijk getoonde verbazing. Druk vertelden ze van hun spelen op het „Land van Hoboken" en hoe een mijnheer hen gevraagd en toen een foto graaf hen gekiekt had.zoo leuk, juffrouw, zoo leuk 1 Aan het Oostooornesche strand is het „Knus en zeer gezellig! De bel van kwart voor 9 was werkelijk een stoor nis. Slechts noode lieten de kinderen, die niet in mijn klas hoorden, zich uit het lokaal dringen mijn eigen leerlingetjes wilden al maar praten over dat wonderlijke.... Dickie in de krant.... in Groot-Rotterdam.en Jans.en Piet.en Hendrik. Wat een afgunst onder de onfortuinlijken, die niet door den fotograaf „genomen" waren. Het tijdschrift werd met punaises opgepunt aan het telraam en telkens dwaalden de kinder- oogen naar die mooie plaat, Dickie en Jan en Piet in aandachtige beschouwing van hun visch- vangst in een potje Ook ik wierp vele blikken naar de aardige kieken herinneringen kwamen in me op. Zoo vaak in de laatste maanden waren er laatkomers ge weest na het luiden van de school bel schoven ze binnen met hangend hoofd en schuwe oogen, want te laat komen is een ern stig vergrijp in de klas. Orde en regelmaat moeten er zijn, nietwaar Op mijn vraag waar ze zoo laat vandaan kwa men, ving ik maar wat vaak het nauw-hoor- bare„Land van Hoboken" op. En ik begreep het dan wel. gespeeld... gera vot. gedwaald op die heerlijke, groote vlakte, dien speeltuin vlak bij school.", natuurlijk den tijd vergeten. ij ontvingen naar aanleiding van het on langs gepubliceerde „Spelende kinderen op het land van Hoboken" een artikeltje, dat wij om den gevoeligen, opgewekten inhoud en prettigen vorm gaarne een plaatsje in „Groot Rotterdam" verleenen. Het deed ons tevens genoe gen, dat uit het geschrevene zoo duidelijk een oprechte waardeering voor ons, dikwijls niet ge makkelijk, werk bleek. Red.„Groot Rotterdam". „Juffrouiiv, juffrouw We staan in de krant heusch waar.... kijkt u maar.... in Groot- Rotterdam.... kijk maar....!" Opgewonden drong het troepje schoolkinderen om me heen. Een blad werd onder mijn neus ge duwd en vele spichtige vingertjes wezen hef tig: „Daar juffrouw

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 5