VERDRONKEN ZUID-BEVELAND •V - T ;3S3 482 VRIJDAG 5 SEPTEMBER 1930 No. 25 Naar 't verdronken land nan Z.-Beveland (bij art.). Gezicht op het verdronken land van Zuid-Bevetand van den zeedijk bij hoog water. Als het laag water is. ligt het geheele gebied droog en trekken er de oester-, kreeften- en aliekruiken-visschers overheen naar het werk. Daar stonden we, op den dijk aan den Schelde- oever We stonden daar, om iets te gaan zien van dien eeuwigen strijd van de Zeeuwen met de zee. We zouden een bezoek gaan brengen aan de over blijfselen van het voormalige dorp Nieuwlande. 't Is laag water, en vóór ons strekt zich één groote, grijze slikvlakte uit. Het speurend oog ziet niets, dat op een dorp gelijkt, zelfs geen gering overblijfsel ervan valt te ontdekken. Ginds een paar zwarte plekken en dat was het, wat we heb ben moesten. Het kleine overblijfsel van wat eens een flink dorp was, steekt maar 10 20 c.M. boven de aangrenzende modder uit, zoodat we er vlak bij moesten zijn om wat te zien. Na dan ook een kwartier ongeveer door de modder geploeterd te hebben, waren we op de plaats d«y bestem ming. Daar staan we bij het fundament van de kerk, met zeewier begroeid. Op sommige plaatsen is het metselwerk nog gaaf, maar meestal vinden we slechts losse steenen of puin. De hoofdrichting van het gebouw is, zooals dat toen de gewoonte was, oost-west. Vermoedelijk was het een kruiskerk, wat op te maken is uit een noordelijken en zuide lijken uitbouw, die wijzen op een dwarspand, dat het koor van het schip scheidde. Het kooris 11 M. breed, de grootste breedte der kerk is 18 M. en de lengte 47 M., wat voor een dorpskerk aardig groot is, zoodat we gerust kunnen concfudeeren, dat hier eens een flink dorp lag. Aan den westkant der kerk stond de toren. Als je daar zoo staat, zou je niet zeggen, dat de muren 3 1/2 M. dik zijn. Toch is dit zoo, want de afmetin gen zijn buitenwerks 12 X '2 M> binnenwerks 5 X 5 M- Rondom de kerk lag het kerkhof, waarvan we den loop van den muur nog duidelijk volgen kunnen. De kom van het dorp lag ten zuiden van de kerk, door een ruim plein ervan gescheiden. Waarom ze niet rond de kerk gebouwd is, zooals dat heel vaak het geval is, is me niet bekend. Hier en daar zijn nog duidelijk een paar straatjes te herkennen, ook vonden we nog een paar regenbakken, ja zelfs een met boomen beplanten weg, waarvan de boom stronken op regelmatige afstanden enkele c.M. boven de slib uitstaken. Ten noorden en ten oosten van de kerk schijnen niet veel woningen gestaan te hebben er zijn ten minste maar heel weinig overblijfselen van. West waarts van de kerk loopt een straat naar een tame lijk groot bouwwerk, waarvan men nog niet heeft kunnen uitmaken, waarvoor het heeft gediend. Wat me opviel was, dat er zoo weinig steenen gevonden werden. Kerk en toren waren toch aan zienlijke gebouwen, zoodat men er omheen en erin veel meer steenen en puin zou verwachten, en er is niets meer van over dan de fundamenten, op sommige plaatsen nog maar gedeeltelijk. En nu zwijg ik nog maar van de vele andere gebouwen uit het dorp. De verklaring is eenvoudig alle steen, die nog bruikbaar was, is weggehaald. In Oostdijk b.v. zijn verscheidene huizen en schuur tjes aan te wijzen, gebouwd van de weggehaalde moppen. Ook voor den aanleg van de oesterputten te Ierseke, hier dichtbij gelegen, is veel steen weg gehaald. 't Was ook zoo gemakkelijk men voer bij hoog water naar de puinhoopen, liet het vaartuig met de ebbe op het droge vallen, had enkele iren tijd om te laden en de vloed maakte het schip weer drijvende. Men nam voor 't gemak alleen de losliggende steenen weg. Vandaar, dat op sommige plaatsen de fundeering tot den laatsten steen is verdwenen en op andere plaatsen daarentegen het vaste metselwerk boven het slik uitsteekt. De vloer van de kerk heeft waarschijnlijk be staan uit blauwe en roode tegeltjes. Die zijn ook wegge haald, behalve nog'n enkel vergeten exemplaar tus- schen 't zeewier. In Krab- bendijke, ook niet ver hier vandaan, moet voor een - •=*---_- Site" Bij de overblijfselen van het dorp Nieuwlande. Doodsbeewleren, steenresten en scherven zijn alles, wat nog terug te vinden is van het eens zoo welvarende dorp. L

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 2