DE JONGLEUR E N H E T MJEISJIv DOOR C, VAN ARCEN 892 Fred Randow liet z'n spiegeleieren met ham koud worden, terwijl hij peinzend voor zich uit keek. Is er iets informeerde mevrouw Randow. Hij knikte haar toe en kleurde even. „Neen.... maar ik pieker erover of.... nou, of ik niet eens 'n beetje verandering in m'n num mer moet hebben. De lui zullen genoeg krijgen van mij alleen. Wat zou je er van zeggen als ik er wat leven in bracht, door 'n liedje met dans van 'n aardig meisje? Zoo'n luchtig, vroolijk dingetje, zie je."- „Weet je al 'n meisje?" vroeg mevrouw Ran dow. „Ja," bekende Randow. „Dat dochtertje van Johnson. Het arme ding staat heelemaal alleen nu haar vader dood is. Ze vroeg me gisteren of ik mets voor haar wist. Vind je niet, dat we iets voor haar moeten doen „Zeker." Zijn vrouw keek hem recht in 't ge laat. „Maar daar zal ik wel voor zorgen, ik beloof 't je. Jij hebt twintig jaar geleden bijna je heele carrière vergooid, omdat je 'n meisje wilde helpen, en ik zal er wél voor oppassen dat het niet wéér gebeurt." Toen glimlachte zij en ze stond op om hem 'n kus te geven. SISIft Fred Randow was als kind al aan 't tooneel geweest en zijn familie voorspelde hem een schit terende toekomst als acteur. Maar tot hun teleur stelling ontwikkelde Fred met de. jaren een buiten gewone handigheid in het jongleeren met appels, sinaasappelen, eieren, borden, kortom met alles waarmee men met mogelijkheid maar jongleeren kan. Fred was 'n knappe jongen, met aangename manieren en 'n zekere verlegenheid, die de men- schen dadelijk voor hem innam bovendien wist VRIJDAG 23 JANUARI 1931 No. 45 In het Januari-zonnetje. hij onmiddellijk de mentaliteit te schatten van zijn publiek. Langzamerhand werd hij „de beroemde jong leur", hij klom op tot wereldvermaardheid en ten slotte werd hij Fred Randow zonder meer, waar door hij het toppunt van roem- had bereikt. Hij verkeerde nog. in het voorlaatste stadium van zijn roem, toen hij Effie leerde kennen. Het was in den trein naar Crichtown, waar hij gedu rende een week zou optreden in het Hippodrome. Zij zat in een hoekje van den coupé tegenover hem, met een tasch tusschen beide handen ge klemd. Ze keek strak voor zich uit, terwijl nu en dan haar wangen kleurden als ze zijn bewonderende blikken voelde. Zij reisde ook naar Crichtown, waar ze de rol van het dienstmeisje zou vervullen in een nieuw stuk, dat in het Pallaseum zou wor den vertoond. Het zou haar eerste optreden wor den in 't publiek. Men kon zich moeilijk een meisje voorstellen, minder geschikt voor het tooneel dan Effie. Zij was. opgevoed met de gedachte, dat geen enkele man te vertrouwen is en tooneelspelers nog minder dan alle andere mannen. En ze had dan ook jaren lang moeten smeeken, eer haar moeder erin toestemde, dat ze het engagement aannam, dat Mr. Blake haar had aangeboden. Mr. Blake,, die vroeger eens in pension was ge weest bij Effie's moe der en die toen in het geheim op Effie was verliefd geraakt, had nu een eigen gezel schap gevormd. Fred zat gelukkig en tevreden stilletjes naar Effie te kijken, naar het lieve zachte gezichtje, de goud blonde krulletjes en de kleine smalle han den en voetjes. En zooals hij steeds de stemming aanvoelde van zijn publiek, zoo voelde hij nu ook hoe angstig en hoe zenuw achtig ze was. Daarom sprak hij haar niet aan. Ze waren de eenigen die uit den trein stap ten, toen ze moesten overstappen voor Crichtown. Hij hielp haar met de bagage en zij dankte hem ernstig en waardig. Het re gende en toen ze op het kleine perron stonden, hoorden ze, dat ze pas over twee uur aansluiting zouden kunnen krijgen naar Crichtown. Fred ging op onderzoek uit en was zoo gelukkig een wagentje te vinden, dat hem naar Crich town kon brengen. Hij noodigde Effie, kalm en vriendelijk, uit om met hem mee te rij den, en het bleek toen, dat ze beiden ih hetzelfde pension een kamer besteld hadden. Ondanks alle waarschuwingen var haar moeder, was het Effie niet moge lijk Fred als een schurk te beschouwen. Hij was zoo vriendelijk en behulp zaam, en hij was verlegen, haast net zoo verlegen als zij. Dat gaf den doorslag. Onderweg vertelde ze hem, dat ze eens 'n groote actrice hoopte te worden, maar dat ze bang was voor allerlei wat er vóór dien tijd nog gebeuren kon. Ze vertelde hem ook van haar engagement bij het gezelschap van Blake en hij kon slechts met moeite weerstaan aan 3e verzoeking om haar te verbieden naar hem toe te gaan, want hij kende Blake. Hij wist zich echter te bedwingen, maar hij nam zich vast voor over zijn Effie te waken. „Zijn Effie I" Hoe heerlijk klonken die twee woordjes Het rijtuig hield stil voor 't pension en Fred stond naast Effie op de stoep, alsof ze al man en vrouw waren. Die gedachte verrukte hem zoo zeer, dat hij zijn vinger op het belleknopje gedrukt hield, tot de deur met 'n ruk geopend werd door 'n dikke hospita, die verzekerde minstens gedacht te hebben, dat er brand was. Bij de deur van haar kamer stak Effie hem, met een keurig gebaartje en 'n vriendelijk, ernstig dank woord, de hand toe en van verrukking vergat Fred te vragen wanneer hij haar weer zien kon, eer de deur voor zijn neus gesloten werd. Om half acht den volgenden avond zat Effie, zonder dat Fred er iets van wist, al op 't schellinkje van het Hippodrome, vurig hopende dat ze hem nog zou zien optreden eer ze weg moest om in het derde bedrijf van „De erfenis van den graaf" als dienstmeisje op het tooneel te verschijnen. Ze was, onder haar mantel, reeds geheel en ai gekleed voor haar rol. De gordijnen spleten vaneen en daar stond Fred, een en al glimlach, zoodat z'n mooie witte tanden te zien waren. Hij ging nonchalant op 'n tafel zitten, kruiste z'n beenen en gooide zes glin sterende ballen de lucht in. Nu en dan leek het of hij er een missen zou o, hij hèd hem gemist neen tóch niet 1 Een luchtig stootje met den voet bracht hem weer op z'n plaats, en Effie zuchtte van verlichting. Wat wist Fred de menschen te pakken, met zoo'n grapje hier en 'n grapje daar 1 Het was niet zoozeer door wat hij deed, maar hoe hij het deed. En 't was opeens of Fred altijd, zoo lang als je maar denken kon, je allerbeste vriend was geweest. Hartelijk gelach klonk de zaal door iedereen was vol aandacht, Opeens een doodsche stilte, die verbroken wordt door luid en hartelijk lachen als Fred's beste truc ten slotte toch niet mislukt. Het gordijn gaat dicht en even is er stilte, maar dan breekt er een oorverdoovend applaus los, dat aanzwelt als Fred weer verschijnt om te bedanken, tot het Effie is of heel de aarde ervan vervuld moet wezen. Dan holt ze naar het Pallaseum en er is een blijde opwinding in haar, welke niet alleen door de gedachte aan haar eerste optreden wordt veroorzaakt. Het derde bedrijf is juist begonnen als Fred in de derde rij stalles gaat zitten, nog net bijtijds om Effie te zien, die op een zilveren blad een brief brengt naar Blake. Fred vindt dat ze er snoezig uitziet. In waarheid echter is er van haar blanke teint en haar kinderlijk lief gezichtje in de zaal niet veel te zien. Bovendien spreekt Effie binnensmonds en ze loopt héél slecht. Maar Fred, anders nogal critisch aangelegd, ziet niets van dit alles. Hij is vol bewondering en na afloop wacht hij haar op bij de tooneeldeur. Hij blijft in 'n hoekje staan om haar niet te verschrik ken en hij volgt haar op eenigen afstand om haar te kunnen beschermen als dat noodig wezen mocht. Effie loopt door zoo vlug ze kan en haastig trekt ze de huisdeur dicht, juist als Fred beneden aan de stoep staat. Fred volgde Effie iederen avond als ze naar huis ging en soms zag ze er zoo ontdaan uit, dat zijn vingers jeukten om een pak slaag te geven aan Blake, die dat zeker dubbel en dwars verdiende. Als hij Effie nu en dan ontmoette, groette ze hem koei en stijfjes, zoodat hij het niet waagde haar

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 11