I
No. 35
niet of ik wel verstandig deed met mijn tele
gram. Ik verlangde erg naar je. Ik ben den hec len
tijd bij je moeder geweest om haar gezelschap
te houden, ze is erg trotsch op je. We hadden 't
wel gezellig, maar toen de dokters je vader een
kuur naar Karlsbad voorschreven, voelde ik, dat
ik daar niet mee naar toe kon. Ik heb een hekel
aan Duitsche badplaatsen. Ik schreef naar de
familie Standerton, maar daar zijn de kinderen
ziek en dus
„Maar Leslie, waarom moet je me dat allemaal
uitleggen Geloof je niet, dat de eenvoudigste
reden is, dat je graag hier kwam en dat ik dolblij
ben met je komst Weet je dan niet meer, dat ik
je op mijn trouwdag vroeg om zoo gauw mogelijk
te komen
„Ja, en ik antwoordde, dat ik niet voor
den herfst kwam. Ik was dat ook vast
van plan. Ik vind 't van mezelf eigenlijk
niet goed, dat Ik niet heb volgehouden.
Pas getrouwde menschen
„Maar Marcus en ik zijn geen pas
getrouwde menschen tenminste niet,
wat men gewoonlijk onder dien term ver
staat. En al is 't nog geen herfst, we
beginnen er hier toch al over te denken,
in 't Noorden wordt 't vroeg koud. Mar-
cus en ik hebben nu twee maanden
aardsch genot gehad. Een beetje veran
dering zal ons alle twee goed doen."
Leslie keek haar vriendin onderzoe
kend aan. Marcia kwijnde niet dat
had ze al bij den eersten oogopslag gezien.
Ze had een kleurtje, dat haar schoon
heid nog verhoogde. Haar oogen schitter
den, maar de donkere kringen, die er
onder geweest waren gedurende den kor
ten tijd van haar verloving, waren nu
verdwenen. Ze was tenger, zooals ze
altijd geweest was, maar toch niet ver
magerd. Over 't algemeen was Leslie niet
ontevreden, maar van een ding was ze
niet zeker. Waren er geen harde lijnen om
den mond? Om de waarheid te zeggen,
had Leslie eenige gewetenswroeging. Ze
had wel niet haar best gedaan om 't
huwelijk tot stand te brengen, maar ze
had 't Marcia toch voorgepraat. Als
ze niet steeds 't aanzien van Marcus
iti 't gunstigste, in 't meest romantische
licht had gesteld, zou Marcia zich dan
op 't allerlaatste oogenblik nog niet
hebben teruggetrokken Maar toch, een
gegevén woord breken lag niet in 't
karakter van een lady St. Barbe. Leslie
probeerde zich daarmee in slaap te
sussen, maar gerust was ze nieteindelijk
werd ze beheerscht door een overweldi
gend verlangen Marcia in haar nieuw
tehuis te gaan opzoeken om voor zich
zelf te oordeelen. En ze werd begroet op een
manier, die haar bewees, dat ze van harte welkom
was.
Ze waren in Marcia's heiligdom een prachtig
vertrek, behangen met zeegroen satijn en vol
Sèvres porselein. De kamer was achthoekig en de
ramen keken uit naar verschillende kanten, er
was een groot balcon vol planten en bloemen,
waar men langs een trap weer toegang kreeg tot
een gedeelte van den tuin vol prachtige planten,
bloemen en fonteinen, dat den naam droeg van
„mevrouw's tuin".
Leslie was sprakeloos van bewondering. Ze
dartelde als een vlinder om al de schatten in de
kamer of liep naar 't balcon, om van daaruit aan
haar enthousiasme lucht te geven.
,,'t Is of je een betooverde prinses bent in een
betooverd slot, Marcia," lachte ze. „Besef je wel
half, hoe gelukkig je bent
Marcia kreeg een kleur, maar niet om wat Leslie
zei. Haar scherp gehoor had 't geluid van Marcus'
voetstappen opgevangen, 't Volgend oogenblik
kwam hij, in rijcostuum, de trap naar 't balcon op
en begroette de vriendin van zijn vrouw kalm,
maar hartelijk.
Marcia ging naar binnen naar de theetafel en
liet de twee alleen om de kennismaking te her
nieuwen. Dat was niet moeilijk met een levendig,
geestig schepseltje als Leslie. Van 't begin af had
ze Marcus sympathiek gevonden. Zijn krachtige
persoonlijkheid trok haar aan. Ze bewonderde
hem om zijn echt mannelijke kwaliteiten, zijn ener-
VRIJDAG 14 NOVEMBER 1930
gie en zijn werklust. Weer kreeg ze de overtuiging,
dat hij de geschikte man voor Marcia was. Maar
toch begreep ze, dat man en vrouw elkaar nog niet
gevonden hadden. Er was iets tusschen hen. Ze
waren nog steeds zeer gereserveerd tegenover el
kaar. Ze geloofde echter niet, dat een van de twee
spijt had over den gedanen stap. Ze zagen er niet
ongelukkig of teleurgesteld uit. Maar iets was er
toch niet in orde. Misschien zou de tijd haar leeren,
wat dat „iets" was.
Ze waren alle twee blij met haar komst. Haar
levendigheid bracht een nieuwe stemming in huis.
Haar opgetogenheid over Falconer's Hall met alles,
wat 't bevatte, haar enthousiasme over die mooie
natuur, waarvan Marcus zooveel hield en die ook
Marcia begon te boeien, dit alles stemde de jonge
echtgenooten vroolijker. Marcia leek opgewekter
Marcus sloot zich minder in zijn kantoor op en
zocht alle oogenblikken 't gezelschap van de beide
dames. Ze maakten lange wandelingen of onder
namen rijtoeren, waarbij hij Leslie de mooiste
plekjes liet zien. Van eiken boom als 't ware kende
hij de geschiedenis en hij wist zoo boeiend te ver
tellen, dat Leslie 's nachts er dikwijls van droomde.
Maar niettegenstaande dat, drong ze steeds op nog
meer verhalen aan en in 't woeste heuvelland
bestonden nog heel wat spookgeschiedenissen.
„Hij vertelt ze, of hij alle verhalen met eigen
oogen gezien heeft," zei ze lachend tot Marcia,
toen ze eens met hun tweeën in den tuin liepen.
Marcus was naar de mijnen gegaan en moest
misschien wel een paar nachten op Wold Hall
blijven, 't Was zijn eerste afwezigheid sinds de
komst van Leslie en 't meisje had hem verklaard,
dat 't vreeselijk stil zou zijn gedurende zijn afwe
zigheid. Nu zij met Marcia alleen was, kon ze vrij
uit over hem spreken op den half spottenden, maar
ernstig gemeenden toon, die haar eigen was.
„Heb ik je niet altijd gezegd, dat hij niet van
deze eeuw is Hij behoort tot een heel ander tijd
perk I Toen er nog reuzen op aarde rondliepen I
Ik hoop, dat je trotsch op hem bent. Ik zou 't zeer
zeker zijn, als ik een man had, zooals hij 1"
Maar Marcia zweeg en glimlachte zelfs niet.
Een pijnlijke trek kwam op haar gezicht en
Leslie merkte 't.
„Marcia, je hebt iets, wat je hindert. Kun je 't
me niet vertellen
693
Marcia zei langen tijd niets, toen antwoordde
ze ..Ik wil 't je graag verteilen, Leslie. Ik heb er
allang naar verlangd mijn hart eens te kunnen
uitstorten. Misschien wordt mijn angst minder, als
ik 't vertel. Maar ik wil niet onbillijk zijn tegen
over Marcus. En-hoewel ik soms geprobeerd heb
om hem er naar te vragen, heb ik 't nooit over
mijn lippen kunnen krijgen."
Leslie's nieuwsgierigheid was in hooge mate
opgewekt, maar ze wilde 't niet zéggen, uit angst
vertrouwen te dwingen.
„Je moet doen, wat jezelf 't beste oordeelt,
Marcia. Als ik je helpen kan, zal ik 't graag doen
Maar ik heb altijd gedacht, dat de man de aange
wezen persoon was om zijn vrouw te helpen - - voor
al een man als Marcus."
„Je ma g hem graag, Leslie. Dat heb
ik van 't begin af gemerkt en dat maakt
- 't voor mij gemakkelijker. Je zult dus
niet te gauw kwaad van hem denken
Ik geloof, dat ik dit heel moeilijk zou
kunnen. Hij heeft iets, dat me buiten
gewoon aantrekt. Toch vind ik iemand
niet gauw sympathiek. Ik geloof, dat ik
als bij intuïtie voel, dat je hem ver
trouwen kunt."
„Dan zal ik 't je vertellen, Leslie. Mis
schien zie jij licht, waar 't mij allemaal
duister is. Leslie, veronderstel eens
veronderstel eens dat je getrouwd
was en dat je daarna hoorde dat men
beweerde dat hij dat hij zijn vriend
vermoord had wat zou je dan doen
Leslie bleef staan en keek haar ver
wonderd aan.
„Wat bedoel je daarmee, Marcia?"
Toen vertelde Marcia haar alles haar
achterdocht, haar twijfel, door de woor
den van een kind opgewekt, versterkt
door de manier van haar man, toen hij
over den ouden Raleigh gesproken had.
nog grooter geworden -door de bedekte
toespelingen van haar bezoeksters en de
opmerkingen van haar kamenier. Uit dat
alles had ze opgemaakt, dat 't verleden
van Marcus Drummond 'n geheim verborg.
„Hij vertrouwt me niet, Leslie. Hij
vertelt me niets. Hij laat me alles van
anderen vernemen maar zelf zegt hij
niets. Ik ben toch zijn vrouw. Ik heb 't
recht om alles uit zijn leven te weten."
Marcia zweeg plotseling, ze voelde, dat
de oogen van Leslie op haar rustten met
een blik, welks meening ze dacht te
begrijpen.
„Je denkt misschien, dat ik zoo niet
mag spreken. Ik heb altijd gezegd, dat
ik geen illusies had, dat ik niets van
zijn verleden wilde weten. Leslie, toen
ik dat zei, was ik nog niet getrouwd.
Ik begreep nog niet
Weer zweeg ze. Kon ze een ongetrouwd meisje
duidelijk maken welk een band er bestond tusschen
man en vrouw Deze twee maanden waren Marcia
zelf een openbaring geweest. Maar hoe kon ze dat
uitleggen zij, die haar eigen gevoelens niet be
greep
„Heb je hem ooit iets gevraagd, wat hij weigerde
je te vertellen vroeg Leslie.
Marcia zweeg. Toen antwoordde ze trotsch
„Ik moet niet hoeven te vragen. Ik heb een hekel
aan vragen. Ik geloof, dat ik dan maar liever niets
hoor. Als er iets te vertellen is, moet mijn man dat
ongevraagd uitleggen."
„Wel," sprak Leslie nadenkend, „laten we de
zaak nu eens van zijn gezichtspunt bekijken
Marcus heeft ook zijn trots. Oh, ja, Marcia, in dat
opzicht geven jullie elkaar niets toe. Hij heeft je
verteld, wat hij je zou geven, als je met hem trouw
de. Hij heeft prachtig woord gehouden. De voor
waarden van 't contract zijn van weerskanten
nagekomen. Maar dit vertrouwen dit terug
dringen in 't verleden was niet in den koop besloten.
Als jij 't niet vraagt, hoe kan Marcus dan weten,
dat je 't graag wilt hooren En denk aan 't bekende
spreekwoord„Qui s'excuse, s'accuse."
„Je gelooft dus niet, dat hij 't gedaan heeft
Ik geloof heelemaal niets, 't Lijkt op een legende
uit deze woeste streken. Wat ik volhoud is, dat
wanneer er in zijn verleden iets is, dat jij behoorde
te weten, Marcus 't je voor 't trouwen verteld zou
hebben." (Wordt voortgezet)
Broer.