No. 38
VRIJDAG 5 DECEMBER 1930
755
deed herinneren maar ik dacht er niet verder
over na."
Ernstig, onderzoekend, keek ze hem aan. Wat
was 't toch in dezen man, dat haar zoo aantrok
De wetenschap, die ze nu in zich omdroeg, dat hij
zich al eenige jaren had laten belasteren, omdat hij
een ander wilde beschermen En 't verlangen
kwam in haar op haar best te doen om hem en zijn
vrouw tot elkaar te brengen en ze zei„Marcus,
mag ik je een heel onbescheiden vraag stellen
Vind jij, dat j.e Marcia goed behandelt
Geen man zou Marcus een dergelijke vraag heb
ben durven stellen. Leslie schrok van haar eigen
stoutmoedigheid. Maar nu ze eenmaal a gezegd
had, moest ze ook b zeggen.
„Wil je je niet wat duidelijker uitdrukken
vroeg hij kalm.
„Goed," antwoordde ze, beurtelings rood en
bleek wordend. „Ik had je er al eerder over willen
spreken, maar jij bent niet de man dien men
gemakkelijk kan waarschuwen. Weet je, dat je je
aan gevaar blootstelt, als je hiermee verder gaat
En vind je 't eerlijk tegenover Marcia om risico
te loopen terwille van een gevoel van eer
Zijn oogen schenen door haar heen te kijken,
maar geen spier van zijn gezicht vertrok. Hij leunde
tegen de balustrade en zei rustig
Ik vind niet, dat je nu duidelijker bent."
„Ik meende, dat je me zonder verdere uitlegging
wel zoudt begrijpen."
„Dan vergis je je. Op welk gevaar doel je?
En wie heeft je bang gemaakt
„Ik zeg niet, dat ik bang ben maar als je 't
weten wilt, zal ik 't je wel zeggen. Ruth Raleigh
heeft me gewaarschuwd. En hoewel ze 't niet zei,
geloof ik toch, dat ze haar vader bedoelde."
„Oh," antwoordde Marcus, „dat is een oude
geschiedenis."
„Hoe langer men op wraak bedacht is, hoe
zwaarder de slag kan treffen," meende Leslie,
..nieuwe wapens kunnen gebruikt worden. Waarom
blijf je den man beschermen, die Luke Raleigh
vermoord heeft
Ze hijgde van opwinding en toen hij niet ant
woordde, barstte ze plotseling uit
„Je weet, dat hij niet in je alibi gelooft. Hij is
je ergste vijand. Ebenezer Raleigh kan meer kwaad
stoken dan je misschien vermoedt."
„Ik geloof 't niet. Ik ben tamelijk goed op de
hoogte van zijn plannen. Hij kan 't me wei lastig
maken, maar hij zal me niet overvallen. Intusschen
dank ik je wel voor je waarschuwing en Ruth Ra
leigh voor haar goeden raad.
Maar zij weet alles."
„Wat weet ze?" vroeg
ze ademloos.
„Wat dien nacht op
Wold Hall gebeurd is."
„Ze weet dus, dat je er
niet was
„Dat is tegenover de
heele wereld bewezen."
„Ze weet dus, wie er
wel was
„Zeer zeker. Ze was er
zelf ook."
„Waarom vertelt ze
dan niet, wat ze weet
Glimlachend keek hij
haar aan.
„Waarom vraagje haar
dat zelf niet
„Zeg jij 't me," smeek
te Leslie vurig. „Er is
een geheim, en ik wil 't
weten oh, ik moet 't
weten 1 Zeg 't me wil
je me niet vertellen, wat
't allemaal beteekent
Ik zal 't Marcia zeg
gen wanneer ze me er
naar vraagt," antwoordde
Marcus nog altijd even
bedaard. „Ze heeft 't
recht om 't te weten
als ze dat wil. Die beslis
sing staat aan haar. Je
zult wel begrijpen, Leslie,
dat zoolang ik er nog
liriiasenxchoonheid in nuil-IMfl.
niet met mijn vrouw over gesproken heb, ik 't
met niemand anders kan doen."
Na dit gezegde vond ze hem nog sympathieker.
Ze wist, dat hij gelijk had. Maar haar nieuwsgierig
heid was nog grooter geworden. Ze wist, dat ze
van hem niet wijzer zou worden. Maar toch kon ze
nog niet zwijgen.
„Als je jezelf noodeloos aan gevaar blootstelt
om welke oorzaak dan ook, doe je Marcia onrecht.
Je leven, je veiligheid, behooren niet alleefl aan
jou. Je moet aan haar denken, ais je 't niet aan
jezelf doet."
Weer keek hij haar aan met denzelfden door
dringenden blik van een oogenblik geleden.
„Denk je dan dat Marcia er belang in
stelt vroeg hij langzaam en nadrukkelijk.
Leslie wierp haar hoofd achteroverhaar oogen
kregen iets uitdagends.
„Dat kun je haar beter zelf vragen," antwoordde
ze. Toen liet ze hem alleen in 't maanlicht, een
indrukwekkende gestalte, een standbeeld van
brons, en ze ging terug naar de kamer, waar ze
Marcia met Ennisvale had achter gelaten. Ennis-
vale had nog nooit een geheim voor zijn zuster
gehad, ook nu had hij niets te verbergen. Ze hadden
druk en vertrouwelijk zitten praten en Marcia zag
er opgeruimder uit dan ze in lang gedaan had.
Ennisvale stond op om Marcus te zoeken en
Marcia keek hem glimlachend na. Daarna wendde
ze zich met stralende oogen tot haar vriendin.
„Heeft hij 't jou ook verteld Ik had er geen idee
van. Zijn auto is een cadeau van Marcus. Aan een
kant ben ik blij, want Ennisvale kan zich nog niet
zulke groote uitgaven veroorloven. Marcus be
schouwt Ennisvale net als een eigen broer. Dat
zegt hij zelf."
„Aardig van hem," stemde Leslie in. „Marcia,
ik zeg je nog eens, dat je een gelukkige vrouw bent.
Je beseft niet half je geluk."
Marcia antwoordde niet. De tijd, dat ze op zulk
een gezegde half Ihchend, half spottend iets terug
gezegd had, was voorbij. Marcus was niet langer
een koning uit een schaakspel een stroopop,
waarmee geen rekening behoefde te worden gehou
den. Hij begon nu een deel van haar leven uit te
maken, wat ze eerst niet'mogelijk had geacht. Maar
hieraan dacht Marcia niet op dat moment.
„Ennisvale heeft me iets verteld," zei ze.
Leslie lachte, liep naar de piano en sloeg een
paar toetsen aan. Marcia liet haar even doorspelen,
ging toen naar haar vriendin toe en legde de hand
op haar schouder.
„Is 't waar, Leslie?" vroeg ze.
Leslie draaide zich als een wervelwind om haar
gezicht gloeide, maar 't was, alsof ze plotseling iets
waardigs in haar houding kreeg.
„Waarom vraag je me dat, Marcia?"
„Niet om me in je vertrouwen te dringen, Leslie,
als je me dat niet vrijwillig geven wiltmaar je
wist alles van mijn verloving, waarom mag ik
dus niets weten van de jouwe, die me zoo heel veel
pleizier zou doen
„Je loopt den tijd vooruit, Marcia."
„Maar misschien niet zoo heel veel vooruit
Ennisvale hoopt 't. 't Is altijd de wensch geweest
van moeder en van mij ook. Leslie, is 't waar
Worden we zusters?"
Leslie lachte; ze begon door de kamer te dansen,
als wilde ze den ernstigen blik niet ontmoeten van
Marcia. Deze voelde, dat er toch iets niet heelemaal
in orde was.
„Laten we toch alsjeblieft 't leven niet te ernstig
opvattenriep Leslie, maar haar vroolijkheid
klonk opgeschroefd. „Dat is juist de grootste aan
trekkingskracht van Ennisvale hij neemt 't leven
niet te zwaar. Daarom passen we zoo goed bij elkaar.
Is er een geschikter huwelijk denkbaar Je moeder
wil 'tje vader vindt 't goed. Ik heb wat geld
en nu de bezittingen niet langer bezwaard zijn,kan
hij Ennisvale ook een behoorlijk jaargeld uitkeeren.
We mogen elkaar graag, hij begint me nu 't hof te
maken en doet dat werkelijk leuk, haast weet hij
zichzelf te overtuigen, dat dit nu 't echte isWat
kun je dus nog meer verlangen
Maar Marcia's gezicht bleef ernstig. Niettegen
staande zij met open oogen een „huwelijk zonder
liefde" gesloten had, klonk er toch een valsche
toon in Leslie's scherts. Maar toch hield ze van
EnnisvaleMarcia had gezien, hoe hartelijk 't
meisje haar broer begroet had. Meer nog, ze was
overtuigd, dat 't Percival Eastlake ook opgevallen
was. Daarom had Marcia de verloving al verwacht,
maar nu was ze niet voldaan over Leslie.
Leslie viel op een stoel neer en sloeg de handen
boven 't hoofd ineen, een geliefkoosde houding van
haar, wanneer ze zich thuis voelde.
„Oh, Marcia, 't is allemaal zoo vanzelfsprekend.
Een heel geschikt huwelijk met een beminnelijk
jongmensch Ik word een vroolijke jonge gravin
en later de statige slotvrouwe. Kun je je iets beters
indenken Zeg, Marcia, wat is 't nu eigenlijk, iets
prachtigs of iets bespottelijks? Vertel jij 't me,
want zelf weet ik 't niet."
(Wordt voortgezet)