No. 45
VRIJDAG 23 JANUARI 1931
887
bed Was het eerst gisteren geweest Het leek wel
vijftig jaar geleden.
„Rita," en Henriëtte had haar dreigend aange
staard „er ligt straf voor je gereed, op den dag dat
Dr. Rugby hier z'n laatste visite maakt. Nog nooit
heb ik een meisje gekend, zoo slecht als jij I Mijn
verbazing, toen je verdwenen waart o foei 1
Hoe ben je uit die kamer gekomen Zeker uit het
venster gesprongen
Op dat oogenblik werd Bill Pock aangediend, en
met nijdig wiegelend hoofd passeerde Henriëtte
op haar terugweg uit de kamer den kleinen man,
zonder een teeken van herkenning te geven.
Bill was 'n heele poos gebleven, o, zulke kostbare
oogenblikken
Hij had zichzelf verwijten gedaan wegens de
teleurstelling van Bradmere's politie. Toen de
agenten dien morgen op Evergreen Island waren
gekomen, was de „Vliegende Havik" reeds gevlo
gen. Rita was allerminst bedroefd hierover. Ze
wist genoeg van Kresserie's geschiedenis om van
meening te zijn, dat zijn hevig verlangen naar
wraak niet meer dan natuurlijk was en dat
Blackstone hem en zijn vriend verraderlijk had
behandeld.
Zij hield juist haar gedachten met Edmond bezig,
toen de deur zachtjes opengingen Emmons haar
hoofd naar binnen stak.
„Ach, dierbaar schaap," fluisterde zij, en ze ver
toonde een van haar zeldzame glimlachjes, terwijl
ze binnentrad, en de deur sloot, „ik kom eens even
kijken. Het is me gelukt, de waakzaamheid van de
bazin te verschalken. Zij
wilde me zelfs niet toe
staan, dat ik je eten naar
boven breng. Ik geloof,
dat ze denkt, dat ik te
veel met je sympathiseer.
Ritie. Maar ze zit 'n tijd
je veilig vast, aangezien
ze moet luisteren naar
Mrs. Blackstone's testa
ment. Hoe voel je je,
kind
Ach, Rita was zoo blij,
dat ze eens 'n vriendelijk
gezicht te zien kreeg 1
„Een heeleboel beter,
en ik heb ernaar verlangd
je te zien, Bertha," ant
woordde zij. „Ik ben zoo
eenzaam geweest, Bertha,
och lieve Bertha, zeg me
eens, hoe hij 't vanmor
gen maakt
Ze was eigenlijk niet
van plan geweest, zoo'n
nadruk te leggen op dat
„hij". .Haar gelaat werd
vuurrood en Emmons ging
naast het bed zitten en
liet met 'n plof haar han
den op haar knieën vallen.
„Met dien, „hij" bedoel
je zeker Mr. Edmond
vroeg ze oolijk. „Goeie
grut, hij maakt 't zoo goed
als een jongen het maar
kan maken, die met 'n
gekneusd been in 'n wes
pennest terecht is geko
men, de arme ziel. O, er is
hier in dit huis nog meer
herrie dan in 'n circus met
drie banen." De spreek
ster haalde diep adem,
sperde haar mond open en
sloeg haar oogen ten he
mel. Vervolgens ratelde
ze dóór „ik dacht, dat
het in West Bradmere al
erg genoeg gesteld was,
toen de bazin zoo begon
te tieren, maar nu de heele
familie er is, lijkt het
heelemaal 'n losgebroken
gekkenhuis. Miss Black
stone en haar zuster heb
ben bijna iedere minuut
over iets ruzie, en allebei
geven ze me orders, die
mekaar tegenspreken, en
daar komt nog bij, dat die bakvisch aldoor aan
't grienen en snotteren is, omdat Mr. Edmond
haar niet in z'n kamer wil hebben. Ze loopt
maar rond als een verdwaald kalf."
„Bedoel je miss Atherton vroeg Rita, terwijl
ze zich op haar elleboog oprichtte.
„Ja, die bedoel ik 1" riep Bertha uit. „Maar kom
nu asjeblief niet uit je bed 1 Blijf rusten, zoolang
je kunt 1 Ik kan nog wel 'n paar minuten blijven.
Ik moet eens met iemand praten, of ik barst nog
uit elkaar." Zij hield even op en ging toen op fluis
tertoon voort„Wel, ze zegt, dat ze met Mr. Ed
mond gaat trouwen, en hij wil haar niet eens in z'n
nabijheid hebben. Nou, dat noem ik raar."
Rita kreeg 'n plotselingen aanval van zwakheid.
Ze liet zich terugvallen in het kussen en steunde
haar wang met de hand.
„O, 't is zoo'n aanstellerig nest, dat meisje 1"
ging Bertha voort. „Ik heb haar gezicht nooit
kunnen uitstaan. Ze is me te verwaand. Ze vertikt
het gewoon, tegen 'n achtenswaardige vrouw als
ik ben te spreken, behalve dan om me bevelen te
geven." Daarna begon Emmons te lachen. „En
wat denk je nu vroeg ze met gedempte stem,
terwijl ze een blik over haar schouder wierp.
„Wat bedoel je, Bertha?"
„O, 't is het grappigste ding, dat je ooit hebt
gehoord, Ritie," kondigde Bertha aan, „en het
vrouwvolk is woedend en Mr. Blackstone eveneens.
De jonge Edmond, hij zegt Zij hield op en kreeg
aanvallen van gesmoord lachen.
Wèt zegt hij?" vroeg Rita, en haar doffe
Hoe bereid ik erwtensoep f
oogen begonnen te schitteren van nieuwsgierigheid.
„O, Bertha, vertel me toch wat hij gezegd
heeft 1"
„Wat heb je hem gedaan, toen je daar in dien
nacht met hem op het vlot was vroeg Emmons,
en met geveinsde verslagenheid sloeg ze de oogen
neer.
„Ik heb hem alleen geholpen zooveel ik kon,"
antwoordde het meisje blozend.
„En hem zóó goed geholpen, dat hij niet meer
buiten je kan, m'n kind," ging Emmons voort.
„Hij heeft gisteren heel den dag om je gesmeekt en
vanmorgen is hij opnieuw begonnen. De verpleeg
ster zegt, dat ze hem bijna niet in bed kan hou
den."
Het was Rita, of ze een prop in haar keel voelde,
zoodat ze geen antwoord kon geven.
„Je moest je nu en dan eens als een muis in 'n
hoek kunnen verstoppen, Ritie, om hen te hooren
praten. Ze zijn om de een of andere reden allemaal
op je gebeten. Vanmorgen hoorde ik miss Black
stone tegen haar zuster zeggen „Een meisje, dat
een vloek op zich heeft rusten, zal niet vriend
schappelijk met mijn neef omgaan 1 Heb ik ooit
iets dergelijks gehoord Nee nóóit I" Het was een
volmaakte navolging van Henriëtte's „heb ik
óóit Ze had gehoopt daarmee het lieve, bedroef
de gezicht op de peluw te doen glimlachen.
Edoch, in plaats van te glimlachen, slaakte
Rita een langen, wanhopigen zucht. Zou dan die
vlek, die zoogenaamd op haar afkomst kleefde,
nooit worden uitgewischt Ach, het was ongetwij
feld zooais Bella had ge
zegd een meisje zooals
zij had geen andere taak
op aarde dan de misslagen
van haar ouders uit te
boeten. Zij zag er zóó
bleek en afgetobd uit,
dat Bertha trachtte haar
te troosten.
„Trek er je maar geen
steekvan aanarm schaap"
luidde haar vriendelijke
raad, en zij stond op.
„Je hebt in Mr. Edmond
een besten vriend ge
wonnen. Maar de Black
stone's hebben den jongen
juist daar gekregen, waar
ze hem hebben willen,
plat op z'n bed Mijn
meening is anders dat ze
hem dat vlasharige wicht
niet zoo gemakkelijk als
vrouw zullen aansmeren.
Maar mogelijk is het wèl.
Ik weet het niet. Kom
aan, ik moet nu eens naar
beneden gaan en zien
wat er in de keuken te
doen is." Vervolgens, tot
Rita's verbazing, boog
de vrouw zich voorover
en gaf haar een zoen.
In 't bediendenvertrek
ontmoette Bertha den
chauffeur Warren. Zijn
oogen stonden rond van
ontsteltenis.
„Goeie gerechtigheid,
Bertha," barstte hij los
,,'t testament is voorgele
zen en er is iets vreese-
lijks geschied 1 Mrs. Ather
ton heeft een zenuwtoe
val in de kamer van Mr.
Blackstone. Haar zuster
is ook bij haar en miss
Estelle is hier juist bin
nengestormd om water
te halen. Ze huilde en
wilde geen woord zeggen.
Bertha wrong haar han
den in komische wanhoop.
„Natuurlijk moest ik dat
schouwspel weer missen,"
bromde zij. Ik vraag me
af, wat er aan de hand is
geweest."
(Wordt voortgezet)