m VRIJDAG 14 NOVEMBER 1930 No. 3^ Boomenweelde in het Noord- Bevelandsche landschap. We hebben de knot wilgen, die in keurige rijen marcheeren langs de slooten In de weiden. De trotsche kastanje in de Dorpsstraat van Sint Laurens. Wij Zeeuwen een nuchter volk, dat toch van poëzie houdt. Vroeger tenminste. Hoe veel dichtwerken zijn er in den loop der tijden, vooral in de gouden eeuw, niet in Zeeland verslonden En nu leest men geen gedichten meer. Deze liefhebberij is met den laatste der groote volksdichters, Tollens, begraven. En toch.. En toch kunnen we de stemming die deze najaars dagen in ons opwekken niet beter uitdrukken dan de Duitsche dichter Rilke in een van zijn verzen deed. En ik zal het er op wagen, het hier te vertalen Herfstdag Heerhet is tijd. De zomer was zeer groot. Leg nu uw schaduw op de zonnewijzers, En laat de winden op de velden los. Beveel de laatste vruchten rijp te zijn, En geef haar nog twee Zuidelijke dagen Dan is met haar de zomer heen. Wil jagen de laatste zoetheid in den zwaren wijn. Wie nu geen huis heeft, bouwt er zich geen meer, Wie nu alleen is, zal het zeer lang blijven, Zal waken, lezen, lange brieven schrijven, En zal in 't bosch onrustig heen en weer zoekende gaan, terwijl de blaren drijven. Herfst, weemoed. De zomer is voorbijde eerste hagelbuien hebben hun intocht gehouden, de velden worden leeg en kaal. En de boomen verliezen hun bladeren. De boomen. We hebben in Zeeland veel mooie boomen. We hebben de knotwilgen, die in keurige rijen marcheeren langs de slooten in de weiden. We hebben de zilverbladige populieren, een zaam zingend op kronkelende dijken. En er zijn de stoere olmen, die men overal ziet en blijft zien ondanks de veel verspreide ziekte die overal haar slacht offers maakt. Dan vinden we nog, spaar- zasm hier en daar, andere soorten kas tanjes met hun boeketten roode of witte bloesems en koperroode beuken met zware, ineengedrongen stammen en trotsche kruinen. Maar de boomen zijn niet overal eender. Het mooist zijn ze, waar ze onbeschut staan, blootgesteld aan den invloed van weer en wind. Dat is op Schouwen. Daar, in het duinlandschap vindt men prachtige exemplaren scheef gegroeid onder den invloed van den wind. Een Vlaamsche schilder, dien ik er heen bracht, schilderde ze als menschenge- stalten met wanhopig zwaaiende armen... En die impressie wekken ze ook op. Men zie slechts naar de foto met de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 2