VROUWENLEVEN
(@ver
en
tBoïltrnan^erinèen
CBontèarne
CzVfodern Garnituur
met odYlozaiek handwerk
796
VRIJDAG 19 DECEMBER 1930
No. 40
Zelden werd er zooveel bont gedragen als op 't oogenblik.
Is een mantel niet geheel van bont vervaardigd, dan is
hij er overvloedig mede gegarneerd. Zoowel voor het één
als voor het ander genieten de kortharige bontsoorten dit jaar
verreweg de voorkeur.
Voor de ochtenduren zijn er sportieve veulenmantels, welke
van groote zakken, een peau de suède ceintuur of leerincru-
staties zijn voorzien. Verder aardige tweedmantels met hoog-
opstaande kragen van langharig bont, caracul of astrakan
in bijpassende tint.
Voor den namiddag is er, behalve de stofmantels met rijke
bontgarneering, een uitgebreide collectie astrakan-, breitsch-
wanz-, nertz- en bisammantels. Deze zijn meestal aan de
taille een weinig ingenomen,
van volumineuze bontkra
gen voorzien en van achte
ren langer dan van voren.
Wat de kragen betreft,
deze zijn meestal in con-
trasteerende tint. Soms zijn
ze van hetzelfde bont als de
mantel. Zwarte astrakan-
inantels worden niet zelden
met 't zelfde materiaal in
grijs gegarneerd. Op verschil
lende modellen wordt de
bontkraag vervangen door
een cape, bolero, sjawl of
das van bont. Breitschwanz,
de mooie, fluweelachtige
bontsoort, die zich zoo uit
stekend tot drapé's en in
crustaties leent, vindt meer
en meer bijval. Behalve na
middag- en avondmantels
worden er alleraardigste
mantelcostumes van ver
vaardigd. Verder dient deze
soepele bontsoort ter ver
vaardiging en garneering van
hoeden, tasschen en schoe
nen. In het laatste geval
meestal in combinatie met
box-calf of lakieder. Iets ge
heel nieuws op het gebied
van bontmantels zijn de
korte bontjasjes van astra
kan, welke niet zelden van
hoed en mof van hetzelfde
materiaal vergezeld zijn.
Van moffen gesproken, er
wordt alle mogelijke moeite
gedaan deze weer in de mode
te brengen. Oonpy lanceert
groote moffen van vos en
lynx. Een ander modehuis
brengt lange nauwsluitende
Breilschmanz' namiddag-
mantel met ooskraag
en moumgarneering.
Elegante 3/4 nertz-man-
tel met breeden overslag.
tasch van
lakieder.
moffen, welke ver over
den onderarm vallen en
als 't ware „manchet"
vormen.
Bontgarneeringen op
japonnen maken meer
en meer opgang. Zwarte
namiddagjaponnen zijn
aan de halsopening
vaak met wit herme
lijn versierd. Ook op
avondtoiletten wordt veel bont toegepast, in den
vorm van bontrandjes, bontzoomen, bolero's,
capes en dergelijken.
Wat de avondmantels betreft, deze zijn, wan
neer niet geheel uit bontvellen samengesteld,
vervaardigd van velours, brokaat of van dezelfde
stof als de japon, waabij ze gedragen worden.
Haast zonder uitzondering zijn ze rijk met vos,
sabel, lynx en hermelijn gegarneerd. Vooral de
laatstgenoemde bontsoort is voor de avonduren
zeer in trek. Er worden behalve somptueuze
capes en mantels allerbekoorlijkste pelerines,
bolero's en, tot de taille reikende, jasjes van
vervaardigd, welke boven de lange, vaak slepende
avondtoiletten een aardigen, feestelijken indruk
maken.
MARGUERITE HAGEDOORN
Baret hoed van zmart {In
meet met hermelijn garnee
ring en bijpassende das.
Daar „Vrouw Mode" nu eenmaal gebiedt, dat
alle onderdeelen van ons toilet in kleur en
lijn overeenstemmen, vinden wij het vanzelf
sprekend zop'n bij elkaar harmonieerend garnituur
te bezitten. Het hierbij afgebeeld garnituur, ver
sierd met mozaiekborduursel, vertoont 'n apart,
origineel cachet, en heeft 't voordeel nogal goed
koop te zijn mits., wij het zelf vervaardigen. En
waarom zouden wij dat niet doen, daar de vervaar
diging geen enkele moeilijkheid biedt. Er is hier
geen lastig uittellen van kruisjes of steekjes, zooals
bij de meeste dergelijke patronen, doch een ge
makkelijk te volgen werkwijze, welke zeer vlug op
werkt. Wij hebben noodig een lap etamine van
38 c.M. lengte en 28 c. M. breedte. Deze knippen
wij in den aangegeven vorm. Dan verdeelen wij
den geheelen lap in driehoeken, met een draad
roode wol. Deze driehoekjes behoeven heusch
niet sekuur dezelfde grootte te hebben hoor, want
juist de onregelmatigheid maakt het zoo apart.
Dus geen angstig overwegen of een hoekje wel
grooter is dan het andere. De afgeteekende drie
hoekjes vullen wij nu met gekleurde wol in den
kruissteek. De aangewezen kleuren hiervoor zijn
rood, zwart, en brons. Daar de voor- en achterkant
van de tasch doorloopend geknipt is, wordt de
bewerkte lap etamine nadat deze van een
voering voorzien is dubbel geslagen en dicht-
gestikt. Waar het hoekige gedeelte begint, krijgt
de tasch treksluiting. Diegenen, die de tasch groot
en ruimer willen hebben, dienen zijstukjes in te
zetten. Een passend gekleurd zijden lint voltooit
de tasch. De sjaal die dezen winter zeer gezien
zal zijn bestaat uit donker laken. Om het
patroon hierop te borduren rijgen wij een reep
etamine op, welke later, als het borduurwerk
klaar is, draad voor draad wordt uitgetrokken.
Door de uiteinden van de stof in reepjes te knippen
verkrijgen wij een aardige franje. Het geheel zou
niet compleet zijn zonder bijbehoorende hand
schoenen; daarom bewerken wij de kappen daar
van op dezelfde wijze als sjaal en tasch. De geringe
moeite, die het vervaardigen van dit garnituur
oplevert, zal ruimschoots beloond worden door
het elegante cachet, dat het aan onze winterkleeding
zal verleenen. ETA.