SProfessor SP,hem SP,ruttelt De cape behoorde aan Emmons. Ze griste het kleedingstuk van den haak en wierp het zich om de schouders. Het zou het „zak- en-asch-costuum" verbergen voor die paar oogenblikken. Zij zag Edmond, vóór hij haar zag. Hij stond in de ruime portiek en keek uit over de baai. Met 'n haaitige beweging sloeg ze de cape tot aan haar kin dicht. Toen trok ze Edmond's aan dacht door de kruk van de deur om te draaien. Hij draaide zich haastig om. Een stralende glimlach verspreidde zich over zijn gelaat, toen zij 'n schrede terugging om hem binnen te laten. „Miss Holiday, is mijn tante thuis vroeg hij. Hij keek In de groote, donkere oogen, die tot de zijne waren opgeheven en vond ze liefelijk. Rita schudde het hoofd. „Ze is uitgegaan," antwoordde ze bevend, „maar ze zal spoedig terug zijn. Wilt u niet binnenkomen Hoe dankbaar was ze voor Bertha's cape! In haar verwardheid dook zij zoo diep moge lijk in de beschermende vouwen, en wenschte, dat haar hoofd er ook maar onder zat. Zij ging hem voor naar het salon, dat uit zag op de van zuilen voorziene loggia. „Laat mij uw hoed ophangen," zei zij. Nu was Edmond niet van plan geweest, een oogenblik langer te blijven, dan hij voor Willard's boodschap noodlg had, maar hij reikte haar zijn hoed over en bleef haar staan gadeslaan, terwijl zij zich naar de hall begaf, de cape als 'n neergelaten zeil om zich heen. Toen zij wederom te voorschijn kwam, barstte hij jongensachtig los „Ik weet niet, of u het gehoord hebt of niet, maar mijn vak is de schilderkunst. Wat denkt u ervan, voor mij ais model te poseeren Als het goed wordt, zal Hillard het misschien geëxposeerd kunnen krijgen. Ik heb twee portretten van mijn moeder heelemaal alleen gemaakt en ze lijken uitstekend. Wat zegt u?" Ze had voor het oogenblik eigenlijk niéts te zeggen. Eén gedachte overheerschte in haar brein en deed haar verlicht ademen. Hij wist niets van dien vloek, die op haar rustte. Miss Blackstone had hem er nog niet over gesproken. En ook niet over de zure druiven en de slechte tanden 1 Had zij dat gedaan, dan zou hij niet zoo hartelijk zijn geweest. „Hoe denkt u er over?" vroeg hij wederom, glim lachend. „Ga zitten, en laat ons wat praten." Beiden namen plaats, Rita op den rand van haar stoel. Hoe fijn vond zij het, dat hij haar waardig had geacht, zijn model te zijn 1 Zij was dat natuur lijk niét, maar de pijn in haar hart was door zijn verzoek toch 'n beetje verzacht. Hij wachtte haar antwoord af, 'n beetje voorovergebogen, stralend, met 'n smeekenden glimlach en 'n warmen glans in z'n blauwe oogen. „Miss Blackstone zou me geen permissie geven, naar het atelier van een schilder te gaan," was alles wat ze kon uitbrengen. „Dat zou ze wél," haastte zich Edmond te zeg gen. „Er zijn wegen, waarop tante Hetty kan bereikt worden. Ik ken ze. Vaak betreden dwaal wegen, waar ik niet verder over zal spreken 1 Laat dat maar aan mij over. Beteekent dat, dat u toestemt, als zij het goed vindt?" „Ja 1" antwoordde ze blozend. „Waarom houdt u toch die zware cape om, miss Holiday vroeg Edmond door 'n plotselinge ingeving. „Het is verschrikkelijk warm buiten." Zij staarde naar den vloer. Het was haar niet ingevallen, dat het wollen omhulsel den jongeman nog dwazer zou toeschijnen dan het ,,zak-en-asch-" costuum. Haar gelaatskleur wisselde tusschen vuurrood en vaalbleek. „Koud is het niet precies," stamelde ze, „maar maar, ik houd zoo van deze cape." Zij had hem een leugentje verteld. Zij kon Bertha's cape niet uitstaan. Ondertusschen bedacht Edmond, wat 'n be koorlijk meisje zij was, even mooi ja, mooier dan alle meisjes, die hij kende. „De sóórt rust beoalt me niet." „O nee, dat is niet de reden, waarom je het draagt," zei hij spottend. „Vooruit 1 Beken eens, waarom u die plunje hebt aangetrokken 1" Ze had één keer gelogen. Ze zou niet opnieuw liegen. Er stonden bijna tranen in haar donkere oogen, terwijl ze hem met fonkelenden blik aan keek. „Ik houd niet van m'n costuum," fluisterde ze. KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. Willard Blackstone is gehuwd met de rijke weduwe Blanche Rixby. Kort nadat hij de leiding over haar warenhuis op zich genomen had, brandde dit af, en sedert dien parasiteert hij met zijn beide zusters, de ongehuwde Henriëtte en de weduwe Agnes Atherton, mitgaders dezer dochter Stella of Estelle, op het vermogen van Blanche. De familie Blackstone tracht met alle middelen een huwelijk tot stand te brengen tusschen Blanche's zoon Edmond Rixby, die juist aan de Universiteit is afgestudeerd en nu wil gaan schilderen, en Stella, die eveneens succesvolle studies beëindigd heeft,maar den eersten prijs zich ontnomen moest zien door een eenvoudig meisje, Rita Holiday, pleegkind van den schrijnwerker Pock. In werke lijkheid isRita een halfzuster van Stella Atherton, inaar heeft, zonder zelfs haar eigen naam te kennen, steeds den naam harer vroeg overleden moeder, Holiday, gevoerd, daar Francis Atherton dit eerste huwelijk tegenover Agnes en de andere Blackstone's geheim heeft gehouden. Nu Francis overleden Is, zou Rita eigenlijk boven Stella zijn voornaamste erfgename zijn. Maar om elke mogelijkheid van aanspraken te voorkomen, ontfutselt Willard Blackstone, op de hoogte van den toestand gekomen, aan Rita's stervende grootmoeder de acte van het huwelijk harer dochter met Francis Atherton. Hij verspreidt lasterpraatjes over Rita's afkomst en vertrouwt haar ter verdere opvoeding aan zijn zuster Henriette toe, die 't kind het leven geheel ondraaglijk maakt. Op Edmond, die haar enkele malen ontmoette, heeft haar verschijning dieper indruk gemaakt. Bij een echtelijken twist over fantastische sommen, die Willard voor zich en zijn zusters noodig heeft, over de kwestie van den warenhuisbrand en over de geheim zinnige behandeling van Rita Holiday, wordt Blanche Rixby door haar man geslagen en daarna wordt zij ernstig ziek. 'Roman door Grace CP^Iiller White „Ik vind 't hatelijk verschrik- 1 A kelijk. Emmons zegt het ook. Ik IN O. 1 JL wenschte het te bedekken. Ik ik kon de gedachte niet verdragen, dat u het zoudt zien." „Ach, onzin I" antwoordde Edmond, die vurig verlangde haar op haar gemak te zetten. „Ik heb het toch gisteren ook gezien I" „Maar toen was het anders dan nu. Het was niet zoo lang. Het reikte slechts tot m'n enkels. Miss Blackstone heeft me gisteravond de zoomen van ai m'n nieuwe costuums laten uitleggen." Ze slikte drie of vier keer en Edmond hoopte maar, dat ze niet zou gaan schreien. „Ach, wat zou dat 1" lachte hij. „Gooi die cape nu af en laat mij zelf oordeelen." „U zoudt me nooit meer aankijken, als ik dat deed," zei ze aarzelend. „Hoe komt u erbij I" en hij schaterde. „Wat soort van manspersoon denkt u dan, dat ik ben Een japon maakt niet het minste ver schil voor mij niet het allerminste." „Werkelijk vroeg zij blozend. „Niets zekerder dan dat 1" stelde hij haar gerust. „Gooi af nu die cape, want u kunt dat kleedingstuk niet dragen, terwijl ik u schilder, moet u weten." „Vooruit dan maar 1" en zij stond op en liet de cape van haar schouders glijden. Edmond stond op en bestudeerde haar critisch. 't Was ongetwijfeld het leelijkste zwarte costuum, dat hij ooit had gezien. „In den rug zakt het uit," merkte hij pein zend op. „En het sleept bijna op den grond," klaagde Rita. „Het mocht van miss Blackstone geen centimeter korter zijn." „Waarom mocht dat niet vroeg hij. „Wat voor gewichtigs zit daar achter Weer verdween de liefelijke blos van het olijfkleurige gezichtje. Edmond was het nog niet met zichzelf eens, of hij haar bléék zou schilderen, hetgeen interessanter zou zijn, óf dat hij haar gelaat 'n weinig zou opfleuren met de rozeroode tint, die zich reeds weder over de bleekheid verspreidde. „Wat zit daar achter?" vroeg hij nog eens. „Zij zegt, dat het voor mijn welzijn is," be kende Rita met zachte, schaamtevolle stem, „en dat is ook de reden, waarom ik die zware schoenen moet dragen. O, wat is het leven toch verschrikkelijk 1" Edmond ging een oogenblik met zichzelf te rade. „Ik dacht daar zoo," zei hij ten slotte, „zoudt u niet graag een nieuw costuum hebben Zoo mooi, als er maar een te krijgen is 1 Niet zoo'n oude klungel." Vóór Rita nog 'n woord kon uitbrengen, kwam Henriëtte Blackstone de kamer binnengestapt. De dame pufte en hijgde, transpireerde niet zuinig en slaakte jammerklachten over de hitte. Zij was van de eene vriendin naar de andere gerend, om het nieuws rond te bazuinen, dat zij en eigenlijk geheel haar familie met moord was bedreigd. Geen wonder, dat zij vermoeid in een stoel neer zonk. Zij merkte haar neef het eerst op en glim lachte. Maar nauwelijks had zij Rita binnen haar gezichtskring gekregen, of haar blik werd streng afwijzend. Even was er een drukkend zwijgen. „Wel, wel, Edmond, dat is een verrassing," zei ze ten slotte hijgend. „Estelle verwachtte je dezen namiddag. Haar oom Willard had beloofd, dat je zoudt komen. Hoe gaat het thuis Is er iets bij zonders, beste jongen „M'n stiefvader stuurt me met 'n pakje en 'n boodschap," antwoordde hij. „Daarna ga ik voor den heelen middag naar Hillard." Henriëtte liet haar uitgespreide vingers den dienst van een waaier verrichten. „Zoo, zoo 1 Je gaat dus weer met verf knoeien," zei ze vinnig. „Aggie zeide, dat je moeder met hoofdpijn te bed ligt. Is ze erg ziek „Nee, dat niet, maar ze is uitgeput, en Dr. Rugby heeft rust voorgeschreven."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 8