k it No. 36 VRIJDAG 21 NOVEMBER 1930 715 Hij bracht den wagen plotseling tot stilstand en beet haar toe „Toch zult u de weddenschap verliezen Stella schrikte en een gloeiend rood bedekte haar wangen. „Oh 1" stamelde zij pijnlijk. „Oh Keene leunde bedaard achterover en haalde zijn sigaretten te voorschijn. „Ik hoorde vanmiddag heel toevallig, wat uw broer zeide," sprak hij langzaam. Hij haalde zijn schouders op en keek met koelen blik in haar bleek, vertrokken gezicht met de onnatuurlijk groote oogen. „Dan waarom nam u mij in uw wagen mee," vroeg zij. „Om u op mijn gemak te zeggen, wat ik van u en uw soort denk," zeide hij scherp. Stella haalde moeilijk adem. Zij wist, hoe hij over haar dacht. Hij hoefde er niet meer over te praten. „Als 't u blieft, zeg niets," verzocht zij. Ik. ik kan het niet verdragen." Hij lachte cynisch. „Niet verdragen Uw soort hoort nooit graag de waarheid, wel Egoïstische, oppervlakkige „Houd op I" schreeuwde zij. „Houd op, hoe durft u „Durven, waarom niet „Oh, ik haat me er zelf al genoeg om. Praat toch niet verder I" „Dat geloof ik niet denkt u, dat u er werke lijk in geslaagd zou zijn, mij aan uw voeten te brengen Dat is toch waarlijk al heel kinder achtig 1" Hij sprak tot haar als tot een hartelooze, dwaze flirthij lachte haar als een kleine zottin uit. „Wat is u wreed," hijgde ze. „Ik bèn er mee begonnen, goed, doch ik ging er niet mee door. Ik vergat de geheele weddenschap...." Hij lachte. „U bent toch niet van plan mij te vertellen, dat u al dien tijd van mij hebt gehouden zeide hij luchtig, zoodat haar schaamte in woede ver- De jongste menxchenkinderen, die de Noordpool bezochtenz'yn de beide zoontjes imn kapitein Donald MacmilUan, die geregeld de ijszeeën benuurt. anderde. ,,'t Zou niet prettig voor u zijn, want ik ben getrouwd." Hij ontmoette haar oogen en 'n blik daarin verschrikte hem. In ieder geval verdween zijn spot en sarcasme hij nam het stuur en startte. Den geheelen weg tot Stella's huis sprak geen van beiden. Zij glipte uit den auto en keek hem aan. „Ik haat u," zeide zij langzaam. „Mijn God, wat haat ik je, John Keene Des avonds vroeg Tom zorgeloos„Wel, krijg ik de schoenen of niet Er kwam geen ant woord. Opkijkend be merkte Tom de doode- lijke bleekheid van Stella's gezicht. „Zeg eens, meisje, wat scheelt eraan vroeg hij verschrikt. „Jouw John Keene," zeide het meisje met een vreemden glimlach, „is een afschuwelijke man." Op denzeifden zachten, lusteloozen toon vertelde zij hem wat er was voorgevallen. „Getrouwd riep Tom verbaasd uit. „Ge trouwd Daar had ik niet het flauwste idee van. Hij heeft er trouwens nooit over gesproken. Het spijt mij, kindje," zeide hij ernstig, „als ik geweten had „Je hoeft er geen spijt van te hebben," viel zijn zuster uit, „ik denk, dat ik mij wel zal kunnen wreken." „Wreken Hoe Wat meen je „Er is een man, die John Keene zoekt. Ik denk, dat het zijn vijand is. Ik weet toe vallig, waar die man woont." „Goede hemel, wat heb je gedaan vroeg Tom. „Ik heb een boodschap aan dien man ge zonden, waar hij John Keene vinden kan." Er viel een stilte in, die Tom verbrak met den uitroep „Ik wilde, dat je het niet gedaan had. Keene mag zijn, wat hij wil, maar hij kan daar in Afrika wel 'n bitteren vijand gehad hebben en 't kan zijn dood beteekenen Stella sprong op en rende de kamer uit. Een half uur lang drentelde Tom beslui teloos door de kamer. Eindelijk besloot hij naar zijn vriend te gaan, toen hij plotseling door motorgeronk opschrikte en naar het raam snelde. „Hé!" riep hij. „Hé!" toen zijn eigen motor den weg afschoot, een wolk van stof achterlatend. „Stellariep hij. „Stella, wat ga je doen In Stella's brein, terwijl zij op haar broer's motor voortjoeg, hamerde maar één gedachte „Het kan zijn dood beteekenen Door een boodschap naar dien rood- harigen man te zenden, had zij blindelings gehandeld alleen om John Keene te kwellen. Na Tom's waarschuwende woorden was zij opeens gaan beseffen, wat zij gedaan had. Bij het huis op den heuvel gekomen, wierp zij den motor neer en sprong door de openslaande deuren in een kamer, waar licht brandde. In een flits zag zij, dat de roodharige man met een revolver in zijn hand bij de tafel stond. Zij wierp zich tusschen de mannen. „Om 's hemelswil, schiet niet," hijgde zij ademloos. Een groote vergissing, miss Wayne," zei de roodharige man eenigen tijd later. Hij wendde zich glimlachend naar Keene. „Toen ik je geweer stond te bekijken, moet ik er werkelijk als een gevaarlijk individu hebben uitgezien." Het nieume Lenin Mausoleum op het Roode Plein te Moskou. Hij wendde zich tot Stella. „Weet u, waarom ik hem zoo graag wilde vinden Om hem iets te zeggen, dat is alles „Will," zei Keene. „Ik wil, dat jij precies aan miss Wayne vertelt, welk nieuws je mij kwam brengen." De andere man keek wat verbaasd. „Vertel het haar," zei Keene knikkend. „Ik kwam hem zeggen, dat zijn vrouw dood is. Zij werd gedurende tien jaar in een gesticht in Kaapstad verpleegd. Zij stierf acht maanden geleden en ik heb steeds naar John gezocht. Hij was naar Engeland vertrokken en ik volgde hem." „Maar u vroeg Stella zwak. „Wie is u „Ik ben zijn zwager." De roodharige man schudde zijn ontroering van zich af en greep John's hand. „Ik ga nu weg; ik ben blij, dat ik je gevonden heb." Hij groette Stella en verdween toen in de duisternis. Het meisje stond op en zeide langzaam „Nu kan ik wel gaan," maar toen zij zich be woog, kwam John Keene naderbij en versperde haar den weg. „Wacht," zeide hij, haar bij den arm grijpend. „Waarom kwam u hier?" Stella hervond haar trots en haar hoofd op heffend, antwoordde zij „Ik zond dien man een boodschap ik liet hem weten, waar u woonde. Ik dacht, dat hij uw vijand was." „En u kwam kijken, of hij mij al vermoord had vroeg hij met een raadselachtigen lach. Zij keerde zich van hem af en haalde haar schouders op. Zij had geen woorden. Zij kon niet liegen, en de waarheid zeggen, zou haar met schaamte vervuld hebben. Plotseling voelde zij zich in zijn sterke armen gevangen, hoorde hem fluisteren „Stella, weet je, wat ik vanmiddag met je gedaan zou hebben, als ik geweten had, wat Will mij nu verteld heeft Zij keek naar hem op en zag, dat hij teeder glimlachte. „Ik zou met je weggereden zijn. Oh, niet dade lijk. Ik was erg boos op je, vreeselijk boos. Maar toen je mij vertelde, dat jij met je gewone flirt spelletje niet meer docr kon gaan en ik je zeide, dat ik getrouwd was, las ik de bekentenis in je oogen. „Hij lachte wat en hield haar innig omvat. „Het was het bitterste moment in al die jaren van eenzaamheid. Dit te lezen in je oogen.... en te weten, dat ik gebonden was Stella, wil je mij zeggen, waarom je terug kwam Stella keek hem lang aan en in dat oogenblik smolt al haar schaamte en bitterheid van de laatste uren weg. Zij sloeg haar armen om zijn hals en hief haar lippen naar de zijne. Ik denk, dat je 't wel weetJohn," fluister de zij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 15