s No. 33 VRIJDAG 31 OCTOBER 1930 647 „Daar hebt u groot gelijk in viel Esteile haar bij. „O, wat is het warm tante Hetty I Het is de warmste dag van het jaar. Bijna honderd graden in de bibliotheek. Kunnen we niet buiten in de loggia gaan zitten Henriëtte stond met graagte op. Ze ging haar nichtje voor naar een prettige, schaduwrijke loggia, aan den noordkant van het huis. „Hier zullen we het fijn hebben", kweelde Esteile. „Wanneer verwacht u tante Blanche en Edmond „O, foei, poe I" verzuchtte Henriëtte. „Ze kun nen ieder oogenblik hier zijn. Blanche telefoneerde me, dat ze zouden komen theedrinken. Waarom ze juist vandaag komt, weet ik niet. Ze is in maan den niet hier geweest." Esteile haalde haar welgevormde schouders op. „Tante Blanche houdt er allerwonderlijkste manieren op na glimlachte zij. „Oom Will zei, dat ze het meisje Pock wenscht te zien. Maar in elk geval komt Edmond en daarom heb ik beslo ten ook maar te komen." Henriëtte beklopte haar neus. Esteile vond het onverdraaglijk, dat haar tante zoo de aandacht op haar wratten ves tigde. „Blanche is een rare merkte miss Blackstone op. „Ze komt naar mijn huis om 'n meisje te zien, dat heelemaal niets beteekent, terwijl ze mijzelf haar bezoek in een onafzienbaren tijd niet waardig heeft gekeurd." „Wat kan het u schelen, zoolang u contanten van haar krijgt vroeg Esteile met een onaange naam lachje. „Ik wilde wel, dat ze een beetje meer aan óns afschoof. Moeder zit altijd krap. O kon ik maar gelukkig zijn 1 Ik heb nooit alles, wat ik wensch." Haar gezicht betrok en ze voegde erbij „Edmond vermijdt me, alsof ik de schurft had." „Dat is geen erg elegante uitdrukking, die je daar gebruikt, m'n kind," knorde Henriëtte, met 'n poging om streng te zijn. „Dat kan me geen steek schelen," was het ant woord. „Eddy begint me te vervelen. Als ik hem vraag om te komen dineeren of om ergens niet me heen te gaan, dan heeft hij ófwel bezigheden, óf tante Blanche heeft hem noodig. Hij heeft altijd de een of andere verontschuldiging. Als ik hem even te zien wil krijgen, dan moet ik zelf daarvoor zor gen, en daar houd ik niet van." Terwijl deze conversatie tusschen miss Black stone en haar nichtje plaats had, zat Rita ineen gedoken op een stoel in de keuken. Gedurende eenigen tijd sloeg Bertha, de keukenmeid, geen acht op de droefheid van het meisje. Emmons had, gelijk haar meeste collega's, een corpulente gestalte. Misschien was ze veertig, misschien 'n beetje ouder of 'n beetje jonger. Heur haren waren in het midden gescheiden. Het waren dunne haren, en boven op haar hoofd waren ze saamgebonden tot een kleinen, ronden bal, die de grootte had van een onvolgroefden appel. Haar gelaat was gevlekt en roodhaar oogen waren lichtblauw. Ze had reeds jaren haar taak in miss Blackstone's keuken vervuld, was ze gewoon te zuchten. Onder den indruk van het oogenblik, stond ze even stil vóór Rita's stoel. „Wat heb je ditmaal weer uitgevoerd, Ritie?" riep ze uit. „Ik kon haar op m'n kamertje hooren gillen. Heb je nu nog niet geleerd je koest te hou den, als de oude het op haar heupen heeft Wat in 's hemels naam heb je toch uitgespookt „Ze wou me zelfs geen minuut met Bill laten praten," klonk een zwakke, klagende stem, „en ze heeft ook bijna m'n oor afgetrokken. Ik ik heb haar toen eens flink haar vet gegeven, Bertha." Bertha staarde haar in stomme verbazing aan. „Hemeltje nog toe, m'n kind, ik dacht toch, dat je wijzer waartschreeuwde ze. „Jij hebt nog 'n heeleboel te ieeren, hoor I Hoorde ik haar niet iets zeggen over je vader Rita gaf dit snikkend en zuchtend toe. „Trek het je maar niet aan, arm schaap," ried Bertha haar. ,,'t Is gemeen je lastig te vallen over iets, waar je heelemaal buiten hebt gestaan. Maar Iaat ik je dit zeggener gaat niets boven zacht heid en lijdzaamheid. En laat je drift niet de baas over je worden, Ritie. Ga nu wat werken en zet den theeketel op. Mrs. Blackstone komt op thee visite en dat meisje van Atherton blijft natuurlijk ookMaar kijk eens aan I Het lijkt wel, of ze op mijn woorden gewacht hebben. Daar is de auto van Mrs. Blackstone en ze heeft zoowaar dien jongen van haar meegebracht. Komaan, miss Rita Holiday, je zult je moeten opknappen, al ben je ook nog zoo ongelukkig. Ze komen expres om jou te zien, daar zou ik m'n hoofd onder durven verwedden. Warren zei, dat Archie hem vertelde Archie is chauffeur bij de andere Blackstones dat iedereen op Twin Hedges machtig veel belang in je stelt. Hij hoort erg veel over je praten, die Archie I" Als er nu één ding was, waar Rita met weerzin aan dacht, dan was het vreemdelingen onder de oogen te moeten komen. Ze beefde als een blad, toen ze de Blackstone's de hall hoorde binnen treden. Estelle's lachend stemgeluid bereikte haar oor als een donkere echo uit het verleden. Met inspanning sleepte zij zich naar het aanrecht met den glimmenden theeketel in de hand en Emmons sloeg haar vol hartelijk medelijden gade. O, ik zou zoo graag je oogen prijzen, f loonderoogen, en ze vergelijken met den klaren Italjaanschen hemel, tusschen helderwitte marmerheuoels O, ik prees zoo graag je zwarte wimpers, fijn gebogen als in vagend oragen, maar hoe weet ik, of natuur zoo sierde, of de machten oan geheim mascara O, ik prees zoo graag je rozenwangen, met het blosje op de blanke boging. smettelooze sneeuw, in gloriegloeien oan den zonneweerschjjn bij het dalen O, ik zong zoo graag, maar durf niet spreken, kan niet vergelijken, want hoe weet ik of ik zie uw zielegloed en reinheid of de welgeschiktheid uwer verven O, ik zou zoo graag je haren prijzen, die, naarmate 't licht er heen komt dart'len diep versmeulen, Rembrandtieke tinten soms, en dan weer gloeien in een vreemden gouden glans, met rood geflits doormenen O, the kleur, die wisseling Dan tonen, ourig zong ik, kon ik zeker meten, dat geen waarheid mjjken moest Door henna O mijn schoone, zie hoe mij de twijfel rijt vaneen, en laat mijn mond u vragen, antwoord niet met blik of schouderrukken. maar met moord van mankellooze waarheid; O, als ik u prijs, geldt dan mjjn loflied u en u alleen, of gaan mijn zangen argeloos de wereld rond bazuinen de bevalligheden der drogisten B. ASHTON VANDERGR1FT. HOOFDSTUK XVII BLANCHE EN HETTY ■"Poen het electrisch beiletje Rita Holiday in de tegenwoordigheid van miss Blackstone riep, was het meisje een flauwte nabij. Met looden tred begaf zij zich naar de loggia. In één oogopslag werd zij een mooie vrouw en een jongeman gewaar, die opstonden bij haar komst. Estelle's zomersche liefelijkheid kwam door haar eigen verlegen houding nog des te meer uit. Henriëtte stelde Rita aan Mrs. Blackstone voor. Bijna verblind door vrees en schaamte, legde het meisje haar koude knuistje in de warme hand van Blanche. Rita had iets over zich, dat onmiddellijk Mrs. Blackstone's sympathie wakker riep. Hoe onuit sprekelijk droef zag het kind eruit Hetty kon niet weerstaan aan de verleiding, eens een hartig „foeien een welgemeend „poe I" te laten hooren. „Rita, dit is mijn neef Edmond Rixby," begon zij na een pijnlijke pauze. „Edmond, miss Holiday. Wel, heb ik óóit Heb ik óóit Nee, nóóit I Zie nou dat meisje eens aan 1 Heb je een pook in je nek zitten, Rita, dat je 'em niet kunt buigen Sta hem toch niet zoo aan te staren, alsof hij een beest uit den dierentuin was, juffrouw." Rita kleurde en boog, maar het was ongetwijfeld een krampachtig buiginkje. Aangezien miss Blackstone haar niet vroeg om te gaan zitten, bleef zij staan. Mr. Rixby deed even eens. Rita deed een stap achterwaarts, toen hij, glimlachend met jongensachtige vriendelijkheid, haar naderde. „U bent dus het meisje, dat de Worth-medaille op de hoogere meisjesschool hebt verworven," merkte hij op. „Een pracht-prestatie. Ze zeggen, dat u zich kranig hebt gehouden. Ik wou, dat ik erbij was geweest om u te hooren." Zij keek hem doordringend aan en haar hart bonsde bovenmate. Zijn onverwachte groote vriendelijkheid vervormde hem tot den sprookjes- pj^us van alle meisjesdroomen. Een verlegen glim lach begon om haar lippen te spelen, en Edmond maakte in z'n binnenste aanstonds de opmerking „Prachtvolle tanden 't Was een pijnlijke gewaarwording, die zich van Esteile meester maakte, toen zij den jongeman gadesloeg, dien zij aanbad en het meisje, dat zij haatte. Nooit had Edmond haar aangezien, gelijk hij nu Rita Holiday aanzag. O, als zij maar zoo fortuinlijk was geweest die medaille te krijgen Zij moest iets zeggen, om Edmonds bewonderende blikken weg te trekken van dat verschrikkelijke meisje f „Tante Hetty," barstte zij los, „waarom kan ik miss Holiday niet een paar van m'n costuums geven Ik heb hoopen meer dan ik kan dragen. Daar is b.v. die gele kanten jurk, en en Ze hield op. Ze had juist datgene bereikt, wat ze zoo vurig had verlangd. Edmond wierp een blik op Rita's kleeding en het meisje kromp van schaamte ineen. Aller oogen waren gericht op haar zak-en- asch-plunje. „Rita heeft al de kleeren, die ze noodig heeft, Stella," merkte miss Blackstone koeltjes op. „Je kunt nu wel gaan, Rita, en tegen Emmons zeggen, dat ze de sandwiches heel klein moet maken. Zeg haar, dat ze voor een voldoend aantal pasteitjes zorgt Rita was al weg, vóór ze nog geëindigd had. Ernmons en sandwiches en pasteitjes waren geheel uit Rita's gedachten verdwenen, toen ze de trap pen opvloog naar haar kamer. in een hevige huilbui liet ze zich voorover op haar bed vallen en snikte in haar kussens „Ach, als ze hem maar niet vertelt van dien vloek, die op mij rust. Wat voel ik me ongeluk kig Hoe is het mogelijk, dat menschen je zoo kunnen trappen en vernederen 1" Nauwelijks was Rita verdwenen, of Henriëtte wendde zich tot haar nicht. „Stella, neem Edmond mee naar het tuinhuisje," commandeerde ze. „Ik wensch met je tante Blanche te spreken. Bertha kan jullie daar de thee brengen," en met blijdschap voerde Esteile Edmond mee. Er was een korte stilte tusschen de schoonzusters na het vertrek van de jonge menschen. Henriëtte wuifde zich ijverig koelte toe met een waaier van palmblad, en Mrs. Blackstone keek peinzend naar een bed met bloeiende petunia's. ,,'t Is broeiend heet, Blanche," merkte Henriëtte ten slotte op. Mrs. Blackstone gaf toe, dat de weersgesteldheid om te stikken was. 't Was niet alleen de hitte, die miss Blackstone onrustig maakte. Ze kookte innerlijk van woede. Voelde de vrouw van haar broer sympathie voor Rita Holiday ,,'t Was Willard's plicht geweest, mij alles om trent haar te vertellen, Blanche," barstte zij uit op jammerenden toon. „Wèt te vertellen, Hetty?" vroeg Blanche en wendde haar hoofd verbaasd om. „Men had mij de keus moeten laten, of ik haar in de gegeven omstandigheden wilde nemen of niet," legde Hetty uit. „Willard heeft die afschuwelijke geschiedenis aldoor geweten. Natuurlijk heeft hij dat I Hoe kwam het in 's hemelsnaam in Mrs. Holiday's hoofd op om Willard tot voogd over haar kleindochter te maken Ik heb zelf den brief ge zien. Daar steekt ergens een geheim achter. O, poe, foei 1 Ik had jou dat niet moeten vertellen, Blanche. Maar'tis er nu uit en ik kan er niets aan doen. Overigens vormen man en vrouw slechts één persoon. Er behooren geen geheimen tusschen hen te zijn. Stel je voor, m'n lieve zuster ik ben opge scheept met een onteerd meisje, een meisje, wier vader frauduleus bankroet heeft geslagen. Maar ik zal mijn plicht aan haar doen, Blanche. Ja, ik zal mijn plicht doen 1 Foei, wat heb ik het heet 1 Dat weer is in staat om mij tot vet te doen ver smelten. (Wordt voortgezet).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 7