No. 44
VRIJDAG 16 JANUARI 1931
873
Hongerige meeuwen.
„Begin jezelf niet van streek te brengen
met te gaan huilen," riep haar man. „Wat
mompel je nu?"
„ik ik zei, laten wij hopen dat
jij eerst gaat," snikte zijn vrouw. „Dan
is alles in orde."
Mr. Gribble opende zijn mond en sloot
dezen weer. Voor den eersten keer in zijn
leven kon hij geen woorden vinden. Einde
lijk barstte hij los.
„Ik reken er op, dat je er voor zorgt
niet ziek te worden en er steeds om denkt,
dat als jij 't hoekje omgaat, ik straatarm ben."
„Ik zal trachten om jou went wille lang te
leven, Henry," zeide zijn vrouw.
Mr. Gribble besloot echter naar den
advocaat te gaan om te informeeren, of
de zaak werkelijk zoo in elkaar zat. Hij
kwam ontmoedigd terug en bracht den
ganschen mooien dag in huis door, rookte
zijn pijpen sloeg voortdurend de kleine, smalle
figuur van zijn vrouw, die druk bezig was,
gade.
De tweede maand verdween de geldzending
als vanzelfsprekend in zijn zak, doch dezen
keer vroeg Mrs. Gribble niet om nieuwe
kleeren of sprak zij over een ander huis.
Alleen kuchte zij wat nerveus.
„Kou gevat vroeg haar echtgenoot ver
schrikt.
„Ik denk het wel," antwoordde zijn
vrouw en verrast door deze ongewone belang
stelling hoestte zij weer.
„Is 't je keel of je borst informeerde hij.
Mrs. Gribble hoestte vijf keer, voordat zij
wist, dat het haar borst was.
„Je moet vandaag maar niet op straat
gaan," zei Mr. Gribble. „Ik zal iets voor
de hoest meebrengen, als ik uitga. Hoe denk
je er over wat te gaan liggen
Zijn vrouw stemde toe en vanaf den divan keek
zij door halfgesloten oogen naar haar man, die de
ontbijttafel afruimde. Het was de eerste keer in
zijn leven, dat hij zooiets deed en zij was er een
weinig trotsch op, dat haar hoest dit bewerkstel
ligd had. Zij dacht erover, dat het gebruik hiervan
af en toe geen kwaad kon.
Na een week kwamen allerlei kwalen te voor
schijn als zij een trap op liep, hijgde rij, droeg
zij een theeblad met theegerei, dan kreeg zij steken
in de zij. Had zij de kolenkit gevuld, aan duurde
het geruimen tijd, eer zij weer uitgerust was.
Je moest eens naar den dokter gaan," zei Mr.
Gribble. Mrs. Gribble ging. Jaren tevoren had de
dokter haar aangeraden zich niet over te vermoeien
en nu was zij in staat hem te zeggen, dat zij bereid
was zijn raad op te volgen.
„En weet u, ik moet mij terwille van mijn
man meer in acht nemen," zeide zij, nadat zij den
dokter alles had verteld.
„Ik begrijp het," zei deze. „Blijft u morgen
in bed en dan zal ik u nog eens onderzoeken."
Mrs. Gribble aarzelde. „U mocht na het onder
zoek wellicht denken, dat ik geheel in orde ben
toch zou u op dat oogenblik niet weten, hoe ik
mij gevoelde."
„Ik weet precies, hoe u zich gevoelt," was het
antwoord. „Goeden dag."
Den volgenden morgen onderzocht hij lang zijn
patiënte. Eindelijk was het onderzoek afgeloopen
en staarde de dokter, over zijn witten baard strij
kend, van de kleine, bleeke vrouw in het bed naar
de flinke, robuste gestalte van Mr. Gribble.
„U moet maar eens een weekje in bed blijven,"
zeide hij. „Rust zal u goed doen."
„Niets ernstigs, wel vroeg Mr. Gribble, toen
hij den dokter uitliet.
„Zij is niet zeer sterk," zei de dokter. „Onder
gunstige omstandigheden kan zij 't evenwel nog
jaren volhouden. Van het grootste belang is
haar nooit tegen te stribbelen. I.aat haar in alles
haar zin doen."
„In alles haar zin?" herhaalde de verbijsterde
Mr. Gribble.
De dokter knikte. „Laat haar nooit over iets
mijmeren en bovenal wees altijd kalm tegen
haar."
„Ook niet om haar bestwil vroeg Mr.
Gribble.
„Alleen als u het risico wilt loopen haar te
verliezen."
Mr. Gribble huiverde.
„Laat haar zooveel mogelijk haar gang gaan,"
zeide de dokter, zijn hoed opzettend, „en maak
niet, dat zij zich om de een of andere reden op
windt."
Hij-schudde de verslagen Mr. Gribble de hand
en verdween grinnikend. Hij had veel gunstelin
gen, doch Mr. Gribble behoorde niet tot hen.
Gedurende twee dagen deed hij het nuishouden,
toen verveelde het hem en op aanraden van zijn
vrouw kwam er een meisje als dienstbode.
Het was een verlichting voor Mr. Gribble, toen
zijn vrouw weer beneden kwam en hij merkte ver
heugd op, dat zij er veel beter uitzag. Zijn tevreden
heid was zoo in 't oog loopend, dat haar hoest
weer te voorschijn kwam.
„Ik denk, dat het aan het huis ligt," zeide zij
glimlachend. „Ik heb hier nooit goed kunnen aar
den."
„Je hebt hier al een aardigen tijd gewoond,"
zeide haar man, zich met moeite beheerschend.
„Het is tamelijk donker en klein," zei Mrs.
Gribble. „Het is geen geschikt huis voor mij en
ik denk. dat ik het hier niet zoo lang zal uit
houden."
„Nonsens!" zei haar echtgenoot kort. „Je
moet wat meer naar buiten. Je hebt niets te doen,
nu we ons geld verspillen aan een dienstbode
waarom ga je niet wandelen
Mrs. Gribble ging en eenige dagen later over
handigde een kwitantielooper Mr. Gribble het
resultaat dier wandeling in den vorm van een
kwitantie.
„Dertien gulden vijftig!" riep hij uit. „Het
zal een vergissing zijn u moet misschien bij ie
mand anders zijn."
Mrs. Gribble strompelde met haar hand op haar
hart naar den divan en lag daar met gesloten
oogen.
„Ik had wat stof noodig," zeide zij hijgend.
„Je wilt, dat ik uitga en ik zie er zoo armoedig
uit, dat ik mij voor iedereen schaam."
Mr. Gribble maakte allerlei rare geluiden in zijn
keel, terwijl hij naar de deur ging om het bedrag
te betalen. De volgende maand kwamen er een
rekening van de naaister en een rekening van de
modiste een week later kwam de rekening van
een schoenenzaak.
Voorts klaagde Mrs. Gribble over de vochtig
heid van 't huis en tegen begin September ver
huisden zij naar een der nieuwe huizen in Charlton
Lane, waardoor er een geringe verbetering in
Mrs. Gribble's gezondheid kwam. Haar wangen
bloosden en haar oogen schitterden over n'^uwe
gordijn<",i en nieuw linoleum. De een4", ale ver
warming, het glas-in-lood vervulde haar met
groote dankbaarheid. Alleen vond zij 't jammer,
dat zij haar man niet tot het koopen van verschil
lende benoodigdheden over kon halen.
„Wij hebben nieuw keukengereedschap noodig."
„Geen geld," zei Mr. Gribble laconiek.
„En een mat in de badkamer."
Mr. Gribble stond op en verliet het huis.
Voor het minste en geringste moest zii bij hem
aankloppen.
Tweehonderd pond per jaar en nog geen stui
ver, dien zij de hare kon noemen. Als zij genoeg
doorzettingsvermogen bezat, kon zij ook deze
kwestie voor eens en vooral regelen. Op den eersten
November zat zij 's morgens wit en bevend aan 't
ontbijt, wachtend op den postbode, terwijl de
niets vermoedende Mr. Gribble kalmpjes de
krant las.
De voetstappen op den weg kwamen al nader
e n Mr. Gribble zat met een schok rechtop en
wachtte met genoeglijke belangstelling. Haastige
stappen naderden de voordeur en de schel ging over.
„Altijd op tijd," merkte Mr. Gribbleopgeruimd op.
Zijn vrouw antwoordde niet, doch nam een
blauwe enveloppe van de meid in ontvangst en
keek rond naar een mes. Mr. Gribble strekte zijn
hand uit. Mrs. Gribble vond het mes, scheurde
beverig het couvert open, keek er in en met haar
blik op 't raam gevestigd, liet zij het couvert in
haar schortzak glijden. Zij zag er zoo bleek uit en
beefde zoo erg, dat de woorden van haar man op
zijn lippen bestierven.
„Je je kunt het mij beter in bewaring geven,"
zeide hij eindelijk.
„Het is in orde," hijgde zijn vrouw.
Zij bracht haar hand naar haar keel en nauwe
lijks haar overwinning geloovend, keek zij haar
man aan.
„Je kunt het verliezen," zeide deze grimmig.
„Neen, ik zal 't niet verliezen," antwoordde
zijn vrouw. Om verdere argumenten te vermijden
stond zij op en ging langzaam naar boven. Door
de open deur zag Mr. Gribbe, dat zij moeilijk de
treden beklom, haar hand nog steeds aan haar
keeldan hoorde hij, hoe zij langzaam de slaap
kamer binnenging.
Hij nam zijn pijp en vulde deze mechanisch, en
hield juist een lucifer boven de tabak, toen hij
ophield t'u met verbaasden blik naar het plafond
sparde. „Mijn kop er af, het klinkt precies, alsof
er iemand staat te dansen," gromde hij.
I) In Engeland woraen aangeteekende brieven aan buis
bezorgd.