ücufe IHnda's Door NELLY A. OFFER HAUS 774 VRIJDAG 12 DECEMBER 1930 No. 39 De hardsteerren stoep met de drie treden wees ge biedend den weg naar de zware massieve voordeur met den blinkend-koperen belieknop. En op het groote bord stond in kloeke letters te lezen: „Dr. J. W. Verhaeren, Zenuwarts". De twee ramen rechts en het eene links van de deur waren hoog en smal en de streng gesloten vitrages weerden eiken onbescheiden blik met kille hooghartigheid. Rechts bevond zich de sober-ge- meubeide eetkamer van den dokter en links 'tZon- dagsche pronk-kamertje van Jans, de oude huis houdster. Boven, aan 't eind van de iange smalle trap, was de deur met het bordje „wacht kamer" en daarnaast het heilige der heiligen de spreek- en stu deerkamer van dokter Verhaeren. De dokter zat aan z'n bureau- ministre en het late middaglicht, nog gedempt door het glas-in-Iood der raambovenstukken, viel op z'n stemmig, mat getint gelaat met het sprekend donker gepenseelde snor retje. Z'n slanke rechterhand hield een ivoren vouwbeen omklemd, ter wijl hij met de linker z'n kin onder steunde en geabsorbeerd scheen in de letters van het lijvig boek deel, dat open voor hem lag. Buiten, op het Marktplein, waar het deftige patriciërshuis stond, galmde de torenklok acht slagen. Dokter James William Verhaeren keek op, onderdrukte een lichten geeuw. Dan schoof hij z'n stoel geruisch- loos over 't dikke tapijt achteruit, stond op en begon met stijve, onwennige passen door de kamer te wandelen. Bij het raam toefde hij even, keek tersluiks door de vitrage naar beneden, waar af en toe iemand voorbijging en luisterde naar 't holle geluid van de wegstervende voetstappen. Dokter James William gaapte nu eerlijker en sprak op gedemp- ten toon tegen zichzelf„Weer niemand.... hoe lang nog...." Plotseling klonk 'n auto-signaal en joegen twee felle lichtbundels door de vallende schemering. Toen knarsten de remmen, een portier sloeg dicht. Door 't stille huis trilde als een noodkreet de hooge electrische schel. Dokter Verhaeren haastte zich naar z'n bureau, knipte de mat- groene lamp aan, sloot dan be hendig de zware overgordijnen en scherp elk geluid. De deur van de wachtkamer werd geopend en zacht weer gesloten. Met z'n horloge in de hand bleef dokter James staan en wachtte met een tergend geduld precies vijf minuten. Dan kuchte hij even, borg het horloge op, ging met energieke passen naar de communi catiedeur, draaide den knop om.... In één moment had hij alles in zich opgenomen i' het kleine donkere figuurtje in het felle licht, de groote verschrikte oogen in het blanke gezichtje en de onzekere stem, die„DageBlik" zei en toen plotseling afbrak. ..Loekie," sprak hij verbaasd en hij merkte hoe de groote teleurstelling vergleed in een warm- vriendelijk gevoel. „Ik stoor misschien," ging de stem nog wat aar zelend verder.... „je.... liet me zoo lang wach ten.. ik wist natuurlijk niet dat je 't zóó druk had. „Kom binnen kind, hoe is 't met je?" Loekie keek wat geïntimideerd de kamer rond en liet zich gewillig naar 'n diepen fauteuil leiden. Ze slikte een paar keer zenuwachtig. „Ik.... vind het hier dood-eng, Blik," zei ze, „er zijn in dit huis vast veelmenschen dood gegaan." Dokter Verhaeren lachte, knipte de middenlamp aan, zoodat een getemperde warm-roode gloed de strenge kilte verzachtte. Loekie zuchtte verlicht. „Nu ken ik je ten minste weer," sprak ze.„maar ben je ziek geweest. wat zie je er raar uitwat is dat voor een gedoe onder je neus Spaar meBlik met 'n snor I beluisterde De Skilooper in de onbetreden, sneeuio. „Sst," deed dokter Verhaeren, wel wat gebelgd, „Loek, je weet een heeleboel.maar van een praktijk in een provincieplaats.... daar begrijp „jij" zelfs niets van." „Nou," zei Loekie, weer geheel zichzelf, „ik vind het natuurlijk best, maar ik hoop niet dat je aan stellerig wordt of zoo, want dan is er iets met je ziel niet in ordeen dat zou me spijten Ze hield op en keek Dr. James opmerkzaam aan. „Je hoort wel eens, dat iemand, die veelmet zenuw dingen te maken heeft, 't zelf ook wat te pakken krijgtsprak ze voorzichtig. Dokter Verhaeren glimlachte. „Dat zal bij mij wel niet het geval zijn," antwoordde hij en streek met een mat gebaar langs z'n voorhoofd. Loekie bewoog onrustig in haar stoel. „Zie je Blik," sprak ze vlug, ,,'t is dat ik natuur lijk nog wat van je houd.maar ik wou toch lie ver dat je anders was.niet zoo strak.en glad in je gezichtEn dat je een huis had met zon en een tuin.en een hond of zoo." Dokter Verhaeren zat in gedachten verzonken. Hoe lang leek het geleden dat dit hooge stemmetje hem „Blik" noemde en zoo gezellig met parel klankjes door zat te ratelen. Was het een eeuw..'n men- schenleven.uit den tijd van toen hij nog jong was.en leelijke woorden zei, te vaak volgens Loekie, vooral het woord dat met „Blik" begon en waaraan hij als bestraffende herinnering Loekie's lievelingsnaam te danken had.... „Luister je naar me, of weet je niet eens meer dat ik hier zit?!" Hij schrok op. Voor hem stond Loekie en ze hield hem uitnoodigend een doosje voor. „Kijk eens," deed ze geheimzinnig, „je raadt nooit wat er in zit Een glimlach vloog over z'n gezicht. „Zoute pinda's.... jou lieve kleine meid...." Hij greep haar hand vast. „Gebakken in jouw koekepan," zei ze stralend„ik dacht al zou je alles van vroeger vergeten zijn.... dit toch zeker niet Ze hield op, haar blik liet hem los, zwierf rond en bleef dwalen Zacht streelde hij de kleine vingers, voelde dan plotseling iets vreemds.... „Loekie 1" riep hij verschrikt, en wees op den gladden gouden ring aan den vierden vinger. Loekie kleurde bloed-rood. „Ja Blik," sprak ze verlegen, „het ging niet meer.toen je weg was.ik kon het niet meer vinden bij 't tooneeleigenlijk nergens meer. 't Leven was zoo koud.... zoo leeg.... en toen kwam hij en hij had 'tzelf de verlangen naar mij als ik naar.... jou..., en toen ben ik getrouwd zie je." Ze lachte hardop een paar lastige tranen weg. „Blik, kun je je voorstellen dat ik „echt" getrouwd ben met een ring en een sluier en auto's en zoo Zie je, daarom heb ik je ook geen zoen gegeven toen ik kwam.... maar ik zou het toch gedaan hebben als ik den ring niet telkens met m'n duim had vast gehouden, om hem niet te vergeten „Kindje," zei dokter Blik schor, terwijl hij de kleine hand vaster klemde. Loekie maakte zich zacht los en begon de kamer te inspecteeren. ,,'t Is hier wel beelderig," vond ze bewonderend. „Heb je geen pouffe waar 'k op zitten kan „Nee," antwoordde Blik, ,,'k heb hier nooit gebrek aan pouffen gevoeld." „Wat is dat vroeg Loekie, wijzend op een wit voorwerp. „Een weegschaal," zei Dr. Blik. Loekie duwde het voorwerp met haar voet voor uit, tot het naast het bureau stond. Dan pakte ze een stemmig Perzisch kleedje van den grond, vouwde het in drieën en plantte zich voldaan op haar lagen zetel neer. „Laten we nu de zouters eten," stelde ze voor, „en dan kun jij vertellen hoe je 't hier hebt. Hoe veel patiënten heb je Honderd Het was dokter Blik onmogelijk tegen die groote grijze vraag-oogen onwaar te zijn. „Eén," zei hij. Loekie slikte drie pinda's tegelijk door en zei verschrikt „Hou op met je apenkooi 1" Blik begon door de kamer te ijsberen en lang zamerhand viel het strakke masker van hem af en bleef er over een ongelukkige jonge man, die het als een verlossing voelt, zich eindelijk te kunnen uiten. „Ik ben gek geweest, Loekie, toen ik m'n assistent-plaats en jou en alles daar opgaf om mij hier te begraven in dit bekrompen nest," zei hij gejaagd. „Ik dacht dat het een eer was voor de plaats om een zenuwspecialist te krijgendat de patiënten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 14