.stooltje 912 VRIJDAG 30 JANUARI 1931 No. 46 Sam Franklin was heelemaal uit het lood ge slagen. Verveeld en moe liet hij zich in zijn geliefkoosd hoekje van Tony's Tearoom neer vallen, en Tony, de eigenaar, een donker-oogige Italiaan, bracht hem een flesch Canadeesch bier en den bestelden schotel. Tony bleef even treuzelen en besteedde aan dezen gast meer onderdanige zorg dan hij gewoonlijk deed. Het was mogelijk, dat Tony hierin oprecht was, maar deze onderdanig heid kon even goed worden toegeschreven aan het feit, dat zooals Tony wist Sam Franklin aan een detective-bureau verbonden was en dat Tony verboden dranken in huis had. Zoodat hij het zaak achtte, goede vriendjes met zijn gast te blijven. Misschien maakte hij ook düArom nu de opmerking, dat Mr. Franklin er vermoeid uitzag. „Ja, ik ben moe," bekende Sam. „Het vak van een detective is niet bepaald gemakkelijk Tony voelde zich bij het woord „detective" niet bepaald gerustgestelder, en kon het eerste half uur niet nalaten voortdurend een schichtigen blik in de richting van Mr. Franklin te werpei>. Maar Sam was in zijn eigen moeilijkheden verdiept. Hij was niet lichamelijk vermoeid, maar geestelijk dood-op. Zijn huiselijk leven Dat was den laatsten tijd verre van rooskleurig geweestKon hij eigen lijk nog wel van 'n huiselijk leven spreken lederen dag was het ruzie. De scène, die hem dezen avond gedwongen had in Tony's Tea-room te gaan dineeren, vervulde hem nog met schaamte. Hij had Johny, zijn zoontje, om de ooren geslagen, en veel harder dan noodzakelijk was geweest. Hij had woorden gekregen met Grace, zijn vrouw hij was het appartement uitgerend en had de deur woedend achter zich dichtgeslagen. Grace was naar buiten gekomen en had in een poging tot verzoening, zooals thans tot hem doordrong naar beneden geroepen„Maar het eten staat klaar, Sam I" „lk ga ergens anders eten," had hij terug geroepen, „waar ik tenminste mijn maaltijd in vrede kan gebruiken." Johnny was van alles de schuld geweest. Hij had zijn vader, toen deze dien avond thuiskwam, met een luid „pang I" begroet, en met een straal water uit zijn waterpistooltje niet alleen Sam's das, maar ook zijn humeur bedorven. Hij was tegen Grace uitgevallen, omdat ze den jongen maar altijd met dat nare pistooltje liet spelen, en omdat zij hem ook nu weer in bescherming had genomen. En dan hij, de detective, was Johnny's held en trots (vandaar Johnny's voorliefde voor revolvers en overvallen 1), maar Grace's trots was hij heele maal niet. Tegenover vriendinnen verontschul digde zij zich zelfs over zijn beroep. Ook dat irriteerde hem. Was het niet een beroep als ieder ander En was het niet beter dan heelemaal niets Hij had zijn handen toegeknepen, toen hij eindelijk, na weken geen werk te hebben gehad, een baantje kreeg bij het Particuliere Detective- Bureau van Birge. Maar de hoofdoorzaak van hun vele oneenigheden was dit toch nietin laatste instantie was al hun getwist slechts toe te schrijven aan hun financieele moeilijkheden. De dagelijksche zorgen hadden hen beiden prikkel baar gemaakt. Geen mensch had Sam ooit een tekort aan handigheid verweten integendeel, hij was intelligent genoeg. Maar hij was van de eene baan naar de andere gezworven. Elke betrekking had hem aangetrokken had hem successen ge bracht, maar alle had den hem na eenigen tijd de keel uitgehangen. Het resultaat van zijn roeke- looze wispelturigheid was dit schrale baantje. Drie maanden geleden had hij bij zijn vader aan geklopt en gevraagd, of deze hem niet gebruiken kon, maar het antwoord was geweest, dat hij het eerst maar bij een ander tot iets moest brengen; eerder kon zijn vader er niet toe besluiten hem in dienst te nemen. On gelijk had zijn vader niet, bepeinsde Sam en fronste zijn wenkbrauwen. Tony, de waard, zag dit en werd onrustiger. Hij kwam naar Sam's tafeltje en veegde wat kruimeltjes weg, die er niet waren, en mompelde iets van „nog 'n flesch bier - Sam vervolgde zijn overpeinzingen.Grace had hem dien avond toegevoegd „Wat heb ik op die manier aan m'n leven Ze had gelijk. Wat had ze aan haar leven. Niets. Ze was een zuinig sloofje geworden, voor hem en haar klein gezin. Nu zat ze misschien weer te huilen Ze hielden veel van elkaar; en toch vlogen ze elkaar telkens in de De pianostemmer haren. Verzoeningen Cfoto Foxvolgden. Ook nu zou er wel een verzoening op volgen. Maar wat een el- lendigen avond had ze dan weer achter den rug. Hij voelde zich een hond van een man Maar wat hem het méést had gehinderd, en wat hem voorèl uit zijn humeur had gebracht, was het vermoeden (waarover hij Grace nog niet gesproken had) dat hij, in plaats van het bij Birge „tot iets te brengen", wel spoedig bij hem gedaan zou krijgen. Sam had zijn baantjes er wel dikwijls aan gegeven, maar ontslèg had hij toch nimmer gekregen. De oude Birge, een stevige, schrandere zestiger, had dien middag tegen hem gezegd „Franklin, waarbm hebben jullie jongelui van vandaag slechts ambitie voor de zaak, die jullie wordt opgedragen. Toen ik zoo jong was, kwam ik iederen dag bij m'n chef met een massa hypothesen en mogelijkheden betreffende de loopende zaken het kon me niet schelen, of ze me waren opgedragen of niet." Sam vond die opmerking niet eerlijk. Hij had dit reeds zoo vaak gedaan, maar Birge had zijn meeningen altijd een beetje uit de hoogte be handeld. „Daar heb je nu den diefstal van de Em- met-juweelen," vervolgde Birge. „Aan die zaak heb je nog geen oogenblik aandacht geschon ken." De chef werkte er zelf aan, in samenwerking met de politie. Sam begreep uit de opmerkingen van zijn chef, dat Birge met het geval geen raad wist. Birge's agenten waren op de partij, waarop de Emmet-juweelen een kostbaar parelsnoer met diamanten slot verdwenen waren, aanwezig geweest de dieven hadden kans gezien, het sieraad onder den neus van Birge's mannen weg te kapen. Het prestige van het Bureau stond thans op het spelBirge had er het grootste belang bij, dat de juweelen werden teruggevonden. Maar er waren drie weken verloopen, en, zoo meende Sam thans te begrijpen, zonder eenig resultaat op te leveren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 12