Het Recht van den Sterke, doch de List van Je Zwakke ALIDA VAN REYN 872 VRIJDAG 16 JANUARI 1931 No. 44 NAAR T ENGELSCH DOOR Mr. Gribble zat in zijn kleine voorkamer in een staat van felle boosheid en verbazing. Het was half zeven en er was geen Mrs. Gribble nog erger, er was geen thee. Gedurende zijn dertigjarige verbintenis was dit nog nooit voorgekomen, daar had hij wel voor gezorgd. Het vuur in de keuken was uit en de resten van Mrs. Gribble's twaalfuurtje stonden nog op de tafel. Het eenige, wat Mr. Gribble er van denken kon, was, dat zijn vrouw uitgegaan was en over reden. Eindelijk werd hij opgeschrikt door het geluid van een sleutel in het slot van de voordeur en een oogenblik later kwam een kleine, angstige gedaante de kamer binnen en leunde buiten adem tegen de tafel. „Ik ik kwam zoo spoedig mogelijk terug," hijgde Mrs. Gribble. „Waar is mijn thee barstte haar echtgenoot los. „Wat beteekent dat allemaal Het vuur is uit en 't is overal een rommel 1" „Ik ik ben naar een advocaat geweest, Henry." zeide Mrs. Gribble „en ik moest daar wachten." „Advocaat herhaalde haar echtgenoot. „Ik kreeg vanmiddag een brief om te komen. Oom George, die naar Amerika is gegaan, is gestorven." „Dat is heelemaal geen reden om mij te ver- waarloozen," zeide Mr. Gribble. „Natuurlijk gaan menschen, die oud zijn, dood. Is het die man, die er zich bovenop gewerkt heeft Zijn vrouw knikte. „Hij hij heeft mij twee honderd pond per jaar nagelaten," zeide zij, haar oogen met haar zakdoek afwisschend. „Zij zullen het mij per maand uitbetalen." „Twee honbegon Mr. Gribble, „twee hon ga en zorg voor mijn thee Als je denkt airs te kunnen aannemen, omdat je oom je geld heeft nagelaten, dan vergis je je." Hij schoof een stoel bij het raam en terwijl zijn vrouw in de keuken bezig was, staarde hij in ge dachten naar de stille straat. Tweehonderd pond per jaar „Het is wel prettig, dat wij op onzen ouden dag nog wat geld krijgen," zeide Mrs. Gribble, terwijl zij de tafel dekte. „Ouden dag 1" zeide haar man op onaangenamen toon. „Wat bedoel je daarmee Ik ben twee-en vijftig en voel mij nog een jongen vent." „Je ziet er ook nog jong uit," zeide Mrs. Gribble. „Praat niet zooveel," verzocht haar echtgenoot. „Als ik je meening over mijn uiterlijk noodig heb, zal ik het wel zeggen. Wanneer wordt de eerste termijn uitbetaald „Aanstaanden Dinsdag, den eersten Februari," antwoordde zijn vrouw. „De advocaat zal het per aangeteekenden brief verzenden." Mr. Gribble bromde wat. „Het zal mij toch spijten dit huis te verlaten," zei zijn vrouw, de kamer rondkijkend. „Wij hebben hier al zooveel jaren gewoond, Henry." „Het huis verlaten herhaalde Mr. Gribble, zijn theekop neerzettend en haar aanstarend. „Waar praat je over „Wij kunnen hier toch niet blijven wonen,Henry" aarzelde Mrs. Gribble. „Nu we zooveel geld krijgen. Er worden op 't oogenblik prachtige huizen in Charlton Lane gebouwd badkamer, centrale verwarming en mooi glas-in-lood in de voordeuren." Mr. Gribble liet zijn vuist hard op de tafel neer komen. „Dit huis is goed genoeg voor mij," barstte hij los, „en wat voor mij goed genoeg is, is voor jou ook goed genoeg. Je wilt het geld gaan weg gooien, dat is het 1 't Verwondert mij nog, dat je geen meid wilt hebben." Mrs.Gribble keek met schuldigen blik op haar bord „Wij zullen leven, zooals wij tot nu toe gedaan hebben. Als ik jou je gang liet gaan, zouden wij later in 't armenhuis terecht komen." Hij stopte zijn pijp en rookte bedachtzaam, terwijl Mrs. Gribble den boel wegnam en af ging wasschen. Den eersten Februari verorberde hij langzaam zijn ontbijt, waarna hij een stoel bij 't raam schoof en naar den brievenbesteller ging uitkijken. 1) Mrs. Gribble's zachte waarschuwing, dat hij te laat op zijn werk zou komen, geschiedde aan doove ooren. Hij sprong plotseling op en opende de deur voor de postbode. „Is het gekomen?" vroeg Mrs. Gribble, haar hand uitstekend. Als antwoord scheurde haar man het couvert open, telde de bankbiljetten en liet ze in zijn zak glijden.J"oen keek hij naar de klok en zijn hoed grijpend, snelde hij 't huis uit. Hij kwam dien avond laat thuis en zijn handel wijze verbood alle conversatie. Mrs. Gribble zuchtte diep en bracht af en toe haar zakdoek naar haar oogen. „Dat geeft niets," zeide haar man, „dat zal hem niet terugbrengen". „Wien terugbrengen vroeg Mrs. Gribble verwonderd. „Wel, je oom George," zeide Mr. Gribble. „Daar huil je toch om, niet waar „Ik dacht niet aan hem," zei Mrs. Gribble, trachtend dapper te zijn. „Ik dacht aan „Wel, geen won der, dat je aan hem denkt," viel haar man haar in de reden. „De arme vent was niet mijn oom, doch hij is den geheelen dag nog niet uit mijn'ge- dachten geweest." „Ik dacht over mijn kleeren,"zeide Mrs. Gribble, haar handen onder de Spiegeleieren. tafel krampachtig ineenkleminend. „Toen ik wist, dat ik iedere maand een behoorlijk bedrag ont vangen zou, was mijn eerste gedachte aan nieuwe kleeren. Mijn oude zijn heelemaal afgedragen en wat mijn hoed en mantel aangaat...." „Ga door," zeide haar man. „Ga door. 't Is juist, zooals ik gezegd heb, als ik jou beheer over 't geld geef, zullen wij armer dan ooit zijn." „Ik schaam me om uit te gaan," zeide Mrs. Grib ble. „De plaats van een vrouw is haar huis," zeide Mr. Gribble; „en zoolang ik met je verschijning tevreden ben, hoef je je niet te schamen. Voor wien wil je je dan optooien Niets zoo leelijk als een opgedirkte vrouw." „Wat ga je dan met al dat geld doen vroeg Mrs. Gribble met trillende stem. „Dat zal je wel zien," zei Mr. Gribble vastbe sloten. „Ik heb al die jaren mijn best voor je ge daan en er is geen reden, waarom ik er niet mee door zou gaan. Wat zei je Wat 1" Mrs. Gribble wendde haar angstig en bleek gezicht naar hem toe. „Ik ik zei dat het mijn geld was," stamelde zij. Mr. Grubble stond op, smeet 'n stoel omver, pakte zijn hoed en sloeg de straatdeur met een harden slag achter zich dicht. Het was over elven toen hij terugkwam, doch zelfs bij het zien van zijn vrouw, die haar kleeren zat te verstellen, keerde zijn goed humeur niet terug. „Oom George is dood," zeide hij, eindelijk, het hoofd schuddend. „Had geen aardige familie, maar toch een goede man. Goede man 1" Hij schud de weer het hoofd en staarde droevig naar zijn vrouw. „Hij was geheelonthouder,"merkte zij terloops op. „Hij was geheelonthouder," herhaalde Mr. Gribble. „Goede man, oom George dood Mrs. Gribble pakte haar werk bijeen en begon het op te bergen. „Bedtijd," zeide Mr. Gribble en verdween zin gend naar boven. Den volgenden morgen begaf hij zich met loome schreden naar zijn werk. Het was een mooie lente morgen en hij vond het wel wat gek, dat een man met tweehonderd pond per jaar zich nog iederen dag ging afsloven. Wat had hij aan geld, als hij geen vrijheid had Tegen het einde der week had hij zijn besluit genomen en op Maandagmorgen bleef hij met de handen in zijn zakken kalmpjes in zijn stoel zitten en ontving de waarschuwingen van zijn vrouw, dat het meer dan tijd was weg te gaan met een superieuren glimlach. „Het is' veel te mooi weer om vandaag te wer ken," zeide hij lui. Mrs. Gribble staarde hem verwonderd aan. „Dus zei ik Zaterdag met een week op," ver volgde haar echtgenoot, „en de firma zeide mij, dat ik wel kon gaan zonder op te zeggen." „Je hebt toch niet opgezegd, wel vroeg Mrs. Gribble ontzet. „Ja, natuurlijk. Ik heb dertig jaar lang voor je gewerkt en ik heb er genoeg van. Nu is het jouw beurt." ,,'t Zal moeilijk zijn op jouw leeftijd een andere betrekking te vinden," zeide zijn vrouw. „Vooral nu je geen getuigschriften hebt." „Betrekking," zeide ander verwonderd. „Be trekking 1 Ik zei je toch, dat ik er genoeg van heb." „Maar veronderstel eens, dat er eens iets met mij gebeurde," zeide zijn vrouw bekommerd. „Daar is niet veel kans op. En gebeurde er iets, dan komt mij het geld toe." Mrs. Gribble schudde het hoofd. „Wat bulderde haar man. „Ik heb het slechts bij leven geërfd, Henry. Ik dacht, dat je wist, dat het ophield, als ik stierf." „En wat moet er van mij worden, als er iets met jou gebeurt?" vroeg Mr. Gribble veront waardigd. Mrs. Gribble bracht haarzakdoeknaarhaaroogen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 12