Zijn gelaat stond strak en streng, toen hij
zich plotseling omkeerde en het woord tot
miss Blackstone richtte.
„U hebt daar een bewering uitgespro
ken, tante Hetty," zeide hij, „die niet heelemaal
juist is."
„Zoo?" snauwde Henriëtte. „En wélke, als ik
vragen mag
„Het is geen prettige taak voor mij, u te moeten
tegenspreken," ging hij voort. „U zei, dat dit huis
van was, nietwaar
„Welnu
„Welnu," herhaalde Edmond met nadruk, „dit
huis behoort toevallig mij toe." Hij deed een schre
de voorwaarts en aarzelde. „U kunt dat meisje hier
niet slaan, zoolang ik eigenaar ervan ben, tante
Hetty."
Henriëtte stikte bijna van verbazing.
„Wel, goeie genade, heb ik óóit Heb ik óóit
stiet zij uit. „Nee, nóóit 1 Jongeman, ik zal je
moeten verzoeken, je uit uit m'n woning te ver
wijderen."
Edmond trok 'n bedenkelijk gezicht. Daarna
keek hij z'n tante peinzend aan. Z'n positie was
nu sterker geworden. Hij kende haar zwakke plek
en stond op het punt die aan te raken.
„Dat zou gemakkelijk zijn, m'n goeie mensch,
als ik daar lust in had," merkte hij glimlachend op,
„maar dat heb ik nu eenmaal niet. Goeie hemel,
tante Hetty, ziet u nu niet, dat u deze zaak veel te
vér drijft Ik ben overtuigd, dat dit toch niet uw
bedoeling is. Komaan, ik zal een overeenkomst
met u sluiten indien u me belooft, Rita niet te
zullen slaan, zal ik u een stevige chèque voor uw
maatschappelijk werk geven. Wat zegt u daarvan?"
Daarna grijnsde hij haar op 'n brutale, jongens
achtige manier toe.
Miss Blackstone keek naar zijn knap gezicht en
aarzelde. Zij dacht aan den nieuwen naai- en lees-
krans, dien zij wilde stichten. Vóór al het andere
verlangde zij Edmond's stevige chèque En toch
was hij zich wel bewust van wat hij eigenlijk deed
„Edmond, ben je van plan me om te koopen
vroeg ze, terwijl ze hem tegelijkertijd een mageren
vinger toestak. „Ik mag dat niet toestaan, ik mag
dat niet toestaan."
„Ach, 't is niets van dien aard, tante Hetty,"
antwoordde hij luchtig. „Een overeenkomst is geen
omkooperij. Natuurlijk, als u er niet op wenscht
in te gaan, tante Hetty, dan zullen we er niet meer
over praten."
„Welnu, als het een overeenkomst is, als het
een werkelijke overeenkomst is," gaf ze zuchtend
toe, „dan is het volkomen in orde, maar omkooperij
is oneerlijk."
„Dus u zult Rita niet slaan nóóit?"
Tante Hetty's hoofd schommelde voortdurend
op en neer.
Ik zal haar vandaag niet slaan," stemde ze met
'n zuur gezicht toe.
„Nee, daar heb ik niets aan," hernam Edmond.
„U moogt haar nóch vandaag nóch in de toekomst
ooit slaan. Daar is ze te oud voor. Ze is al een jonge
dame 1 U zoudt elk sprankje levenslust in haar ver
delgen. Denk eens aan, tante Hetty 1 Zij heeft de
John Worth-medaille gekregen, wat een geweldige
praestatie is. Ik weet het, want ik heb er ook eens
tevergeefs naar gedongen. Beloof het nu I" en hij
lachte haar vleierig toe „en u ontvangt een stevige
chèque."
„Nu goed dan Ik wensch geen familie-ruzie te
hebben naar aanleiding van dat Pock-meisje,"
met deze woorden verklaarde zij zich gewonnen.
„Maar zij kan niet voor je poseeren. Dat wil ik niet
hebben. Zij moet er nu eenmaal op geoefend wor
den, dat ze een eigenaardige positie in de wereld
zal innemen. Een meisje met 'n bedenkelijke af
komst en die zou haar neus zoo hoog in den wind
dragen Edmond, je moogt je nooit meer bemoeien
met de wijze, waarop ik haar behandel. Heb je
begrepen
„Daarover spreken we later nog wel eens," zei
Edmonu sussend. Hij liet zich in 'n stoel vallen,
strekte z'n lange beenen uit en zuchtte.
Henriëtte sloeg hem met één oog gade het an
dere wischte zij af met een reeds vochtigen zak
doek. „Wat een kerel werd hij al die Edmond
Rixby Wat 'n gedistingueerde verschijning zou
hij zijn in elk salon En met zijn geldmiddelen
„Als ik dan toch een chèque krijg, waarom geef
je ze mij dan nü niet vroeg ze. „Ik kan ze stellig
gebruiken. Ik zit werkelijk erg krap."
Edmond had 'n paar minuten noodig om haar
uit te leggen, dat zijn moeder hem had doen beloven
geen chèques uit te geven zonder haar toestemming.
„Juist iets voor Blanche," mompelde miss
Blackstone.
Hij werd rood, wist echter bedaard te blijven en
ging voort
„Zij heeft misschien gedacht, dat ik zoo'n type
was om heel m'n erfdeel aan ice-cream soda's te
verkwisten 1 We zullen dus moeten wachten, tot
ze beter is. Maar ze zal me wel permissie geven 1
't Is maar 'n kwestie van 'n paar dagen, tante
Hetty. Maar nu ga ik er vandoor, als u het goed
vindt. Hillard zit op mij te wachten."
Nauwelijks had Edmond het huis verlaten, of
Henriëtte ging naar de telefoon. Eén van z'n
opmerkingen had haar een idee ingegeven. Op
de een of andere manier moest zij Rita Holiday
voor haar onbeschaamdheid straffen.
HOOFDSTUK XXII
ZURE DRUIVEN
Dita Holiday wist het oogenblik, waarop Ed-
mond Rixby was heengegaan. Waar was miss
Blackstone nu, vroeg het meisje zich af, terwijl zij
zich onledig hield met het toebereiden van groen
ten, die Emmons had klaargezet. Zij was één en al
oor. Het is een wonder, dat deze kleine organen
niet tweemaal hun natuurlijke grootte kregen, met
zóóveel gespannenheid luisterde zij, of zij niet een
tred, een lichte, schorre kuch hoorde.
„Ik wou maar, dat ze me vertelde, wat ze van
plan is met mij te doen, Bertha," zei ze, terwijl ze
even ophield met haar werk, „en wanneer ze dat zal
doen. Ik raak buiten mezelf van narigheid, wan
neer ik daaraan denk."
„Denk er dan maar niét aan, beste meid,"
adviseerde Emmons op haar ruwe manier. „Het
zal in ieder geval wei niet zoo erg zijn ais je ge
vreesd hadt. Die jonge meneer is weggegaan. Blijf
zooveel mogelijk uit haar bereik, als je kunt, maar,
o goeie genade, ik heb het nog nooit beleefd, dat zij
iets vergat Hoor 1 Daar belt ze al. Ga nu maar
en denk eraan een zachtmoedig mensch is ieder
een de baas
Er was geen zweep in het gezicht, toen Rita
angstig in miss Blackstone's tegenwoordigheid
verscheen. Met 'n paar woorden deelde de dame
Rita mede, dat zij zouden uitgaan.
„Waar denk je, dat ze me heen zal brengen
vroeg het meisje eenige minuten later aan Emmons.
Bertha schudde het hoofd.
„Wilde zij het je niet zeggen vroeg ze. „Niet
Dan zal je moeten wachten, tot je het zelf ontdekt."
Zoo recht als een kaars zat Rita naast miss
Blackstone in de automobiel, terwijl zij voort-
stoven in den heerlijken Augustusdag. Waarheen,
wist ze niet, en ze was ten prooi aan allerlei vage
en angstige vermoedens.
Haar verbazing steeg nog, toen ze van de
Gulf Avenue de Bright Street inzwenkten. Zou
Henriëtte haar terugbrengen naar Bill Als de
Blackstone's haar niet meer in hun omgeving
wilden hebben, dan was ze vrij om tegaan, waarheen
zij verkoos. Niet langer zou zij gebonden zijn door
de wenschen van haar overleden grootmoeder.
Vol blijdschap stelde zij zich eenige oogenblikken
Bill's vreugde voor, als hij haar weer thuis zou
hebben 1 Zij wilde ook wel aannemen, dat Bella
blij zou zijn haar te zien. Ja, ongetwijfeld waren zij
op weg naar Evergreen Island I Warren was de
(Roman door Grace GsWiller White
Farside Road ingezwenkt. Iedere "NI |C
kromming van dien weg was Rita LNO. 1
dierbaar en vertrouwd. In alle
jaargetijden was zij over dien weg naar school
gewandeld, of ook wel gefietst, wanneer de weers
gesteldheid het veroorloofde.
Zonder hun vaart te vertragen, stoven zij den
weg voorbij, die naar Evergreen Island voerde.
Rita zonk met een onderdrukten zucht in de kus
sens achterover. Zij gingen dus niet naar het huis
van Pock 1
In den korten tijd, dat zij over de gladde Back
Bay Drive reden, flitsten allerlei mogelijkheden
door haar geest.
Ten slotte zwaaiden zij een oprijlaan in, indruk
wekkend breed en met vele bochten.
Toen de auto had stilgehouden vóór een paleis
achtige woning en zij waren uitgestapt, ging miss
Blackstone haar vóór de treden van een marmeren
stoep op, en drukte op de bel.
Een deftig, indrukwekkend man in uniform
Rita was niet zeker van zijn officiëele positie
leidde hen in een kamer, zooals zij er nog nooit
een had gezien. Miss Blackstone's kamer, waar
ze „de menschen ondervroeg" leek er klein en
goedkoop bij. Rita vroeg zich nieuwsgierig af, aan
wie dit huis toebehoorde, maar zij durfde niets
vragen.
De deftige man noodigde miss Blackstone uit,
plaats te nemen, en de dame zonk in een stoel.
Zij wuifde met de hand naar Rita, wierp haar 'n
kouden blik toe en beval haar, eveneens te gaan
zitten. Daarna moesten ze misschien een minuut
wachten seconden, die uren toeschenen
aan het meisje, dat maar niet kon ontdekken,
waarom ze daar waren of wie ze straks zouden zien.
Er stonden bloemen overal, in potten en schalen
en vazen.
Zomergeluiden dreven de stilte binnen. Een bij
sprong tegen de rastering van ijzerdraad en bleef
daar hangen aan haar dunne, trillende pootjes.
Rita keek toe, hoe ze zich loswerkte, en eensklaps
was ze weer verdwenen.
Op 'n bedaarde manier werd de deur geopend,
en Rita kon nauwelijks haar oogen gelooven. John
Worth, zijn gelaat één en al glimlach, naderde
miss Blackstone.
„Wel, wel, hoe maakt u het, lieve juffrouw
klonk z'n begroeting, en hij drukte z'n bezoekster
de hand. „Ik ben blij, u te zien. Het is een heerlijke
dag, maar 'n beetje erg warm, vindt u niet
Inderdaad 1" antwoordde Henriëtte, terwijl
ze zijn hand losliet, „en, Mr. Worth, als niet een
dringende plicht me hierheen riep, zou ik vandaag
niet gekomen zijn. U herinnert zich Rita Holiday
Toen keek John Worth Rita aan. Feitelijk waren
twee paar oogen op haar gevestigd. Nooit in haar
leven had zij zóó een schildpad benijd. Zij trok haar
hoofd in en wenschte maar, dat zij een schaal had
om het te bedekken. Waarom had miss Blackstone
haar daar gebracht bij John Worth
„Zeker 1" riep hij uit, met 'n gedempten, wel-
luidenden lach. „Zou ik mij m'n donker paardje
van Evergreen Island niet herinneren Hoe maakt
u het, miss Holiday
Henriëtte liet 'n heesch kuchje hooren, en Rita,
die dat kuchje reeds vele malen had gehoord, en de
beteekenis ervan kende, kon Mr. Worth's hartelijke
begroeting niet met dezelfde munt beantwoorden.
Zij legde nochtans 'n slap handje in zijn stoeren
knuist.
„U is heel vriendelijk," zei ze verlegen.
John Worth was even nieuwsgierig als Rita.
Ook hij vroeg zich af, waarom miss Blackstone dat
lieve, donkere meisje naar zijn huis had gebracht.
Wat was er met het kind gebeurd? Zij was onge
twijfeld niet het vurige, schitterende meisje, dat
zijn medaille had gewonnen
„Ja, u bent goed voor Rita geweest, Mr. Worth,"
kwam Henriëtte tusschenbeide, „en ik herhaal nog
eens, dat mijn plicht mij vandaag hierheen heeft
gebracht. Ik ben een hoogstaande vrouw en kan
niet dulden, dat het kwaad ongewroken blijft.
Rita heeft u iets te vertellen en wel de reden
waarom zij de medaille moet teruggeven."