LANGS DE WINKEL- ^V*, w** l ^v>" 722 VRIJDAG 28 NOVEMBER 1930 No. 37 e meeste dingen koopt een mensch, oni- 7* dat hij ze ziet. Dit A» I ƒ-» f* geldt natuurlijkvoor- MLM ML JL AMiA wJUW al voor die artikelen, welke niet direct tot de De glanzende panrlen nerlokken dagelijksche gebruiksbehoef- ten behooren. Het spreekt dus vanzelf, dat een winkelier zijn koopwaar zoo dicht mogelijk aan de straat brengt. En niet alleen è&n de straatveel winke liers brengen zelfs hun waren op de straat. In Goes is hierover eenigen tijd geleden nogal wat te doen geweest, in verband met den aanleg van trottoirs. Toen verkochten de winkeliers, zonder dat ze het wisten, mèt hun stoep óók het recht tot uitstallen aan de gemeente. Nu, er valt ook veel voor te zeggen, de koopwaar binnen te houden. En bovendien, waarom zou men het niet doen? Een mensch is per slot van rekening geen hond, wien men een worst onder zijn neus moet houden. Het publiek wordt getrokken door de meest smaakvol ingerichte en best verlichte étalages. Géén overdaad, geen opeen stapeling van goederen, maar een overzichtelijke uit stalling trekt het meest. Geen schreeuwende, maar harmonieerende kleuren. Na tuurlijk hangt het in veel gevallen van het verkoops materiaal af, hoe men etaleert. Maar over 't algemeen kan men toch zeggen, dat die zaken het meeste publiek trekken, welke het eenvou digst zijn ingericht. Althans op den duur. Op de dorpen doet men niet veel aan etaleeren. Men acht dat niet zoo noodig, omdat er maar weinig con currenten zijn. Pas op De stad is een gevaarlijke con current. Velen gaan alléén naar de stad om de win kels te bekijken, en van zelfsprekend wordt er dan ook gekocht. Zoodat het heelemaal niet nutteloos zou zijn, indien dc dorps- winkels ook wat meer werk van hun étalages maakten. Natuurlijk zijn er nog bijzondere lokmiddelen. Men is een winkel vlug voorbijgeloopen, zelfs wanneer hij een keurige étalage heeft. Daarom is het nuttig, dat er een beweeglijk element in de uitstalkast aanwezig is. Sommigen zetten er dan ook een knikkend poppetje of een draaienden molen in althans iets, dat den blik van den voor bijganger trekt, omdat het leeft. Het is niet alleen de koopwaar, die trekt. Ook het uiterlijk van de zaak is van belang. De kleur van de winkelpui heeft soms reeds invloed op den voorbijganger. Ook zijn er veel kleinigheden. Sommige winkels hebben deuren, die moeilijk opengaan of sluiten, 't Lijkt een kleinigheid, maar is zeer belangrijk. CN De étalage die trok I

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 2