1 No. 20 VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1930 1*1 Dc niet krijgszuchtige „vloot" in de Leuvenhaven Lieve veerman, vaar ons over „De Tijd zal 't leeren" neemt een moeilijke bocht in hel nauwe Steiger-water. aan velen een stukje brood, zij geeft ook, zooals gezegd, een aardig cachet, afleiding voor oog en geest. Wij, Nederlanders, zijn nu een maal verzot op schepen en dit is logisch als men zijn land aan de baren ont woekerdheeft. Wij kunnen mei volle aandacht langen tijd kijken naar dat laden Aan den Wolfshoek wordt, met gemak, een lading meel ingenomen. en lossen, het passeeren de binnenscheepvaart one en oud Schipperinnen-buurpraatie in de Leuven haven. Ze keuvelen gezellig, onbewust van het fotografisch „gevaar". van een schip bij een brug, het schut ten in een sluis. Een schip is en blijft een mooi en schilderachtig .ding". Het is niet veranderd en niet modern, doch van alle tijden I En dan de poi'zie in het schippers- land, dat tintelt van gezondheid en opge wektheid I Hebt U wel eens een somberen, bleeken schipper gezien? Het gezonde vak geeft hem immers spierkracht en gebruinde gezondheid op de wangen. Maar om op die poè'zie terug te komen. Deze uit zich vooral titels of opschriften der schepen. We noemen er slechts enkele, die met hon derden zijn aan te vullen„De drie Ge broeders", Dankbaarheid„Nieawe Zorg". ..Goede Verwachting", „Op hoop van zegen" enzoovoort. Zoo ziet men, dat de schippers niet zoo nuchter zijn als men wel eens denkt. Van al die bedrijoigheid en het frisse he schippersleven nu, maakten wij een serie kieken, welke we onzen lezers hierbij aanbieden Het is maar een greep uit het vele, dat op dit gebied kan gezien en opgemerkt worden. Want groot en uitgebreid is de binnenscheepvaart in Rotterdam, waarop wij allen fier zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 9