ONZE P-e.IJSVM.AACp
No. 34
VRIJDAG 7 NOVEMBER 1930
673
zoo dreigend en ontevreden Een opgeschoten
jongen, die juist uit de kooi kwam, waarin anderen
zich weer lieten zakken, viel in 't voorbijgaan zwaar
tegen 't paard van Marcia aan en besmeurde haar
grijs japonnetje met een paar smerige zwarte
vlekken. In 't volgend oogenblik had Marcus zijn
hand uitgestrekt en gaf den vlegel een fermen
zweepslag over de hand. Een gebrul als van een
wild beest klonk op en een oogenblik meende
Marcia, dat de reus haar man naar de keel zou
vliegen. Maar Marcus bleef onbeweeglijk in 't
zadel zitten, keek hem aan en sprak duidelijk
verstaanbaar
„Ga naar huis, Lake, en laat ik nooit meer zien,
dat je je nog eens zoo onbeschaamd gedraagt.
Je bent al eens eerder gewaarschuwd. Dit is de
tweede keer, dat je jezelf vergeet. Den derden
keer ga je er uit 1"
Marcia was zich bewust van een ontevreden
dreigend gemompel In de verte. Maar Marcus lette
er niet op. Hij maakte zijn gesprek met den baas
af, keerde zich toen kalm naar zijn vrouw, die na
het gebeurde haar paard vlak naast 't zijne ge
bracht had en zei kort
„Als je klaar bent, zullen we nu naar Wold
Hall gaan."
HOOFDSTUK XII
XJarcia was blij, dat ze van de mijnwerkers weg
kon gaan. Iets in 't uiterlijk van die zwarte ge
zichten trof haar als somber en dreigend. Haar
scherpe ooren vingen verwenschingen op, als ze pas
seerden. Ze voelde, dat de atmospheer geladen was.
Onbewust had Marcia zich een beeld gevormd van
haar man's koninkrijk en ze had gemeend, dat zijn
onderdanen hem niet alleen beschouwden als hun
koning, maar tevens als hun afgod. Hij deed altijd
of al zijn belangstelling en liefde zich hier concen
treerden. Waarom wantrouwde en haatte men hem
dan Ongetwijfeld was hij een rechtvaardig mees
ter, al kon hij een man zijn met een ijzeren wil
of een bronzen, zooals Leslie gezegd had dikwijls
herinnerde Marcia zich die benaming en hoe meer
ze haar man leerde kennen, hoe geschikter die
naam haar leek. Zijn gezicht drukte niets bijzonders
uit, toen ze zich van de mijnen verwijderden. Toen
ze op eenigen afstand waren, keek Marcia haar man
aan en vroeg rustig
„Waarom ben je zoo weinig populair, Marcus?
Ik dacht, dat de menschen van je hielden. Je hebt
altijd een leven temidden van hen verkozen en
je stelt je op de hoogte van hun belangen. Dat
hebben je vader en moeder me verteld. Ik dacht,
dat ze je zouden apprecieeren."
Marcus keek haar met zijn eigenaardig glimlachje
aan. Dat lachje deed steeds den krachtigen mond
beter uitkomen, maar 't verzachtte de uitdrukking
der oogen.
„De dagen van mijn populariteit schijnen voor
't moment voorbij," zei hij. „Ik ben de afgod ge
weest, nu ben ik de tiran en de bloedzuiger. De
wereld is nimmer erg bestendig, zooals je weet."
Haar belangstelling was opgewekt.
„Wat bedoel je, Marcus?"
Hij keek haar aan, zooals hij dat gedaan had den
dag van zijn kennismaking met haar, toen hij haar
op zijn eigen manier probeerde te winnen.
„Verlang je dat werkelijk te hooren, Marcia?"
„Ja, natuurlijk." Spontaan drongen die woorden
haar naar de lippen voor ze tijd had gehad om na
te denken of zich weer in haar onverschilligheid
en trots te hullen. Ze zag den glans in zijn oogen,
die een emotie uitdrukten, welke zij niet begreep.
En toen begon hij op zijn korte, kernachtige, manier
te vertellen
„Je hebt gelijk met te zeggen, dat ik altijd te
midden van hen geleefd heb. Van kind af trokken
de mijnen me altijd aan. Hoe grooter ik werd, hoe
meer aantrekkingskracht ze voor me kregen. Daar
voelde ik me 't gelukkigst. Toen mijn vader er
over begon om de mijnen te verkoopen, vroeg ik
hem ze voor mij aan te houden. Langzamerhand
werden ze mijn eigendom. Ik kende iederen werk
man. Ik geloof, dat ze me als hun vriend beschouw
den. We hadden hier veel minder moeite met 't
volk dan ergens anders. Maar herinner je je nog
de groote kolencrisis een jaar of twee geleden?
Onze mijnen waren een van de weinige, waar ze
niet staakten. We leven hier eenigszins afgezon
derd van de wereld. We hebben altijd goede loonen
betaald. Dat is een deel van vader's succes. Hij
eischt goed werk, maar hij betaalt er ook naar.
Bij ons staakten ze dus niet. We werkten met dag
en nachtploegen en onze kolen hebben menige
fabriek voor stopzetten behoed. Natuurlijk maak
ten we ook enorme winsten. Het werkvolk wist
dat. Na korten tijd werden ze ontevreden over hun
loon. Een deputatie wachtte me op en verlangde
een aandeel in de winst."
„Was dat onbillijk?" vroeg Marcia.
„Niet als 't op een goed systeem berust. En ik
had er wel ooren naar. Maar, zooals ik de mannen
uitlegde, als 't voorstel aangenomen werd, dan
moest 't voor minstens vijf jaar geldig blijven.
Als ze nu voordeel trokken uit de grootere winsten,
dan moesten ze ook riskeeren, wat de eerstkomen
de jaren brengen konden, 't Moest gelden voor een
periode van vijf jaar of heelemaal niet."
„En dat zagen ze natuurlijk ook in?"
„Ik geloof niet, dat de werkman een zelfde in
zicht heeft als wij," antwoordde Marcus. „Maar
eindelijk gingen ze er mee accoord. Daar ik wist,
dat de prijzen nog eenigen tijd hoog zouden blijven,
bood ik hun een kleine, maar vaste verhooging
onafhankelijk van de markt, of, als ze dat liever
hadden, een aandeel in de winst, gedurende vijf
jaar. Ze verkozen 't laatste, 't Is nu al twee jaar
in werking. Een korten tijd was 't hun zeer voor-
deelig. Maar aan sparen dachten ze niet- Alles
ging weg aan plezier. Een jaar lang ging alles goed
en toen begon de markt zich te herstellen. De loo
nen werden weer zooals eerst, maar later daalden
ze iets en bleven ver onder wat ik 't volk permanent
had aangeboden, als ze op mijn eerste voorstel
waren ingegaan. Natuurlijk verlangen ze nu naar
den ouden standaard terug, zoo mogelijk nog met
de verhooging en omdat de vijf jaar nog niet
om zijn, weiger ik de zaak met hen te bespreken.
Daarom beschouwt men mij nu als verdrukker
der armen."
„Maar Marcus, dat is toch niet eerlijk 1 Zien ze
dan zelf niet, hoe onbillijk ze handelen
Ik weet niet, wat ze zouden voelen, wanneer ze
aan zichzelf overgelaten werden. Maar een paar
socialisten prediken nu een werkstaking om mij
te dwingen. Ik voor mij geloof niet, dat 't volk
er ooren naar heeft. Zoo onbillijk als ze nu zijn,
weten ze toch, dat ik vroeger hun vriend geweest
ben en dat ik me nooit zal laten intimideeren.
Ze weten, dat in geval van staking zij 't loodje zou
den moeten leggen en niet ik. Maar ze zijn woedend
en dat laten ze me merken. We maken een crisis
door, die stevig aangepakt moet worden en daarom
kan ik nu niet van de mijnen weg."
„Maar ze zullen je toch niets doen, Marcus
Hij keek haar aan. Ondanks haarzelf had er
angst in haar stem geklonken.
„Ik geloof 't niet. Blaffende honden bijten niet.
Ze mopperen wel, maar ik geloof niet, dat ze verder
zullen gaan. In elk geval zal ik zorgen, dat men jou
geen strootje in den weg legt. Je begrijpt nu, waar
om ik je alleen als gast op Wold Hall toelaat.
Maar hier zijn we er. 't Is uitstekend voor mij, maar
m'n vrouw heb ik liever niet zoo dicht bij de mijnen.
Kijk, daar gaat Percival voor ons uit. Ik had hem
en 't kind voor de lunch uitgenoodigd. Ik zal je
paard naar den stal brengen, Marcia. Hier is
Eastiake om in dien tusschentijd voor je te zorgen
en de honneurs waar te nemen."
Dat was niet precies, wat Marcia verwacht had
en ze wist ook niet of ze 't wel prettig vond, maar
er was nu niets meer aan te veranderen. Ze was
nauwelijks afgestegen, of 't kleine meisje kwam
met open armen op haar af, ze sloeg die om haar
heen en fluisterde
„Liefste vertelde me, dat u zou komen, maar ik
kon 't haast niet gelooven. U bent nog nooit eerder
hier geweest."
(Wordt voortgezet)
De eerste prijsvraag van dit winterseizoen is meer speciaal bestemd
voor diegenen onder onze abonné's, die geregelde afnemers zijn van
onze bekende premie-romans of deze regelmatig lezen. Ter geruststel
ling van hen, die niet tot deze catagorie behooren (hun aantal is in ver
houding niet zoo groot, want onze premie-uitgaven mogen zich in een
buitengewone populariteit verheugen) zij reeds aanstonds gezegd, dat de
volgende prijsvragen een meer algemeen karakter zullen dragen.
Voor dezen keer stellen wij nu de vraag
Welk van de zeven laatste premie-boeken vond u het mooist,
welk vervolgens, enz Met andere woordenwat is de volgorde dezer
zeven boeken in de mate dat ze u bevallen zijn
Een zeer eenvoudige vraag zooals u ziet; we vragen slechts uw
gewaardeerde meening te zeggen over dit aantal romans, uitgedrukt in
cijfers. Ge hebt niet anders te doen dan het boek hetwelk u 't meest
behaagde het cijfer 1 te geven, het boek dat bij u de tweede plaats
inneemt het cijfer 2 en zoo vervolgens tot het cijfer 7, hetwelk door
u wordt toegekend aan het boek dat u het minst bekoorde. De roman
die heilaagste totaalcijfer op zich vereenigt mag zich derhalve in de
grootste gunst bij het lezend publiek verheugen, het daaropvolgende
getal duidt het tweede boek aan, tot het hoogste cijfer het minst be
haagde boek aangeeft. In de volgorde nu die door deze cijfers ontstaat
ligt dus het oordeel van onze lezers besloten en al diegenen, die deze
volgorde hebben ingezonden komen in aanmerking voor een prijs. Wij
verloten nl. onder de inzenders wier opgave van volgorde overeen
komt met die welke het lezers-referendum aangeeft 15 series romans
in prachtband van 10 deelen elk, te zamen dus 150 boekwerken!
Vijftien gelukkige prijswinnaars krijgen de tien eerstvolgende ro
mans in prachtband thuisgestuurd, iedere veertien dagen één. Ge hebt
niets anders te doen dan op een briefkaart de titels der 7 laatste bij
ons verschenen boeken te plaatsen, gerangschikt naar uw smaak en
welgevallen; te onzen gerieve kunt ge voor die titels de cijfers van
17 zetten.
Het spreekt van zelf.dat de termijn van inzending nogal ruim
genomen wordt teneinde de mededingers in staat te stellen hun ge
heugen betreffende den inhoud der bedoelde boeken wat op te frisschen
en van het nieuwste werk dat Zaterdag a.s. verschijnt „Lady Demer's
geheime Huwelijk" kennis te nemen. Wij bepalen daarom dat de ant
woorden. op een briefkaart geschreven, uiterlijk Maandag 24 Nov.
in ons bezit moeten zijn. De titels der zeven laatst verschenen boeken
zijn (in volgorde van uitkomen)
Achter gesloten luiken.
De vliegende draak.
Het geheim van de slotgracht.
Lees. oordeel en deel Een korte afdwaling.
Ontvoerd,
ons urn bevinding mede Als het hart ontwaakt.
Lady Demer's geheime huwelijk.