No. 43
VRIJDAG 9 JANUARI 1931
847
ontkurkte, aldoor met den rug naar haar toe
gekeerd. Hoe lang hij voor die operatie noodig
had, wist Rita niet, maar ze had in elk geval den
tijd om het glas op te heffen en het grootste deel
van z'n inhoud te ledigen tusschen haar hals en
den lossen zeemanskiel. Toen Kresserie weer tegen
over haar stond, nam zij juist het glas van haar
lippen. Toen begon zij te proesten en te kuchen.
Zij strekte haar hand uit naar het glas water.
,.Je had op het water moeten wachten," knorde
de man.„Hier, drink nu maar gauw! Je bent niet
vergiftigd," en hij lachte, terwijl hij het glas bij
haar lippen hield en haar een flinke kleine meid
noemde.
Zij slikte haastig het water door, daarna wuifde
hij met de hand naar de nog ongebruikte kooi,
nam de lantaarn op en verliet de hut.
Een oogenblik stond Rita doodstil. De whisky
stroomde over haar huid onder den lossen katoenen
kiel. Het was geen prettig gevoel, dat voort
durende druipen van de prikkelende vloeistof,
en ook de brakke geur, die in haar neusgaten op
steeg, was allesbehalve aangenaam. Toch was ze
blij, dat de drank ten minste buiten haar maag
terecht was gekomen. Maar ze was bang, vreese-
lijk bang.
Bevend over al haar ledematen, boog zij zich
over Edmond en raakte zijn wang aan. Ze schudde
hem door elkaar en fluisterde zijn naam met haar
lippen dicht bij zijn oor, maar ze had evengoed
kunnen probeeren, om een dooden man tot leven
te wekken, als het uitgeputte lichaam, dat daar lag
uitgestrekt. Ze stikte haast van angst. Alles wat
dien nacht moest geschieden om hem te redden,
zou zij zelf moeten doen. Zij boog zich voorover
en kuste hem. Daarna trok zij de deken dichter
rond zijn hals en het was haar duidelijk, dat de
drank, welke die ook mocht geweest zijn, een diepe
bewusteloosheid over hem had gebracht.
Geheel door vrees overmand, legde zij zich neer
op de kooi tegenover die van Edmond, maar niet
om te slapen. Zij trachtte geregeld
te denken, maar de uitputting
maakte dit bijna onmogelijk. Waar
om was 't een buitenkansje voor
deze zeelieden, dat ze een jongen en
een meisje op een vlot hadden opge
pikt Waartegen had Mike haar
gewaarschuwd? Haar rug voelde
aan als een ijskegel, en het was
met moeite, dat zij het klapperen
van haar tanden onderdrukte. De
herinnering aan den gemeenen
blik van den man, Rufe genaamd,
die had gevraagd haar te kussen,
vervulde haar met afgrijzen.
Zij lag op de kooi, huiverend en
sidderend, zonder tranen en met
wijd geopende oogen, niet in staat
iets uit te voeren. Maar langza
merhand werd het haar duidelijk,
dat zij de bedoelingen der mannen
nooit zou leeren kennen, als zij hen
niet bespiedde. Durfde zij dat
Men zou haar zeker geen genade
betoonen, als zij op heeterdaad
werd betrapt.
Zij liet zich van de kooi glijden.
De deur liet een akelig gekraak
hooren, toen zij ze opende. Had
iemand het gehoord Neen, want
de mannen, die allen tegelijk sche
nen te spreken, bevonden zich in
de hut aan haar linkerzijde.
Op haar knieën kroop zij over het
natte dek. De storm was aan 't be
daren een zwak, ongelijkmatig
grijs nam de plaats in van het dood-
sche zwartaandenhorizon. Inwelke
richting de boot zich bewoog, kon
zij niet uitmaken. Zij vroeg zich
af, wie der mannen zich aan het
stuurrad bevond.
Plat op den grond liggend, legde
zij haar oor tegen de spleet van
de deur, waaronder 'n zwakke licht
streep te voorschijn kwam.
De stemmen werden verstaan
baar.
„Alle donders, we hebben Black-
stone nu bij den kraag, het leu
genbeest," zei de kaptein. „Het
kleinste kind in Bradmere weet, dat hij van het geld
der Rixby's heeft geleefd, sinds hij zich in die fami
lie heeft ingedrongen. Ik heb jullie al verteld, dat
z'n vrouw een paar dagen geleden gestorven is, en
ik heb menschen in Bradmere hooren vertellen,
dat mevrouw den ouden schavuit geen cent heeft
nagelaten. Als dat nu zoo is, en ik hoop het van
harte, waar moet hij dan z'n contanten vandaan
krijgen, als het niet van dezen knaap is Een
schorre lach, en daarna„Hebben we hem niet
fijn te pakken gekregen, kerels Bij den duivel,
nooit heeft een kraaiende haan erger in de knel ge
zeten dan de oude Will 1"
,,'t Is de zuivere waarheid 1" knarste een andere
stem.
„Maar u zult toch zeker den knaap niet dooden,
kaptein en 't meisje met haar oor tegen de deur
begreep, dat het Mike was, die uit de goedheid
van zijn hart deze woorden had gesproken.
„Dat hangt ervan af," was het luide antwoord.
„Ik zal hem nooit aan Blackstone uitleveren dat
staat vast. En hij zal ook niet op een bed van rozen
slapen, zoolang hij bij mij is. Ik heb vernomen, dat
de oude Will 'n zwak voor den jongen heeft. Nu en
dan zal ik wel gelegenheid hebben, hem te laten
hooren, hoe de jongen lijdt. En intusschen zal ik
niet vergeten, dat ik bijna twee jaar achter de
tralies heb gezeten door het valsche getuigenis van
dien kerelGemeene boef I En nu wat het meisje
betreftZij is een probleem. Ik ben bang voor dat
kleine kreng. Ze heeft zoo'n duivelsche uitdrukking
in haar oogen. Ik sta nog in twijfel, of ik haar niet
in zee zal slingeren."
Hier liet matroos Mike een verontwaardigd
protest hooren.
„Ik kan zulk een handelwijze niet goedkeuren,
kaptein," viel hij hem met heesche stem in de rede.
„Luister eens! Je bent verplicht den jongen te
houden, om je zaak met Blackstone te vereffenen,
maar kan de mond van het meisje niet met drei
gementen gesnoerd worden Meisjes zijn op slot
van rekening uilskuikens, bange katten, als men ze
de klemmen eens aanzet. Zij is heelemaal niet ver
schillend van de anderen. Zag je niet, hoe wit ze
was om haar neus Ik zie het nut van een moord
niet in, als die niet noodzakelijk is. Zij is niets meer
dan een klein meisje, en als men haar eens goed de
vuist laat zien en eens goed in haar ooren brult,
durft ze zelfs in donker niet meer buiten komen,
laat staan haar mond opendoen, als het haar ver
boden is. Mijn opinie is, datwe het meisje in 't leven
moeten laten, kaptein. Zet haar van de boot, niet
te dicht bij Bradmere, en zij zal als een duif naar
huis vliegen."
Rita hoorde het zware schrapen van een keel.
„Te drommel, wat ben jij een stomme ezel,"
gromde Kresserie. „Was jij de man, die door Black
stone in de gevangenis werd geworpen Nee, dat
was je niet. Je praat, alsof ik eiken dag een moord
bega. De hemel weet, dat ik niet hunker naar het
bloed van het meisje op m'n handen, maar ik zou
me 'n weg banen door 'n stad van zielen om Black
stone te bereiken. Ik joeg hem al 'n keer de stui
pen op het lijf met 'n paar kogels en z'n zuster
met 'n telefoontje. Kijk maar verontwaardigd,
als je wilt, Mike, maar ik kan m'n weifelend gemoed
niet de overhand laten behalen op m'n hersens.
Ik heb geen zin, twintig jaar te krijgen voor het
ontvoeren van Rixby. Een vrouw op den weg kun
je niet vertrouwen, en ik ben nog wel getrouwd ook,
en daarbij verkikkerd op mijn vrouw. Mike, jij
drinkt veel te veel. Je verstaat geen woord van wat
ik zeg. Luister 1 Heb ik geen gelijk, Rufe, wanneer
ik zeg, dat het meisje, indien het in leven zou blij
ven, ons zonder mankeeren achter de tralies zou
helpen. Mike, jij koppige dwaas, laat die whisky
nu staan Je bent al heelemaal in de pekel. Nu
moet ik Wallie eens van z'n stuurrad gaan halen.
Die heeft ongetwijfeld ook al een stuk in z'n kraag.
We hebben vannacht te werken. Wij zullen naar
Gull Island koersen en daar den jongen achter
laten. Will Blackstone zal ondervinden, dat we
niet zulke schurken zijn als hij
denkt. Ik zeide, dat je die whisky
moet laten staan, Mike."
Rufe brulde van het lachen.
„Mike heeft er verdriet van, dat
we 't meisje aan de visschen moe
ten overleveren," zei hij. „Laat
hem maar z'n gang gaan, Jack.
Laat Wallie zich ook maar een
roes zuipen. Papkindjes, leeghoof
den Mike en Wallie 1 Wij kun
nen samen dat zaakje wel bered
deren, Jack."
Een stoel werd over den vloer
geschoven. Toen hoorde Rita, wier
hoofd bonsde, zeggen
„Ach, laat ze hun gang gaan
Neem er nog een, Mike 1 Mooi zoo!
Drommels, ouwe apekop, 't lijkt
wel, of je 'n maag van lood hebt.
Toe, slik in, oud varken!"
„God sta ons bij 1" fluisterde
Rita, terwijl zij zich gehurkt van
de deur verwijderde.
HOOFDSTUK XXXII
RITA TREEDT HANDELEND
OP
TDita sloop behoedzaam de hut
binnen en sloot zachtjes de
deur. Zij herinnerde zich, dat er
laden waren onder de plank, waar
op de flesschen stonden. Aangezien
ze op haar kousevoeten was,
maakte ze even weinig geluid als
een kat. Langzaam en voorzichtig
liep zij naar de plank. Haar na
sporing begon met het uittrekken
van een lade. Zij tastte in het rond
en haar hand beroerde eenige
papieren, een flesch en zij
slaakte inwendig een uitroep 1 In
één der hoeken lag een revolver.
Zij onderzocht het wapen nauw
keurig. Bill bezat een revolver,
die zij onder zijn ervaren leiding
dikwijls had gebruikt. Ja, zij was
geladen.
ONDER HYPNOSE.
(Foto Fox
(Wordt voortgezet)