door E. Everett Green
D/* VRIJDAG 3 OCTOBER 1930 No. 29
De Bronzen Man
De bronzen man heeft een eerlijken mond,
Marcia maar een bronzen uitdruk
king, als je zoo iets tenminste zeggen kunt.
Iedereen weet, wat een ijzeren wil is, dus
denk ik wel, dat men ook een bronzen hebben
kan."
„Je praat een hoop nonsens, Leslie."
„Hij kende je, Marcia. Herinner jij je hem heele-
maal niet Waar kan hij je gezien hebben
Ik weet 't heusch niet. Maar toch komt iets in
hem me bekend voor. Ik weet niet, waar ik hem
gezien heb of wanneer maar wanneer hij spreekt,
komt een vage herinnering bij me op. Iets in zijn
bevelende manier van optreden komt me bekend
voor, maar toch geloof ik niet, dat ik hem ooit
gesproken heb."
Leslie brandde van nieuwsgierigheid, maar hoe
graag Marcia ook wilde, ze kon haar toch niets
meer vertellen. En even later stond de man zelf
voor de beide meisjes en Marcia keek hem in 't
gezicht, en voelde duidelijker, dat ze hem al eerder
gezien had.
„Hebt u een oogenblikje tijd voor me?" vroeg
hij en Marcia stond op en ging hem voor naar 't
balcon, waar 't heerlijk was op den zachten lente
avond.
„Herkent u me?" vroeg hij, toen ze tegenover
elkaar stonden ze schudde 't hoofd, toch scheen
ze zich niet zeker te voelen.
„Heeft uw verstuikte voet u nog veel last be
zorgd Ik heb er altijd naar willen informeeren,
maar ik had er destijds geen gelegenheid voor."
Plotseling herinnerde ze zich
alles levendig.
„De bruine Boy I" riep ze.
Toen zwegen ze allebei, ze ston
den vlak naast elkaar duidelijk
zag Marcia 't heele tafereeltje
voor zich, ze herinnerde zich hoe
de bruine Boy haar verteld had,
dat hij op zekeren dag terug zou
komen om met haar te trouwen.
Een rilling doorhuiverde haar,
toen ze bedacht, hoe dit plan 't
heele leven van dezen man scheen
te hebben overheerscht. Dertien
jaren lang had zij nooit meer
een gedachte voor hem over ge
had maar hij had gewerkt en
een vast plan ten uitvoer gebracht;
en eindelijk zat zij gevangen als
een vlieg in 't web van een spin
als 't ware. Iets als angst kwam
in haar hart. Was er niet iets
vreesaanjagends in 't volhardende
karakter van dezen man
„U maakt me bang 1" zei ze
opeens. „Hebt u van dat oogen-
blik af er steeds aan gedacht
Ik durf gerust te zeggen, dat er
geen dag voorbij gegaan is, of ik
heb aan u gedacht," antwoordde
hij ernstig.
Marcia nuiverde licht. Dit was
geen liefde, jongens van zestien
jaar beminnen niet zoo krachtig,
maar 't heerschzuchtige, 't ver
langen te willen nemen, wat ze
graag hebben, kan op eiken leeftijd
komen.
„Ik vertelde u, dat u bij me
hoorde of iets dergelijks. Ik heb
't van 't allereerste oogenblik af
gevoeld. Zelfs onze namen hooren
bij elkaar."
„Ik ken uw naam niet," fluis
terde ze.
Ik heet Marcus Drummond.
Tot u 't me dien dag zei, wist ik
niet, dat de naam Marcia bestond.
Maar onmiddellijk vond ik het
een geschikten naam voor mijn vrouw."
Dat woord sprak hij na een korte pauze en met
een stem, die haar vreemd in de ooren klonk,
want ze wist niet, welke emotie hem beheerschte.
Weer huiverde ze en deed een pas achteruit. Hij
merkte 't en nam weer 't woord
„Maar alhoewel ik dit besluit vormde en er hard
voor gewerkt heb, wil ik geen vrouw trouwen
tegen haar wil. Als je me niet tot je echtgenoot
wilt, Marcia, heb je 't maar te zeggen en ik
ga. Men heeft me verteld, dat je mijn aanzoek
zonder aarzelen hebt aangenomen en in geen enkel
opzicht gedwongen bentanders was ik vanavond
niet gekomen. Als mijn tegenwoordigheid je on
aangenaam is, zal ik me onmiddellijk terug trek
ken en je zult me nooit meer zien."
Terwijl hij sprak, wist ze, dat hij woord zou
houden, en ze zag alle dingen, die zooveel be-
teekenden voor haar en de haren, langs haar heen
glippen. Dat mocht niet. Hoewel haar hart onbe
wogen was, voelde ze toch iets als bewondering
(vermengd met vrees) voor dezen man, die zoo
zeker was van zichzelf, zoo recht op zijn doel af
ging en toch dat doel wilde opgeven op 't minste
woord van haar. Zij had ook haar besluit genomen
ze wilde hem trouwen om haar familie te helpen
ze zou zich evenmin terugtrekken.
Ze hief 't hoofd op en keek hem \1 a
recht in't gezicht.'t Was een eigen- IN O» 1
aardige blik, dien deze twee men-
schen met elkaar wisselden 't was meer een meten
van twee tegenstanders even voor 't duel dan een
blik van liefde tusschen een paar verloofden.
„Je moet niet weggaan," zei ze, „tenminste niet
op mijn verzoek. Als je met me trouwen wilt,
stem ik toe zonder dat dwang is uitgeoefend ik
stemde toe uit vrijen wil. Een ding kan ik je toe
staan, meer heb je niet gevraagd. Liefde is niet in
den koop besloten."
„Liefde kan wachten tot we getrouwd zijn,
Marcia," antwoordde hij. „Als ik je dan niet
kan leeren om van me te houden, ligt de schuld
aan mij, niet aan jou. 't Sentimenteele gevoel,
dat de meesten liefde noemen en waar de meeste
engagementen op gebaseerd zijn, geldt voor mij
niet."
Ze zweeg. Zeker bezat die man kracht en origi
naliteit. Was hij werkelijk een krachtig iemand
uit vroegeren tijd
Ik wil je op mijn eigen manier winnen," ver
volgde hij. „Al jaren heb ik je van verre gade
geslagen. Je bent wat ik voelde, dat je worden
zou anders dan andere vrouwen. Echte liefde
heb je nog nooit voor een man gevoeld. Daarom
wilde ik niet bij je komen met woorden van liefde.
Wat heb ik je in mijn persoon aan te bieden Jij
bent heel mooi, ik ben eenvoudig en ruw. Jij bent
van hooge geboorte, ik niet. Jij hebt beschaving,
verfijning, ontelbare gaven. Ik ben een man van
feiten en cijfers. Maar één ding heb
ik aan je voeten te leggen on-
metelijken rijkdom. Ik kan je een
leven geven ais een prinses. Ik kan
jou en de jouwen alle geldzorgen
ontnemen. Ik vraag je niet om
me te trouwen om wat ik ben,
maar om wat ik heb. Anderen kun
nen je dat beter vertellen dan ik.
't Contract is gesloten, je hebt
besloten je er aan te houden.
Goed. Wat ik heb, zul je precies
weten vóór we trouwen, Marcia.
Wat ik ben, hoop ik je later te
leeren."
Met deze woorden strekte hij
zijn hand uit en nam de hare, die
ijskoud was en trilde. Hij bracht
haar vingers naar zijn lippen en
drukte er een kus op. Zonder ver
der nog iets te zeggen, liet hij haar
daarop alleen liep de kamer
door. Even later zag ze hem op
straat, waar hij vlug doorliep.
Verwonderd staarde ze hem na
en keek toen naar de hand, die
hij gekust had. Wat bedoelde hij
met zijn laatste woorden? Hielden
die een belofte in of een bedrei
ging?
HOOFDSTUK V
EEN HUWELIJK IN MEI
I" eslie redde de situatie en lady
St. Barbe was er 't meisje
dankbaar voor. Van 't begin af
hield Leslie vol, dat dit huwelijk,
hetwelk eigenlijk een zakenover-
eenkomst was tusschen twee
vaders, buitengewoon romantisch
wasen nadat ze gehoord had,
dat Marcus Drummond de jongen
was die dertien jaar<geleden Marcia
uit een gevaarlijken toestand had
gered, had ze een basis gevonden
voor haar stelling.
„Toen hij zestien was, raakte hij
zijn hart kwijt en nu komt hij de
Dm smaakt!