Zijaanzicht van een der schuiten met op zij de zoogenaamde kor. Aan boord van een oesterschuit maar de oesters zoo pas aan dek zyn gebracht. Achteraan ziet men de korren meer in het mater verdwijnen. In het mosselveld, maar de groei en grootte nu en dan mordt gecontroleerd. 778 VRIJDAG 12 DECEMBER 1930 No. 39 /^vfschoon Zeeland op de eerste ^plaats landbouwgebied mag worden genoemd, heeft de oester- en mosselhandel hier ook zoo 'n omvang gekregen, dat het een der voornaamste bronnen van inkom sten is geworden. Te meer, daar de oester-en mosselkweekers goede tijden beleven, terwijl dat van den landbouwer in 't algemeen niet kan gezegd worden. De Zeeuwsche wateren en wel voornamelijk de Oosterschelde met de vele zijtakken, maar gedeeltelijk ook de Braekman, zijn vruchtbare terreinen voor de oester- en mosselkweekerij. Op den ':WÈÈHx. Ds wachtpost by deverschitlende per- ceelen. Aangezien iedere visscher z'n eigen perceel heeft, is er steeds 'n bewa ker in de buurt om na te gaan, of de vis- schers niet in elkan ders gebied komen. De korrende schuit op het mater. Achter en op zij slee/ren de korren door hel mater en hierin verzamelen zich de mosselen en oesters. Stuurlui aan boorde* van de motorschuit, diedeverbindingon- derhoudt met Kat- sche Veer en maar- mee my enkele kiek jes konden maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 18