V
No. 22
dat ik een paar van de parels genomen heb. Maar
de helft was voor mij, van onze moeder, en ik
heb mijn heele leven een ring met een parel willen
hebben, maar ik heb hem nooit gekregen. Ik
ga een hoed koopen, in plaats van een muts,
en kleeren, en aardig ondergoed, en een vlecht.
Margery, ik heb al dertig jaar naar een vlecht
verlangd.
Letitia zal me misschien nooit terug willen
hebben. Misschien zal ik niet eens terug willen
komen. Ik heb geprobeerd, haar te schrijven,
toen ik wegging, maar ik had m'n hand bezeerd
op zolder, waar ik mijn kleeren verstopt had,
en er kwam bloed op 't papier. Ik ben aldoor
bang geweest, dat Letitia het papier zou vinden
in de prullemand, en schrikken zou van het
bloed. Ik wou alles netjes achterlaten vertel
dat alsjeblieft aan Letitia maar ik was zoo
zenuwachtig en gehaast. Ik liep heelemaal naar
Wynton en ging daar in een tram. Ik ging hier
naar toe. Ik kwam binnen met den tweeden
sleutel van je sleutelring. Heb je 'm niet gemist?
En ik heb in Beilwood nog zooiets geks gedaan I
lk ging heel zacht de trap af en naar buiten.
Ik zette mijn leege tasch want ik wou in de
stad alles nieuw koopen in 't portiek neer
om de deur achter me te sluiten. Toen hoorde ik
iemand opzij van 't huis, en ik pakte gauw mijn
tasch en holde in 't donker weg.
VRIJDAG 15 AUGUSTUS 1930
KR WEIDE
(Max Baar, Wernigeroilc
Je kunt je voorstellen hoe ik opkeek, toen ik
vanmorgen de tasch opendeed en zag, dat 't die
van Harry was. Ik maak haar leeg en neem'm
mee, want hij heeft de mijne.
Als je dit direct vindt, vertel dan de eerste
paar dagen niets aan Letitia. Je weet, hoe door
tastend je tante Letitia is. Ik zal haar uit Boston
een cadautje sturen om haar een beetje te
sussen, misschien is ze dan, als ik over een maand
of drie of vier terugkom, over 't ergste heen.
Ik ben niet heelemaal gerust over je vader,
Margery. Hij is zoo veranderd. Den laatsten keer
dat ik hem zag, gaf hij me een stukje papier met
een getal erop en hij zei, dat hij daar overal last
van had en dat hij er gek van werd. Probeer
eens, een dokter bij hem te krijgen. En ik heb een
potje met crème in 't kastje boven den schoor
steenmantel laten staan, waar ik mijn hoed en
mijn schoenen verstopt had. Haal dat weg, als
je wilt, voordat zuster Letitia het ziet.
Vaarwel, lieve nicht. Ik schijn lichtzinnig te
worden op mijn ouden dag, maar ik wil toch ook
zijden ondergoed dragen, voordat ik dood ga.
Je liefhebbende tante Jane."
Er volgde een stilte vol verbazing. Toen begon
nen we alle drie vroolijk, onbedaarlijk te lachen.
Zoo'n lief, klein oud dametje met haar jeugdig
onafhankelijkheidsgevoel en haar vijfenzestig
jarig, hongerig, romantisch hart
Toen maakten we het pakje open, wat een droe
viger werkje was, want het bevatte Allan Fleming's
laatste hoop op 't behoud van het publieke ver
trouwen.
Edith liep naar de telefoon om het nieuws aan
Fred mee te deelen, en voor 't eerst dien dag was ik
met Margery alleen. Zij leunde met één hand op
de tafel, in de andere hand had zij den brief van
tante Jane, een beetje bevend, heel teeder. lk
legde mijn hand op de hare, op de tafel.
„Margery zei ik. Ze bewoog zich niet.
„Margery, ik wou 't groote antwoord van je
hebben. Ik heb je lief ik kan je niet zeggen hoe
veel. Ik zal in mijn heele leven geen tijd genoeg
hebben om 't je te vertellen. Zeg 't me, Margery,
hoor je van mij
Ze keerde zich naar mij toe, heel langzaam, en
keek me recht in de oogen. „Van jou," antwoordde
ze zacht, en ik nam haar in mijn armen.
Edith was nog aan de telefoon.
„Ik weet 't niet," zei ze. „Wacht even, dan zal
ik even kijken."
Ze kwam naar de deur, en Margery probeerde
los te komen, maar ik hield haar stevig vast.
Op den drempel bleef Edith staan en keek toen
liep ze vkug naar de telefoon terug.
„Ja Ij^verd," zei ze hartelijk, „nou net."
ZOMERKRUID
Max Baar, Wernigerotle)