„aan sunlight zeep
sl.\OvV
Vteune*deven
KUN JE ALLES
TOEVERTROUWEN'
zegt Moeder 1
GEBREIDE GAAP
676
VRIJDAG 7 NOVEMBER 1930
No. 34
„Gekleurd goed kan met Sun
light Zeep telkens en telkens
weer gewasschen worden. Kn
Sunlight Zeep houdt het witte
goed zoo wit als sneeuw".
N.V. DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ. VI.AARDINGBN
F.IO.OOO-
ZUIVERHEIDSWAARBORC
OP ELK TABLET.
Afkortingen t. toer,
st. steek, r. rechts,
aver. averechts.
De gebreide aap is eenigszins bewerkelijker dan de kameel
en de olifant, die ik hier vroeger al eens beschreven heb. Hij
bestaat uit 2 stukken voor den romp, armen, beenen, ooren,
staart, gezicht en voetzolen. Alles wordt met bruine wol in
ribbels gebreid dus enkel rechts, behalve gezicht, handen
en voetzolen, welke met beige wol gebreid worden in afwisse
lend r. en aver, toeren, zoodat aan den goeden kant enkel
rechtsche steken te zien komen.
Men begint aan den onderkant van [den romp door 6 st.
op te zetten. 10 t. breien. 11de toer in laatsten st. meerderen
11 t. breien 23ste t. in lsten st. meerderen. 24ste t. in laat
sten st'. meerderen. Deze beide
t. 2 maal herhalen. De nu ver
kregen 13 st. laat men op de
naald, terwijl men eenzelfde stuk
breit, waarna men de eerste
13 st. er bij opneemt. Men heeft
dan de opening waarin
later het beenstuk moet
worden ingezet. 25ste
toer1 st. meerderen in
lsten st.1 t. breien
deze beide toeren 1 keer
herhalen. Men heeft dan
28 st. op de naald en breit
hierop 26 t. 56ste t.: 12 st.
breien, 4 st. afk. voor
armsgat, op overblijvende
12 st. 13 t. breien; 70ste
t.meerderen in lsten st.
Deze 13 st. op de naald
laten, wol afbreken en het
zelfde breien op de eerste
12 st., waarna weer alle
26 st. op de naald ko
men. 86ste t. breien, 87ste
t.: begin, midden en einde
van de naald 2 st. sa-
menbreien. 88ste t. breien;
deze beide t. 1 keer her
halen 2 t. breien. 93ste t. 2 st.
samenbreien, midden en einde
van de naald meerderen. 94ste
t. begin en einde van de naald
meerderen, laatste 2 st. samen-
breien. 95ste t. 2 eerste st.
samenbreien. 96ste t. breien. Deze beide t.
5 keer herhalen. 2 t. breien. 109de t. in eersten
st. meerderen. 110de t. breien. Deze beide t.
2 keer herhalen. 115de t. in eersten st. meerde
ren, laatste 2. st. samenbreien. 116de t. breien.
Deze beide t. 2 keer herhalen. 121ste t. midden
en eind van de naald 2 st. samenbreien. 122ste t.
breien. 123ste t. begin, midden en einde van de
naald 2 st. samenbreien. Dezen t. 2 keer herhalen.
De dan overblijvende 8 st. afkanten.
De 2de helft voor den romp precies hetzelfde
breien.
Been. Men begint met 36 st. op te zetten voor
den voet. 6 st. breien. 7de t. begin en einde van
de naald 2 st. samenbreien. 1 t. br. 9de t. 10 st.
afkanten, naald uitbreien. Dezen toer herhalen,
zoodat er 14 st. op de naald zijn. 11de t. In lsten
en laatsten st. meerderen, in het midden 2 st.
samenbreien. 1 t. breien. Deze beide t. 11-keer
Een gebreide aap.
herhalen. 2 t. br. 37ste
t. begin en einde van de
naald 2 st. samenbr.
midden van de naald
2 st. meerderen. 1 t. brei
en. Deze beide t. 4 keer
herhalen. 47ste t. als 37ste
t. 48ste t. 2 st. meerde
ren in 't midden van de
naald. Deze beide t. 3
keer herhalen. 55ste t. in
1 sten st. meerderen 56ste
t. 5 st. breien, 8 st. af
kanten, de overgebleven
22 st. breien. 57ste t. In
lsten st. meerderen, 2
laatste st. samenbreien.
1 t. breien deze beide
t. 1 keer herhalen. 61ste
t. 2 laatste st. samen
breien. 3 t. breien deze 4 t. 1 keer
herhalen. 69ste t. Begin en einde
van de naald 2 st. samenbreien.
Dezen t. 6 keer herhalen dan af
kanten. Bij de 5 st. die op de naald
bleven wol aanhechten bij de
afgekante st. 2 t. br. Volgende t. 2 st. samenbreien.
1 st. br., 2 st. samenbr. afkanten.
Het tweede been precies hetzelfde breien.
Arm. Men begint aan den bovenkantmet
bruine wol 4 st. opzetten. 1 t. br. 2de t. meerderen
in lsten en laatsten st. 3de t. breien. Deze beide t.
6 keer herhalen. Dan 28 t. breien. 44ste t. beige
wol aanhechten voor hand. 1 t. r., 1 t. aver. Deze
beide t. herhalen. 48ste t. begin, midden en einde
van de naald 2 st. samenbr. 1 t. br. Deze beide t.
2 keer herhalen. Afkanten. Den 2den arm het
zelfde breien.
Oor. 9 st. opzetten, 1 t. br. 2de t. in lsten en
laatsten st. meerderen. 4 t. breien, 7de t. begin en
einde van de naald 2 st. samenbreien. 1 t. br.
Deze beide t. 1 keer herhalen. Afkanten 2de oor
hetzelfde breien.
Staart. 4 st. opzetten, 1 t. breien, 2de t. in lsten
en laatsten st. meerderen. Deze beide t. 4 keer
gebreiden aap. Boven: staart, gezicht. Daaronder links: voetzool,
den: arm, beenstuk, helft van den romp.
herhalen. 16 t. breien. 26ste t. begin en einde van
de naald 2 st. samenbr. 14 t. breien. Deze 15 t.
2 keer herhalen. 55ste t. begin en einde van de
naald 2 st. samen breien. 6 t. breien. Afkanten.
Voetzool. Met beige wol 4 st. opzetten en af
wisselend r. en aver, breien. 3de t. in lsten en laat
sten st. meerderen. 1 t. breien. Deze beide t. 1
keer herhalen. 8 t. breien. 19de t. begin en einde
van de naald 2 st. samenbreien. 1 t. breien. Deze
beide t. herhalen en dan afkanten. 2de zool breien.
Gezicht. Met beige wol 6 st. opzetten en afwisse
lend r. en aver, breien. 2 t. breien. 3de t. begin,
midden en einde van de naald meerderen. 1 t.
breien. Deze beide t. 5 keer herhalen. 6 t. breien.
21ste t. begin, midden en einde van de naald 2 st.
samenbreien, 1 t. breien. Deze beide t. 3 keer
herhalen. 29ste t. 6 keer 2 st. samenbreien. Af
kanten.
Is alles gebreid, dan worden de beide stukken
voor den romp aan elkaar genaaid, waarbij men
op den rug een opening laat voor het vullen. Ar
men en beenen worden aan elkaar genaaid en
evenals het gezicht in de daartoe bestemde ope
ningen genaaid. En als dan de voetzolen nog zijn
ingezet, kan men beginnen met het vullen, dat
zorgvuldig geschieden moet, waarna ook de rug
wordt dichtgenaaid. De staart wordt losjes gevuld
en aangezet. De trekken van het gezicht worden
met zwarte wol aangegeven, terwijl 'n paar gitten
kralen de oogen sprekender maken. Enkele steken
met zwarte wol geven op de handen de vingers aan.
Het mutsje van den aap is gebreid van roode wol.
Men zet er 60 st. voor op en breit 28 t. 29ste t.
telkens 2 st. samenbreien. 3 t. breien. 33ste t. 2
st. samenbreien, 5 st. breien. Herhalen tot het einde
van de naald. 1 t. breien. 35ste t. 4 st. breien 2 st.
samenbreien herhalen tot het einde van de naald.
1 t. breien. 37ste t. 2 st. samenbreien, 3 st. breien
herhalen tot het einde van de naald. 1 t. breien.
39ste t. telkens 2 st. samenbreien. 1 t. breien
draad afbreken, door de overblijvende 9 st. halen
en aantrekken.
Dan wordt het mutsje opzij dichtgenaaid en
nog versierd met 'n zwarten kwast.
Thérèse