SProfessor SPriem SPruttelt
486
VRIJDAG 5 SEPTEMBER 1930
No. 25
Nadat haar schoonzuster zich brommend
verwijderd had, zocht Mrs. Blackstone
onmiddellijk haar zoon op.
Edmond stond bij de marmeren fontein
in den tuin en maakte een schets van het jacht,
dat aan de kust voor anker lag. Toen Blanche
zich naast hem neerzette, wendde hij 't hoofd om.
„Wat heeft tante Hetty nog gezegd, moedertje
vroeg hij. „Had ze weer een van haar kuren
Mrs. Blackstone sloeg haar arm om zijn schou
ders.
„Edmond," zei ze op zachten toon, en het spre
ken viel haar blijkbaar moeilijk, „heb je ooit
met je nichtje Estelle over een huwelijk ge
sproken
Edmond bloosde.
„Voor de grap hebben we dat onderwerp
wel eens aangeroerd," gaf hij toe, „maar dat
heeft niets te beteekenen. Waarom vraagt u
dat
„Hetty zei, dat je dat je vast en zeker
met Estelle zou trouwen dat je vader en
de Athertons het daar al heelemaal over eens
waren. Ik ergerde me zoo. Edmond, ik kon
dat eenvoudig niet verdragen."
„Och kom, u hoeft heelemaal niets te ver
dragen liefste," lachte hij. „U weet immers,
hoe kinderen praten 1 Tante Agnes heeft het
er altijd over en Estelle ook. Verleden Kerst
mis spraken zij allebei ervan, maar ik heb
er verder nooit een oogenblik aan gedacht.
Trek er u maar niets van aan, lieve moe
dertje. Ik ben heelemaal niet van plan te
trouwen, met wie dan ook. Ik blijf bij m'n
kleine moeder eiken dag in de week en des
Zondags ook."
Blanche leunde tegen hem aan. Ze voelde
zich zwak en moe
„Zeg niet tegen je vader, dat ik hiervan
gesproken heb, Edmond, smeekte ze. ,,'t
Is allemaal zoo vreeselijk dwaas," en ze
lachte weemoedig, terwijl ze hem kuste. Maar
de rimpel tusschen haar wenkbrauwen was
er nog steeds, toen ze een poosje later uit
het venster keek en op den schaduwrijken
weg haar echtgenoot zag komen aanrijden.
HOOFDSTUK IV.
WILLARD.
rT",oen Willard Blackstone z'n elegante Paige
A de garage binnenreed, stemde zijn uiter
lijke verschijning geheel overeen met wat hij
voorgaf te zijn. Bij sommige menschen is dit niet
het geval, maar bij Willard welHij betuigde
gaarne, dat hij een Amerikaansch gentleman en
een geleerde was. Hij eischte alle hoedanigheden
voor zich op, die voortspruiten uit geboorte,
opvoeding en maatschappelijk aanzien.
Toen Edmond Rixby twee jaar telde, was Wil
lard, toenmaals leeraar in Romeinsche en Griek-
sche geschiedenis, naar Bradmere gekomen. Op
den juisten tijd had hij Blanche Rixby ontmoet,
was met haar getrouwd en sindsdien had hij met
zijn vrouw in haar fraaie villa in East Bradmere
gewoond in weelde en ledigheid. Weliswaar had
hij vóór den brand het Rixby-Warenhuis bestuurd.
Hij had wel duizend keer gewenscht, dat het waren
huis naar de diepte der zee mocht zijn verdwenen,
vóór hij de directie op zich had genomen. In elk
geval had hij de zaken sindsdien voorgoed
laten schieten. Behoeft een man te slaven, wanneer
zijn vrouw in een mantel van goud is gehuld
Willard besliste van neen, en ook zijn leeraarsbe-
roep had hij definitief opgegeven. Hij was trotsch
op den naam Blackstone. Zijn stamboom vertoonde
takken, waarop zich echte aristocraten hadden
neergelaten; geen nochtans aristocratischer dan hij.
Willard was lang van postuur. Hij was daar
buitengewoon blij om. Hij verachtte korte personen.
Hij was ook gezet en sterk. Een tweede reden om
dankbaar te zijn. Magerheid was 'n teeken van
ongeschiktheid om z'n voedsel te verteren. Door
z'n bewonderaars werd Willard als knap beschouwd.
Zijn zuster, Agnes Atherton, had men hooren be
weren, dat haar broer de knapste man in Brad
mere was, en dat beteekende heel wat, verzekerde
ze. Van den anderen kant waren z'n vijanden ge
woon, spottend over hem te spreken en hem achter
„liet beste bemys, dat de mensch niet in het mater thuis
hoort, is het gemis oan zwemvliezen"
z'n rug uit te lachen een breede rug, tusschen
twee haakjes.
Een overvloed van grijs haar viel van z'n hoog,
intellectueel voorhoofd naar achteren. Onder dat
voorhoofd fonkelden een paar staalblauwe oogen.
Maar, helaas, Willard Blackstone had een licht
gebrek, dat hem erg hinderde. Zijn armen waren
lang en gespierd. Zijn polsen waren belegd met rose
vleesch, zooals men dat bij 'n dikke baby vindt.
Maar z'n handen Ach, die handen I Ze waren te
mager voor de rest van z'n corpus. Z'n lange vin
gers, ondanks het vaste besluit van hun eigenaar
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE.
Willard Blackstone is gehuwd 'met de rijke weduwe Blanche
Rixby. Kort nadat hij de leiding over haar warenhuis op zich
genomen had, brandde dit af, en sedert dien parasiteert hij
met zijn beide zusters, de ongehuwde Henriëtte en de weduwe
Agnes Atherton, mitgaders dezer dochter Stella of Estelle,
op het vermogen van Blanche. De familie Blackstone tracht
met alle middelen een huwelijk tot stand te brengen tusschen
Blanche's zoon Edmond Rixby, die juist aan de Universiteit
is afgestudeerd en nu wil gaan schilderen, en Stella, die
eveneens succesvolle studies beëindigd heeft,maar den eersten
prijs zich ontnomen moest zien door een eenvoudig meisje,
Rita Holiday, pleegkind van den schrijnwerker Pock.
(Roman door Grace oJYSiUer White
om ze stil te houden, gingen altijd
zenuwachtig op en neer. iNO. -3
Dezen morgen had hij 'n pein
zende, bezorgde uitdrukking op z'n gezicht. Hij
had 'n gesprek met een vriend gevoerd, dat hem
boos en wrevelig had gestemd.
Er liep een leelijk gerucht zoo had Walt
Broek, 'n advocaat in de stad, hem verteld dat
Willard 'n valsche getuigenis had afgelegd betref
fende de oorzaak van den warenhuis-brand. Groote
goden, zou die vervloekte oude geschiedenis hem
opnieuw komen kwellen Zouden schelmen als
Jack Kresserie en Doug Macpel in staat zijn, Brad
mere te doen gelooven, dat ze onschuldig waren
Willard wist, dat ze onschuldig waren, maar hij
werd schichtig, als hij er ook maar 'n toe-
speling op hoorde maken.
„Maar ik was gedwongen, het verwenschte
ding neer te branden," mompelde hij bij
zichzelf, „en des te erger voor Kresserie en
Macpel, dat ik in staat was, de schuld op hen
af te schuiven. Hun rondhangen in de stad,
zonder dat er een reden was voor die aan
wezigheid, gaf me mijn kans, en ik heb die
genomen. Laat ze maar tegen me blaffen,
en ik zal ze weer achter de tralies laten
zetten."
Hij hield 'n oogenblik stil onder den druk
van zijn donkere gedachten. Om te beginnen
was Blanche te lakenZou hij het noodig
hebben gehad, vrachtbrieven te vervalschen
en andere oneerlijkheden te bedrijven, het
geen hij met grooten tegenzin had gedaan,
indien z'n vrouw guller was geweest Wis
en zeker nietHa, hij kon nog beter met de
schurken te doen hebben, dan dat de accoun
tants ontdekt hadden, hoe hij in z'n boeken
had geknoeid
Bittere verwenschingen brommend tegen
de kletsende gemeente, ging hij in alles
behalve goed humeur de stoep van zijn huis
op. Toen hij z'n vrouw in de hall ontmoette,
kuste hij haar. Hij gaf Blanche altijd een
kus, bij het komen en weggaan, maar het
gebeurde altijd op een vluchtige, nonchalante
wijze.
Hij begroette Edmond en meteen zetten zij
zich alle drie aan tafel, maar het was werke
lijk geen gezellige maaltijd. Willard vroeg zich
met ongeduld af, wat er toch met Blanche
gebeurd was. Haar welgevormde mond was
niet tot lachen te brengen en een schaduw
lag over haar groote, donkere oogen.
Toen hij van tafel opstond, zei hij tot
Edmond
„Kom me te drie uur halen aan de bank, m'n
jongen. We zullen 'n beetje rondwandelen in onze
mooie, oude stad Bradmere." Hij gaf z'n vrouw 'n
vluchtigen kus, tegelijk met een „Aurevoir, lieve
Blanche. Tot vanavond."
Dien middag stond Willard op de stoep van de
bank, toen Archie, de chauffeur der Blackstone's,
uit Main Street kwam aanrijden. De groote wagen
gleed geruischloos tot bij den trottoirband. Wil
lard glimlachte en hief groetend de hand op, ter
wijl Edmond op het trottoir sprong.
„Ik had gedacht, dat we maar eens naar tante
Agnes moesten gaan, Edmond," stelde Willard
aanstonds voor. „Ik heb zelfs geen minuut gehad
om haar te telefoneeren. Zou je Estelle niet eens
graag zien
„Natuurlijk 1"
„Góed Dan zullen we wandelen, 't Is een prach
tige dag. Dat eindje zal ons geen kwaad doen
Archie, kom ons over 'n uur halen. We zullen bij
Mrs. Atherton zijn."
Archie tikte aan z'n pet en de auto verwijderde
zich.
Mrs. Agnes Atherton woonde in Main Street
op korten afstand westelijk van Comptons Corner.
Het huis stond van den weg af aan den zuidkant.