No. 23
VRIJDAG 22 AUGUSTUS 1930
445
die eigenaardige begrippen had over goed en kwaad,
maar ze werd verondersteld, hem lief te hebben
en een man beschouwt de vrouw met wie hij in het
huwelijk gaat treden als een bolwerk van recht
schapenheidHij haatte de gedachte, dat, wie
weet, de kolossale som den doorslag had gegeven
hij KathleenTwee honderdduizend dollar
Toen hield hij zichzelf weer voor, dat hij on
redelijk was. Hij trachtte zichzelf te overtuigen,
dat de wijze waarop Kathleen dezen misstap
opvatte, de beste waarborg was voor hun geluk
kige toekomst. Ze zouden voor altijd samen zijn
hij voelde iets als opluchting bij de gedachte.dat
deze daad Lois buiten zijn leven had gesloten.
Eéns ging hij naar kantoor om drie uur
's-middags. Er lag een briefje op zijn lessenaar in
Kathleen's stevig, mooi handschrift
Lieve Bob,
Haal me thuis af om ongeveer half zeven.
Ik wilde graag met je gaan dineeren.
Om half zeven was hij er. Kathleen zei hem zóó
terloops goeden dag, alsof er niets gebeurd was,
dat hun levens een heel andere richting zou kunnen
geven. Op weg naar het gezellige kleine restaurant,
waar ze allebei van hielden, babbelden ze over
nietighedenspraken luchtig over dingen van
kantoor, en maakten geen enkele toespeling op
het probleem, dat hen beiden vervolgde.
Pas toen zij gegeten hadden en Bob een sigaret
had opgestoken, roerde zij het onderwerp aan.
Zij zaten in een hoek van de zaal, gedeeltelijk ver
borgen door palmen in potten, onopgemerkt door
de andere gasten. Een bescheiden orkestje van
piano, viool en fluit gaf een twijfelachtige muziek
ten beste.
„Natuurlijk begrijp je, Bob, dat wat ik te zeggen
heb van groot gewicht is."
„Ja." Hij wist niet, waaróm hij dat zou begrij
pen, maar hij deed het.
Haar oogen waren ongewoon glanzend, toen ze
zich dichter naar hem overboog.
„Bob," fluisterde zij, „je bent in gevaar."
„Ik?" Toen dwong hij zich tot
een glimlach. „Neen, dat ben ik niet."
„Dat ben je wel."
„Nee, Kathleen. Borden zelf heeft
me gezegd, dat hij, eer hij zou dul
den dat ik hiervoor in de gevangenis
kwam, zelf zou bekennen, dat hij
't gedaan had."
Haar oogen werden heel groot.
„Zei hij dat?"
„Ja." Bob keek haar niet aan. „Hij
verraste me. Ik had 't niet ver
wacht hoe het zijn moge, dót was,
wat hij zei, en ik ben overtuigd, dat hij
het meent óók. Zoo zie je, dat ik niet
in gevaar ben."
Ze schudde haar hoofd. „Dat ver
andert de zaak eenigszins. Ik was
bang
„Hoe kwam het, dat je bang werd?"
„Ik ben vandaag iets te weten
gekomen." Zij sloeg haar oogen neer,
zoodat hij er nietjméér in kon lezen
dan ze hem wilde vertellen. „John
Carmody is volstrekt niet van plan,
je te beschermen in geval van nood."
„Niet van plan Je bent niet
wijs, Kathleen."
„Ik ben héél goed wijs. Ik weet,
wat ik zeg. Ik ben blind geweest voor
een heeleboel dingen. Er is vandaag
iets voorgevallen op kantoor Vraag
me niet wat, of hoe. 't Is genoeg, dat
ik je zeg, wat ik weet Carmody
raadde je dit aan, omdat hij Borden
een poets wilde bakken maar ook
omdat het voor hem van belang was,
dat je weei in de gevangenis zou
komen. Ik ik ga niet meer naar
zijn kantoor, Bob. En jij je staat
op vreeselijk dun ijs of, tenminste,
dat dacht ik."
Hij schudde verbijsterd het hoofd.
„Wat voor belang kan Carmody er
in vredesnaam bij hebben, of ik in de
gevangenis ben of niet Het klinkt
ongeioofelijk
„Je moet mij op mijn woord geloovenHaar
toon was bijna ruw, en sneed alle verdere vragen
af. „Wat je me van Borden vertelt, is een grooter
opluchting voor me dan ik je zeggen kan. Zoolang
hij aan dat besluit vasthoudt en ik veronderstel,
dat hij dat doen zal ben je veilig. Maar als hij
ooit, in 't gezicht van de Staatsgevangenis, van
gedachten mocht veranderen Wat ik zeggen wil,
is dit, Bob je moet er geen gras meer over laten
groeien."
„Wat bedoel je
„Die obligaties zijn goed verborgen, hè
„Ja. In een bankkluis onder een anderen
naam."
„Juist. Maar daar moeten ze niet blijven.
Carmody heeft zoo zijn eigen manier om bijna alles,
wat hier in de stad omgaat en wat hij weten wil,
uit te vinden. Hij zal de schuilplaats van de dingen
ontdekken en dan mag de hemel weten, wat er
gebeuren zal. Als ze genoeg bewijsmateriaal tegen
je verzamelen, is het heel goed mogelijk, dat zelfs
Borden's bekentenis je niet uit de gevangenis zal
kunnen houden."
Bob raakte onder den indruk. Kathleen sprak
rad, overtuigend. Hij voelde de macht harer per
soonlijkheid op zich drukken. En ze maakte hem
bang.
„Wat moet ik doen, Kathleen
„Beantwoord me deze eene vraag, Bob zou
niets, zelfs deze angst niet, in staat zijn, je te be
wegen om.... om Borden nog binnen die drie
dagen
„De obligaties netjes terug te brengen Nooit,
Kathleen I"
Zij stapte onmiddellijk van het onderwerp af.
Hij kon er niet uit wijs worden, of zijn ontkennend
antwoord haar bevredigde of smartte. Er was
weer diezelfde starre, bijna wanhopende uitdruk
king op haar gezicht.
„Wat moet ik doen, Kathleen herhaalde hij.
Zij antwoordde niet onmiddellijk. Haar stem
was niet meer dan een gefluister.
„Bob verlang je er naar, met me te trouwen
Hij fronste zijn wenkbrauwen. „Ik begrijp niet,
wat je daar nu opeens weer mee bedoelt
„Hóud je van me? Verlang je nog steeds, met
me te trouwen
„Natuurlijk. Zijn we niet verloofd
Een triest, vermoeid glimlachje speelde een
oogenblik om haar lippen. „Het is de manier,
waarop je dat zegt, Bob. Zeker, we zijn verloofd.
Maar dat hoeft niet noodzakelijk zoo te blijven.
Ik wil alleen maar graag de waarheid weten. Ik
vind, dat dat mijn goed recht is."
„Je weet'heel goed, dat ik van je houd, Kathleen."
Hij was verschrikkelijk van streek. Kathleen scheen
altijd zooveel méér te zeggen dan haar woorden.
„En we zullen trouwen, zoodra je een datum vast
stelt. Maar ik zie niet in, wat dat met de situatie
van het oogenblik te maken heeft."
„Ik wel. Laat me het je uitleggen. Ik verlang
niet, met je te trouwen, liefste tenzij je me
werkelijk liefhebt. Het zou niet eerlijk zijn tegen
over geen van ons. „Zie je," zei ze weemoedig,
„nu op dit oogenblik ben je niet bepaald vurig te
noemen. Ik verveel je eenigszins. Het noemen van
onze liefde tijdens een conversatie, die de bij uit
stek practische zijde van dit geval dient te behan
delen, irriteert je. Maar misschien doe ik je on
recht
„Dat doe je
„Misschien. Je bent er dus zeker van, dat je me
wenscht te trouwen
„Heel zeker."
„Dat lost dan al een probleem voor ons op,"
zei ze, maar zonder eenige opgewektheid. „Luister
nu goed naar me. Op dit oogenblik ben je nog veilig.
Je kunt vrijwel doen, wat je verkiest in spijt van
Carmody zoolang Peter Borden bij zijn tegen
woordig voornemen blijft. Is 't niet zoo
„Ja-a-a."
„Goed. Nu iets andersMisschien was je ver
baasd, dat ik niet anders reageerde, toen je me
vertelde, dat je dat geld gestolen had."
„Om je de waarheid te zeggen, dat was ik."
„Maar waaróm eigenlijk Ben je zelf niet over
tuigd, dat je in je recht was, dat je volkomen gelijk
had Waarom moest het je dan verbazen, als ik
die meening deelde, die volgens jou toch zoo voor
de hand lag Waarom vond je 't zoo vanzelfspre
kend, dat ik, die je toch 't beste ken
van alle menschen, er heel anders
over zou denken je daad streng
zou afkeuren Heb je al eens over
die tegenstrijdigheid nagedacht
Hij gaf geen antwoord.
Ze keek hem strak aan. Er kwam
een roekelooze uitdrukking op haar
gezicht, maar een scherp opmerker
zou gezien hebben, hoe haar mond
smartelijk vertrok. Ze sprak rad en
toonloos, als voortgedreven door een
macht, sterker dan zijzelf. Wat ze
zei, klonk eerder als een van buiten
geleerde rol dan als woorden, door
het oogenblik ingegeven.
Luister verder," fluisterde ze heesch
„We gaan nu den practischen kant
van de dingen bezien Je hebt twee
honderdduizend dollar in obligaties,
die gemakkelijk in contanten kunnen
worden omgezet, wanneer je voor
zichtig bent. Je moet ze zoodra mo
gelijk uit deze stad zien weg te krijgen.
Met dien voorraad geld kun je ergens
heen gaan misschien naar de West
kust en daar veilig en behaaglijk
de rest van je leven doorbrengen.
Borden heeft je immers om zoo te
zeggen 't geld cadeau gedaan, niet
waar Zijn houding bewijst toch wel
't beste, hoezeer jij in je goed recht
bent vind je zelf niet En nu is
mijn voorstel" ze aarzelde een
oogenblik, en er kwam iets als een
vluchtige blos over haar gezicht, dat
zoo levenloos leek als marmer „nu
is mijn voorstel, dat we samen naar
het Westen gaan, de obligaties mee
nemen en onmiddellijk trouwen."
Zij zweeg, en hoewel haar oogen in
de zijne keken, kreeg hij den indruk,
dat ze hem niet zag. Hij fronste zijn
voorhoofd, trachtte na te denken, en
slaagde daarin volstrekt niet.
Wordt voortgezet)