IN GES HET GENOEGLIJK! VERAANGENAAMT IV yiet dit „in gesprek" bedoelen we niet het stereotiepe ant woord, dat de telefoonjuffrouw ons, vóór de mechanische aan sluiting, dikwijls moest geven, neen, we meenen hiermee het ge noeglijke praatje, dat het leven zoo vaak veraangenaamt. Zoo eens even een aanspraakje, het wisselen van enkele onbeduidende woordjes, kan als zonneschijn in de samenleving zijn. De gemoede lijke mensch zal er dan ook gaarne „De beestjes brachten nog wel goed grid op. toe overgaan. Als hij een familielid vriei hier of daar, „stopt" hij even in d( n voc en ontspant zich. Het vriendelijke plaatje i oase langs den zanderigen weg vflj alk afleiding, een rustje, een geestelijk» Care trouwelijkheid, een portie vriendschap, wi genoegen, een flitstje interessantheid.' 't „Ik wou, met Sint Niclaas, zoo graag een spoortje hebben en een k l'tru prenteboek, enne „Beslist, ik reed Doorzichtig, maar dat oude heertje slak erg dom oner. Gelukkig liep alles goed af." „Eens in de weck kook ik erwtensoep. Daar smullen ze dan allemaal extra pan". N „En, gaai 't goed met het kleintje, mevrouw „Ja, uitstekend. Dank U voor de belangstelling I' „Als „ie" mij nu maar geen beurt geeft, parimiddag, mant ik weet er geen snars pan".

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 10