Rotterdamse he Kroniek 784 VRIJDAG 19 DECEMBER 1930 No. 40 Pan Hogendoip in een „zee" Dan Kerstboomen! De tot doctor in meente Rotterdam gevallen en één zin daaruit heb ik voor de aardigheid overgeschreven. Hier komt ze „Het aantal millionnairs, dat van 1926 op 1927 was gedaald van 104 tot 98, en van '27'28 weer was opgeloopen tot 109, nam in '29'30 wederom toe, zoodat het aantal thans 112 bedraagt." Met andere woorden, er zijn in onze stad 3 million nairs bijgekomen en ik vind het eigenlijk een beetje kinder achtig, dat wij dat zoo uit een woestijn van cijfers in -een grauwe statistiek te weten moe ten komen. Wat drommel, als iemand candidaat in de rechten wordt of luitenant bij de in fanterie, of ridder in de Oranje- Nassau-orde, pleegt er toch op z'n minst een klein fuifje aan vast te zitten. Er wordt iets gezelligs geschonken, vrienden en be kenden komen geluk wenschen en het feestvarken ontvangt van alle zijden blijken van belangstelling en hartelijkheid. Is het dan zoo onbelangrijk, dat iemand millionnair wordt Juist zóó iemand, zou men zeggen, kan zich de weelde veroorloven, nu eens iets echt feestelijks op touw te zetten. Men zou er een fanfare van de brandweermuziek aan kunnen verbinden, een portret in Groot-Rotter dam, en wij, minder-gelukkige stervelingen, hadden ten minste weer eens iets om trotsch op te zijn. Ik wil nog gaarne deze toezegging doen, dat zoodra het aantal millionnairs werderom met één is toegenomen, en die eene mocht Arie zijn, er een fuif op touw gezet zal worden, als we in Rotter dam in lang niet gehad hebben. Behalve de ont vanger van de belasting zal iedereen welkom zijn. Kan ik mooier zeggen Woensdag. De eerste vrouwelijke doctor in de Handelswetenschappen is Nederland heden rijk geworden. En het doet deugd, zooals onze Vlaam- sche broeders plegen te zeggen, dat deze dame, mejuffrouw van der Goot, tot onderwerp van haar proefschrift heeft gekozen „De besteding van het inkomen". Ik wil niet hatelijk zijn en de opmer king maken, dat er nu één, zegge 1 vrouw in Neder land is, die weet, hoe een inkomen besteed moet worden, en ik wil mij ook niet verdiepen in de vraag, welk gezicht de toekomstige echtgenoot van deze doctor zal zetten, als het huishoudboekje van zijn vrouw niet kloptMaar laat ik een vreugdevollen klank laten hooren, nu zooveel feest redevoeringen worden uitgesproken, en mijn waar deering er over uiten, dat er ten minste één vrouw is, die zich met dit onderwerp op zoo wetenschappe lijke wijze bezig houdt. de handelsroetenschapiH-n gepromooeerde mejuffr. oun der Goot (met bloemen) en haar paranymfen. Gewone menschen zouden nu meenen, dat een dergelijke straat, nu men door het vrijkomen van het land van Hoboken zooveel ruimte heeft als men maar wil, eerder voor verbreeding dan voor versmalling in aanmerking zou komen. En toch is dit laatste geschied en wel zóó, dat de Raad, die tegen een dergelijke handelwijze zeker in 't geweer zou zijn gekomen, er vrijwel niets aan heeft kun nen doen Achteraf is namelijk gebleken, dat in geen énkel stuk ronduit gezegd wordt, dat men voornemens was den Binnenweg te versmallen. Slechts heeft men op het nieuwe plan de breedte van den weg in cijfers aangegeven, zoodat alle raadsleden, van wie moeilijk verondersteld kan worden, dat zij de breedte van alle Rotterdamsche straten uit het hoofd kennen, gemeend hebben, dat er géén wijzi ging zou komen en waar de gevolgen zich reeds thans duidelijk openbaren voor ieder, die dagelijks den Binnenweg passeert, lijdt het geen twijfel of er zal in den Raad een Binnenweg-storm opsteken, die niet voor de poes is Zaterdag. HoezeeHet spel is begonnen. Mr. Walter Baars heeft om zoo te zeggen zijn jasje uit getrokken, z'n hemdsmouwen opgestroopt, in z'n handen.... neen, dat doet mr. Baars niet, z'n matje uitgerold en den eersten klap aan zijn politieke tegenstanders toegebracht. Waarna hij in de dub bele dekking is gegaan om alles wat zijn tegenstan ders voor hém in reserve hebben, op deskundige wijze op te vangen. Hij is de eerste van de tiental len roemruchte strijders, die ons m de komende weken van de Begrootingsdebatten ten zeerste zul len vermaken met slagvaardigheid, interrupties en steekhoudende argumenten. HoeraHet spel is begonnen. Het rondgaan met het bakje komt wel.... Arie Donderdag. Hogendorp staat weer midden in de Kerstboomen, waarvan heele bosschen zijn opgetrokken. De winkels in de binnen stad hebben weer hun mooiste étalages en van jaar tot jaar zien we meer, welke verrassende resultaten de aanwending van moderne verlichtingstechniek heeft. Het is werkelijk een genoegen in den namiddag, door onze winkel straten te wandelen en alles, wat daar schittert en fonkelt in een zee van licht, in oogenschouw te nemen. En in onze gelegenheid aan den Coolsingel vernomen, dat er groote belangstelling is voor de tentoonstelling „beter drukwerk", die dezer dagen geopend is in de kunstzalen van de firma Van Marie en De Sille aan de Wijnstraat. Zoodat besloten een en ander te bezichtigen. Vrijdag. De versmalling van den Nieuwen Binnenweg belooft 'n muis met 'n groot staartje te worden, als ik het zoo 'es noemen mag. En zelfs Arie, die van stedenbouwkunde geen kaas heeft gegeten, moet toegeven, dat op het eerste gezicht hier iets zoo vreemd soortigs is geschied, als gelukkig zelden voorkomt. De nieuwe Bin nenweg behoorde tot die straten, die, hoewel niet overmatig breed, wel voldoende waren voor het verkeer, dat er echter van jaar tot jaar toeneemt. Maandag. Nee, over de Doelen zijn we nog lang niet uitgepraatDe plannen rijzen uit den grond als paddestoelen; er is een ware vergaderings woede merkbaar bij alle vereenigingen, die zich met kunst of volksontwikkeling bezig houden. En de een heeft al betere voorstellen dan de ander. Heele gebouwencomplexen zien wij, in gedachten dan, iederen dag uit den grond rijzen en er gaat bijna geen dag voorbij, of er worden vragen aan B. en W. gericht, die er toch eigenlijk ook niets aan doen kunnen. Een van die vragen kon al direct met een categorisch „neen" worden beant woord, de vraag namelijk, of de Nenijto-hallen niet geschikt waren om in ons opzienbarend tekort aan musiceer-ruimte tijdelijk te voorzien. Deze tentoonstellingshallen zijn echter te eenenmale voor dit doel ongeschikt. Comité's worden ge vormd, plannen besproken, „groote plannen en kleine plannetjes, maar gróóte plannen het meest". Men zegt, dat de verkoop van ocarino's aanmerke lijk gestegen is, daar iedereen nu zijn eigen muziek thuis tracht te maken. Dinsdag. Ik moet bekennen, dat ik nooit sterk in statistiek ben geweest. Ik heb de slechte ge woonte om een gedrukt stuk, waar erg veel cijfers in voorkomen, over te slaan, want ik vind, dat men nergens zoo vermoeid van raakt dan van het lezen van groote getallen. Maar mijn blik is van morgen op de statistische gegevens over de ge- Aan den Kreehoeg te Kotterdam merd deze hulpkolom oan het Koude Kruis geplaatst.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1930 | | pagina 6