HHÜ t No. 39 VRIJDAG 12 DECEMBER 1930 763 Openlucht-macht kamer De begroeting. En zéér bekend is de mop van den boer, die een kaartje naar Vlake „voe 'n pieksje bie 't raem" vroeg. Maar alles went. Treinen en autobussen zijn gewone verschijnselen gewor den in het Zeeuwsche leven. Ze rijden hun dagelijkschen gang. Er zijn natuurlijk problemen. B.v. heeft Schouwen een trein noodig We meenen van niet. Weliswaar loopt het trammetje niet zoo hard, maar voor de genen die haast hebben, staat nu het vliegtuig klaar. Boven- Behouden thuis. De uitgestrekte, maar niet altijd evenredig bevolkte perrons van het Goesche station. dien, voor het goederenvervoer is de tram uit stekend. We hebben hierover al eens in een afzonderlijk artikel geschreven. Bovendien, afge zien van al het overige er zou een spoorbrug noodig zijn, en dat loont de moeite niet. Een andere vraag en van meer beteekenis is, of Zeeuwsch- Vlaanderen geen behoefte heeft aan een spoorweg Oost—West. Daar beteekent de tram werkelijk een ellende. Ieder, die wel eens in Z. Vlaanderen gereisd heeft, kan dit weten. Maar plannen in deze richting schijnen nog niet te bestaan. Zoo ziet men alweer, dat elk verschijnsel zijn problemen mee brengt. Maar de trein trekt zich van dit alles gelukkig niets aan, en snelt vergenoegd door de Zeeuwsche velden. Stopt ontelbare keeren aan alle kleine stationnetjes. Maar Zeeland heeft ook groote stations. Het grootste heeft Vlissingen. Dan volgt althans wat perron en rangeerterrein betreft Goes. De Zuid-Bevelandsche hoofdstad beschikt over een geweldig perron. Alleen valt het te betreuren, dat men een overkapping heeft aangebracht, die bij den minsten wind den regen vrij spel laat. Ook is het nog een open vraag, of het geweldige trap-gevaarte, dat heel niet in den smaak valt, wel noodig was geweest. Maar met dat al is het in Goes een grootsche beweging. Het station zelf zinkt bij zijn omgeving in het niet. Er zijn veel plannen geweest voor een nieuw station, maar zoolang de lokaaltrein niet rendeert, zal daarvan wel niets komen, omdat de Staatsspoor wegen wel niet alleen tot den bouw zullen overgaan. En daarin hebben ze vooral in dezen tijd groot gelijk. v. B.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 3