^"ededeelina De Smet van het Verleden No. 39 VRIJDAG 12 DECEMBER 1930 769 heeft het 'n tijdje geleden bij mij achtergelaten. Ik zal daags na de begrafenis te tien uur 's morgens bij je komen om het voor te lezen. Hoe is het met Edmond „Zoo goed als men rhaar kan verwachten," antwoordde Willard, en toen zette hij z'n trots voor 'n oogenblik op zij, om te vragen „Kun je mij de hoofdzaken van m'n vrouw's testament mede- deelen, John „Ik doe dat liever niet door de telefoon," zei Mr. Worth hem, en toen Willard den hoorn ophing, verdubbelden zich zijn twijfel en angst. Mrs. Blackstone's begrafenis had in alle stilte plaats te twee uur in den middag van den derden dag na haar dood. Dien morgen woedde er een ge weldig onweer. Het scheen werkelijk, of ook de natuur rouwde om de vrouw, wier jonge zoon ge folterd werd door zelfverwijt. Gedurende de lange dagen en slapelooze nachten, die de droeve plechtig heid voorafgingen, kon niemand een woord uit Edmond krijgen, afgezien van de gewone beleefd heidsformules. Alleen zijn lichaam leefdezijn ziel leek dood in haar omhulsel. Kwellend inderdaad was de aanwezigheid van Willard's zusters en Estelle. Zij waren als een zwerm drukke bijen. Esteile deed haar best hem te troosten, maar hij lette niet op haar, evenmin als op de anderen. Blanche's overschot werd bijgezet in den familie kelder, terwijl de wind door de boomen loeide en de hemel geheel met donkere wolken was bedekt. Edmond liet alles onverschillig. Zijn oogen bleven droog en zijn gelaat was doodsbleek. Hij schonk geen aandacht aan Willard, toen deze z'n arm om zijn schouders sloeg op den terugweg van het kerkhof naar den auto, die hem wachtte. Maar toen John Worth zijn arm aanraakte, keek hij verrast op. „Edmond," zei Mr. Worth zacht, „ikwou.dat ik je iets kon zeggen, dat je het geleden verlies minder zwaar zou maken. Zal het je iets helpen, als ik je zeg, dat haar laatste gedachten gedurende weken voor jou zijn geweest Edmond staarde hem wezenloos aan, en enkel de omtrek van Worth's corpulente gestalte was voor hem zichtbaar. „Dank u," antwoordde hij heesch, en zij zetten hun weg voort. HOOFDSTUK XXVI VAN AANGEZICHT TOT AANGEZICHT gelijk een cirkel begin noch einde heeft, zoo was het ook met Henriëtte Blackstone's gedachten, die ronddwarrelden zonder tot een conclusie te komen, terwijl Warren haar na Blanche's begra fenis in den auto naar West Bradmere reed. Henriëtte's gelaat werd verwrongen door een uitdrukking van angst. Hoe veel ellendige dingen waren in den laat- sten tijd gebeurd Niet evenwel, dat er nog meer telefoontjes gekomen waren van den schurk, die haar en haar familie had bedreigd: er bestond inderdaad geen enkele aanduiding, dat hij nog in Brad mere was, en zij was geneigd geloof te schenken aan Willard's verzekering, dat iemand een ruwe grap had uitgehaald. Haar grootste kwelling lag hierin, dat zij trachtte te gissen, hoeveel Blanche haar in haar testament had nagelaten. Tot morgen te wachten leek onverdraag lijk. Waarom, als het gebruikelijk was, had John Worth er niet in toegestemd, dienzelfden namiddag het document voor te lezen? O, de man had natuurlijk ge zegd, dat hij aldus handelde uit con sideratie voor Edmond; maar waarom moest die jongeman voorgetrokken wor den boven alle anderen Henriëtte had dit aan Agnes gevraagd, terwijl zij naast elkaar in den begrafenis-auto hadden gezeten. Ja, die Agnes 1 Die vrouw voerde iets in 't schild I Maar wót eigenlijk? Had Hetty haar zuster niet in Blanche's ka mers ontdekt, daar kalm neerzittend, alsof zij de meesteres was Agnes was sluw ze was dat van haar kinderjaren af geweest. Zou Aggie sommige van Blanche's juweelen o, kostbare dia manten en paarlen 1 van Willard aftroggelen Henriëtte's hoofd schommelde heen en weer bijna even snel als de wielen rondwentel den. In haar beleedigde onwetendheid foeterde zij bij zichzelf tegen de samenzwering, die men, vol gens haar vaste overtuiging, tegen haar aan 't smeden was. Zij bleef echter niet lang in onzekerheid. Nauwe lijks was ze in huis teruggekeerd, of daar rinkelde de telefoon. „Ik kom zélf, meisje," hijgde ze, toen Rita ver scheen. „Ga terug naar de keuken." Zuchtend nam Henriëtte plaats aan de telefoon. Agnes'stem, 'n beete schor en gejaagd, antwoord de op haar vermoeid „Hallo 1" „Ha, Hetty, lieve, je bent dus thuis," zei Agnes overdreven-vriendelijk. „Ik heb het goed uitge keken, hè Is het niet een afmattende dag ge weest Estelle heeft getracht Edmond over te halen, met ons mee naar huis te gaan, maar hij was zóó uitgeput, dat hij niet kon. Dus hebben we andere plannen gemaakt. Ik wilde je m'n schik kingen even laten weten, Hetty, maar zeg in 's he mels naam niet tegen Willard, dat ik er met je over gesproken heb. Ik verhuis morgen naar Twin Hedges. Ik zal al heelemaal geïnstalleerd zijn op het tijdstip, dat het testament wordt voorgelezen. Ik laat dit huis onmiddellijk schieten. Ik zal het gemeubileerd verhuren en dat zal mijn inkomen verhoogen. Voor Estelle zal het heerlijk zijn, als ze zoo dicht bij Emond is." „O, is dót de kwestieviel Henriëtte haar in de rede. „Ik dacht wel, dat er iets gaande was, lieve zuster. Adieu 1" Brieschend van woede hing Henriëtte den hoorn weer aan den haak. Willard zou dus Agnes bij zich in huis nemen Natuurlijk had hij een huis houdster noodig. Henriëtte kon dat feit niet weer leggen. Maar waarom moest het Agnes zijn Waarom niet zijn oudste zuster? Ha, Agnes, had weer op bedrieglijke manier gekonkeld, zei Hetty bij zichzelf met 'n snuivend „poe en een hardop uitgezucht „foei I" dat haar aan 't niezen maakte. Zij hijgde van boosheid, toen zij de keuken bin nentrad, waar Rita vruchten aan 't koken was en Bertha zich bezig hield met het inmaken van bes sen. Op het gezicht van hun ontdane meesteres staakten beide vrouwen even het werk. Emmons," aldus begon miss Blackstone op driftigen toon, „je zult in de toekomst keukenmeid zijn op Twin Hedges. Ik ga daar wonen." Betha sloeg zich met de handen op de heupen. „Wat u me dóór vertelt, miss Blackstone bracht ze hevig-verbaasd uit. „Dat noem ik nog eens vooruitgaan in de wereld. Ik zou het prachtig vinden, als ik maar hulp genoeg krijg. Ik was juist van plan u te zeggen, dat ik hier veel te hard moet werken en dat ik iemandandersnoodig heb, behalve dat kuiken hier. Zij is handig genoeg, Rita, dat schikt wel, maar ze is voor dat werk niet opge leid. Sinds Milly is heengegaan, is m'n rheumatiek veel erger geworden." Op elk ander oogenblik zou miss Blackstone niet hebben nagelaten, Rita 'n standje te geven, maar in deze bijzondere omstandigheden had zij zooveel aan haar hoofd, dat zij vol ongeduld over de kwestie heengleed. „Ach, je zult hulp genoeg hebben, Bertha Wees maar niet kwaad," antwoordde zij, „en jij, Rita, jij gaat met me mee. Bertha, ik zal jou achterlaten om voor alles te zorgen. Je pakt alle kistjes en blikken, die nog niet opengemaakt zijn, in, en mis schien zal Wardell ze terugnemen en ze afhouden op mijn rekening. Zorg, dat je niets verknoeit. Brang alles, wat kan gebruikt worden, over naar Twin Hedges. Zie, dat het huis in orde is, vóór je het morgen verlaat. Rita, laat de rest van die vruchten maar staan en kom mee om te helpen inpakken. Maar ga eerst je eigen boeltje gereed maken." Rita vloog de trap af. Haar hart bonsde onstui mig als een donderende waterval. Zij zou dus in hetzelfde huis gaan wonen als hij, de eenige hij in de wereld, die haar gedachten bezighield. Zij vroeg zich af, ofhet op verlangen van Edmond was, dat zij met zijn tante meekwam. Toen herin nerde zij zich, dat Mr. Blackstone haar voogd was. Natuurlijk was het zijn wensch geweest, dat zij zijn zuster naar Twin Hedges vergezelde. Bevend over al haar ledematen trok zij een ander zwart costuum aan. Zij haatte dit even hard als haar alledaagsche plunje, maar ze moést wel. De groote klok op de naburige kerk sloeg half vijf, toen Henriëtte's auto Bright Street overstak, en op het gevlekte aangezicht der dame lag een uitdrukking van triomf. Willard Blackstone's villa had wel ledig kunnen zijn, zóó stil was het er. Het kon Hetty niet in het minst schelen, of er iemand thuis was of niet. Zij wist nauwkeurig wat zij van plan was te doen en zij zou dat ten uitvoer brengen. Zonder te bellen stevende zij het huis binnen, met Rita Holiday op haar hielen Warren, beladen met koffers en doozen volgde onmiddellijk „Warren, breng al die dingen dadelijk naar boven," beval Henriëtte. „Breng ze in de suite tegenover het groote salon. En jij, Rita, help hem 'n handje. Ik wensch met m'n broer te spreken." Toen Hetty Willard's kamer binnentrad, zat hij voor z'n lessenaar en steunde het hoofd op de handen. Hij zag op en zijn versomberd gelaat drukte levendige verrassing uit. „Ik dacht zoo, lieve broeder," begon Henriëtte, terwijl de tranen over haar wangen stroomden, „dat je mij in deze droevige uren wel noodig zoudt hebben. Daarom ben ik zonder uitstel gekomen. Bertha komt in den loop van den morgen. Je kunt je keukenmeid Pauline ófwel afdanken óf ze kan Bertha ter zijde staan. Natuurlijk kon ik Bërtha niet vragen, al het kokswerk te doen voor dit groote huis houden." Zij kwam verder de kamer in, liet zich in een stoel zinken en^ wuifde zich met de hand koelte toe. Een ernstige zenuwspanning had zich van den bezitter van Twin Hedges meester gemaakt. „Ach, ik wensch je heelemaal niet hier te hebben, Hetty," zei hij ongeduldig. „Ik ben op dit oogenblik bijna ziek van de zenuwen. Het zou veel beter voor je zijn, nog een tijdje in West Bradmere te blij ven. Ik smeek je terug te gaan naar je eigen huis. Ik heb werkelijk niemand noodig." „Waarom laat je dan Agnes komen kaatste Hetty nijdig terug. „Van mij zou je nog nut kunnen hebben. Ach, foei, poe, wat ben ik moe I" Met deze woorden verliet zij hem. Willard stond op en sloeg de deur met een harden bons dicht. Hij wenschte, dat alle vrouwen op den bodem van de zee waren. (Wordt voortgezet) Vanaf heden kunnen onze trouwe lezers en lezeressen bij onze bezorgers, agenten en administratie een exemplaar bekomen van het pas verschenen verhaal door den vermaarden Engelschen schrijver JOSEPH HOCKING. De tot dusver door de Hollandsche Bibliotheek gepubliceerde werken van dezen eminenten auteur hebben hun weg onder het publiek gemakke lijk gevonden, zoodat wij er geenszins aan twijfelen of ook dit nieuwe boek zal door onze geregelde afnemers op zijn juiste waarde geschat worden. Een ingenaaid exemplaar kost slechts 15 cent, terwijl een keurig gebonden editie tegen den zeer goedkoopen prijs van 70 cent beschikbaar wordt gesteld. Wanneer de aan vrage bij onze administratie schriftelijk geschiedt, ge lieve men voor de ingenaaide boeken 5 cent en voor de gebonden uitgave 10 cent aan postzegels in te sluiten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 9