4 vlo. 44 VRIJDAG 16 JANUARI 1931 863 Op de dorpen iuistrrt de fanfare elkefeestelijkheid ntet haar muziek op. den luisteraar komen, kan deze genieten. De mop van den boer, die tijdens een concert tegen den eigenaar van een schuiftrompet riep K& je 'm d'r nie uut- kriege zal zeker wel niet in Zeeland zijn ontstaan. Daar kent men de instrumenten wel zoo'n beetje. Talrijk zijn in Zee land ook de straatmu zikanten. Ze zijn bij het publiek zeer gezien en ieder loopt z'n deur uit om eens even te luisteren. Daarnaast de orgels. Vroeger ik heb ze in Zierikzee nog gekend de zg. „flesschenorgels", die een erg naargeestig geluid gaven. Deze zijn nu uit den tijd, en men De hoempa's. een hartverscheurend concert gegeven. Het fanfare-corps is er in Zeeland altijd bij als er iets te doen is. Het jubelt burge meesters in en later weer uit. Het blaast „op de tente" gedurende den zomer. Het luistert allerlei sport- en andere feesten op. Het brengt serenades. Vooral dat laatste is heel belangrijk. Als iemand zoo ongelukkig is, 25 jaar getrouwd te zijn, dan heeft ie per omgaande een heel muziekgezelschap voor de deur en naderhand in huis. Maar laten we hier het zwijgen toe doen. Zware concurrentie is er echter van de mandoline- en mondharmonica gezelschappen, die tegenwoordig zeer in trek zijn. Deze hebben ook al een vast publiek veroverd dat hun prestaties zeer waardeert. Vooral wanneer deze over het water tot Koperen Ko, de lieveling der bewonderende jeugd. De kleine muzikantjes met de groote instrumenten. ziet nu zelfs groote piere menten op wagens door de straten rijden. Een bijzondere attractie voor de jeugd is „koperen Ko". Elk jaar met de kermis verschijnt deze baas met zijn koperen punthoed en zingt allerlei eentonige maar griezelige liederen. Men zie maar eens op het plaatje, met welk ontzag het kleine meisje naar den muzikant op- gluurt. Trouwens, de aandacht voor den speler is grooter dan voor den fotograaf, die zich over 't algemeen toch ook zeer in de belangstelling van de jeugd mag verheugen. Muziek is er in Zeeland overal. Voor den dans, of zonder den dans, maar toch muziek. En als de gewone instrumenten zwijgen, dan zorgt de wind voor de muzikale illustratie van onze gedachten. Hij blaast in de schoor- steenen, en daartusschen dringt zich het zwaar moedig geluid van de talrijke booten op de Schelde. B. De stdisi.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 3