No. 39 VRIJDAG 12 DECEMBER 1930 775 zouden vechten om me te mogen consulteeren En wat is het eindDat ik hier zit in dit dure huis, met de dure inrichting.... met wroeging, gedoemd tot werkeloosheid.... en één patiënt!" „En die eeneis zeker erg ziek...." infor meerde Loekie voorzichtig. Hij bleef voor 't meisje staan en lachte grimmig. „Luister kind, die ééne mankeert.... niets, ze denkt het alleen maar of ze wil het denken „Zoo," zei Loekie, „is het een „zij". ben je ook op iemand verliefd, Blik „Nee," antwoordde Blik kortaf, „heelemaal niet, maar je komt in je eenzaamheid tot vreeselijke dingen. Ze is de zuster van een van de rijkste notabelen en als ik die z'n dochter trouw, dan is m'n toekomst gemaakt, snap je „Die tante komt puur uit nieuwsgierigheid. Men noemt haar hier „de wandelende loud-speaker". „Dan zou ik dat meisje trouwen," raadde Loekie laconiek, terwijl ze een greep naar de pinda's deed. Blik liet zich weer in z'n stoel vallen. „Of ik gelukkig word, komt er bij jou ook niet meer op aan," zei hij langzaam. Loekie wendde het hoofd af. „Och".. zei ze vaag. Blik wond zich opnieuw op. „Goed, maar denk je dat dat hier maar zóó gaat Wat kan ik tegenover haar rijkdom zetten „De pa heeft mij laatst op de sociëteit een duide- lijken wenk gegeven. Het beteekende ditmijn doch ter plus geld trouwt met 'n man plus capaciteiten.. En hoe toon ik die, als er geen patiënten komen Loekie keek erg bedenkelijk. „Hebben de men- schen hier dan geen zenuwen vroeg ze min achtend, „wat een gekken 1" Toen zwegen ze allebei, elk verzonken in eigen gedachten. Beneden slofte Jans door 't stille huis, sloot de houten blinden voor ieder raam zorgvuldig met de ijzeren stangen. Opeens sprong Loekie overeind. „Blik!" hijgde ze, „je hebt altijd op mij ver trouwd. Doe je dat nog Blik's oogen blonken op. „Loekie," sprak hij, „je ingevingen waren altijd goud waard en als je raad weetdan geef ik mijn lot. als vroeger weer in deze twee kleine sterke handen." Den volgenden avond zat de „wandelende loud speaker" nauwelijks in de wachtkamer of een magere burgerjuffrouw met stalen bril kwam gejaagd binnen. Ze plantte zich op het puntje van een stoel en keek angstig rond. „Bent u ook ziek vroeg ze nieuwsgierig. De wandelende loudspeaker gaf door een licht kuchje te kennen, dat ze deze vraag ongepast vond. „Ikke wel," ging de andere on verstoorbaar verder,as ik twee minute gezete heb, is het net of er een mesje steekt en danHu 1 daar is het weer 1" De magere juffrouw sprong plotse ling de lucht in, draaide zich woedend om, bekeek scherp met haar bijziende oogen de stoelzitting en zei droevig „Hoe ken het, dat in dit mooie huis toch ook wespen benne.... bij ons buuten is 't vanzelf wat aanders. Heb u hem ook zien vliege.... juf frouw?" De loudspeaker huiverde. Gelukkig werd juist de commu nicatiedeur geopend en de rustige stem van dokter Verhaeren klonk „U, juffrouw Voor,dijk De loudspeaker bloosde. „Laat u die patiënte maar voorgaan, dokter, ze schijnt nogal erg te zijn." „Zooals u wilt sprak de dokter effen. De magere juffrouw glipte schich tig weg. Even later klonken stappen op de Afghaansche herders op de stoffige landwegen gang, een tikje op de wachtkamerdeur en een correct jongmensch trad binnen. Hij groette be leefd, nam lectuur en bladerde wat. Juffrouw Voordijk begon een beetje ongeduldig te worden. Ze keek op haar polshorloge, zocht een zakdoek uit haar taschje en snoot nuffig haar neus. Het jongmensch staarde haar aan en barstte in lachen uit. „Ha HaHaDer Trompeter von SSckingenriep hij hard. De loudspeaker rilde als een rietje en keek angstig naar de deur. Het jongmensch deed weer of hij las en zei toen heel gewoon „U behoeft niet bang te zijn, ik kan alleen maar niet tegen enkele geluiden mijn broer had het ook en die is door den dokter totaal genezen." De electrische schel klonk door huis en toen de loudspeaker iets van deelneming aan het jongensch wilde betuigen, keek ze in het zonderlingste gezicht, dat ze ooit gezien had. Het jongmensch had de tong uitgestoken en grijnsde als een stok-oude neger. „Bellebellebel", stamelde hij. Gelukkig verloste dokter Verhaeren de ongeluk kige loudspeaker, die als een haas de veilige spreek kamer binnen vluchtte. „Het zaakje loopt prachtig," zei Loekie voldaan, toen ze op den derden avond via de spreekkamer en doorloopkast de slaapkamer bereikte, waar haar suite-case stond. Ze trok haar garderobe van „boerenvrouw uit de streek" uit en ging voor den spiegel zitten om zich „af te schminken." De wandelende loudspeaker was nu bij Blik binnen en kreeg haar congé, als zijnde genezen. En over de praktijk van dokter Verhaeren kon ze de beste inlichtingen geven, want de patiënten kwamen van heinde en verre en allen werden in korten tijd genezen. Loekie poederde haar wangen en hals en hoorde het uit-laat-belletje trillen. Ze lachte. Loud-speaker" nu maar flink," zei ze grinnikend in zichzelf en ze neuriede heel zacht een ondeugend liedje. Dokter Verhaeren sloeg juist z'n boeken dicht, toen hij geluid meende te hooren in de wachtkamer. Hij ging kijken en vond een oude heer gebogen over een tijdschrift. Even vloog het door z'n hoofd „Een mop van Loekie, een nieuwe creatie," maar de heer stond op en kwam met uitgestoken hand naar voren. „Dokter, ik moet excuus maken, ik ben iets over tijd, maar ik wou u toch nog graag even raad plegen 't is over mijzelf." „Mijnheer Voordijk," zei Blik verrast, „komt u binnen." Er volgde een minzaam, geanimeerd gesprek. Het lukte den dokter zijn patiënt volkomen ge rust te stellen en de heer Voordijk nam afscheid met veel vriendelijke woorden... „Dokter, ik dank u, ik voel mij geheel gekal meerd.... En dan nog iets. Het zou mijn vrouw en dochter bepaald een genoegen zijn, wanneer u een oogenblikje van uw kostbaren tijd, voor een bezoekje, wilt afstaan." Dokter Verhaeren boog vereerd. „Heel graag, meneer Voordijk. Zoodra ik een avond vrij kan maken, zal ik het u laten weten Plotseling zweeg de dokter met oogen star van ont zetting. Was het verbeelding of werkelijkheid Er piepte zacht een deur en de zware groen-peluche gordijnen bewogen even. Een slanke, welgevormde arm plekte akelig duidelijk tegen den donkeren achtergrond, dan verscheen een massa rossig-kroezend haar en een hooge stem vleide „Toe Blik, geef mij vast een paar zoute pinda's...." Een paar groote grijze oogen keken vol schrik de beide mannen aan. „Oei l" zei de stem ontdaan„d'r is een echte.11" NASCHRIFT. (Overgenomen uit de Nieuws bode). Naar wij vernemen heeft Dr. J. W. Verhaeren, zenuwarts, zijn omvangrijke praktijk over gedaan en heeft hij zich voor studie-doeleinden op reis be geven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 15