No. 46 VRIJDAG 30 JANUARI 1931 907 te overhandigen, die moeder hun wenschte te geven. Arme duivels I Zeg tegen hen, dat ik hun zeer verplicht ben, dat ze mij den schedel niet hebben gespleten." ..Moeten we hen dan niet vervolgen begon John weer. ..Goeie genade, neen," onderbrak hem de jonge man. „Twee jaren achter de tralies voor iets, dat ze niet hebben gedaan Daarmee hebben ze al voor alle eventueele euveldaden geboet. Weet m'n stief vader van dat geld „Neen, dat weet hij niet," antwoordde Worth, ..maar ik zal het hem vandaag nog zeggen, vóór ik vertrek. Maar nu moest je eens 'n poosje gaan slapen, m'n jongen. Vergeet niet, dat je een lee- lijken knauw aan je been hebt gekregen. Je bent zoo zenuwachtig als een rietje." „is het wonder, dat ik zenuwachtig ben?" vroeg Edinond geprikkeld. „Ik wensch Rita Holiday te zien. Ik heb minstens honderd keer gesmeekt, alleen maar om haar 'n enkel oogenblik te mogen zien." Zijn openhartig gelaat rimpelde zich. „Maar m'n stiefvader zegt," ging hij voort, „dat ze hier lieelemaal niet binnen kan komen. Tante Agnes heeft drie keer 'n zenuwtoeval gehad, in denzelf den stoel, waar u nu in zit, omdat ik weigerde Estelle aldoor om me heen te hebben, en tante Hetty heeft me bijna uit bed gebulderd. Estelle hangt me gewoon de keel uit. Waarom moet ik met haar trouwen, als ik nu eenmaal geen zin in haar heb, oom John „Dat hoef je niet," was John's antwoord. Edmondgaf'n woesten duw tegen z'n peluw. „Wel, die menschen zijn erger dan een zwerm vlooien," gromde hij mismoedig. „Ze schijnen te vergeten, dat Rita twee keer in één nacht m'n leven heeft gered. Waar om mag ik haar nu niet zien, oom John „Je móógt haar zien verzekerde Worth. „WanneerNuvroeg de jongen, met glan zend gelaat. „Als u haar bij me wilde brengen, al is het maar voor 'n paar minuten." Mr. Worth schudde aarzelend het hoofd. „Je hebt 'n zwaren morgen achter den rug, m'n jongen," merkte hij op. „Je doet beter, 'n paar uren te gaan slapen. Ik geef je m'n woord." „Ik kan niet slapen Ik wil niet slapen, nü niet!" viel Edmond hem in de rede. „Och, vergeef me, oom John, dat ik zóó tegen u spreek Maar ik kan niet rusten, vóór ik Rita gezien heb." „Waarom had Mr. Blackstone er bezwaar tegen, dat ze je bezocht 7" vroeg Mr. Worth. „O, hij noemt me 'n stijfkop, omdat ik bezwa ren heb tegen Estelle," antwoordde Edmond.„Ik zei hem, dat zij me zenuw achtig maakte. Nauwe lijks is ze binnen, of ze trippelt om me heen, tot ik bijna uit het bed vlieg, en tante Agnes vertroe telt me, alsof ik een baby was. Is er eenige reden, waarom ik Rita niet mag bedanken voor wat ze gedaan heeft „Zeker niet I Ik zie er ten minste geven 1 Ik acht het buitengewoon passend, dat je haar je dankbaarheid betuigt." Edmond zat nu over- GOV DA. Interieur eind in bed. Een blos kleurde zijn bleek gelaat. „Kan het nu al gebeuren, op dit oogenblik?" vroeg hij opgewonden. „U hebt toch gezag over mij „Zeker heb ik dat, Eddieglimlachte Worth en hij stond op. „Maar nu moet ik naar beneden om even met Willard te praten. Ga liggen en kom tot bedaren." Miss Willoughby kwam binnen, juist toen Mr. Worth de kamer verliet. „Knap me eens keurig op, zuster," drong Edmond koortsachtig aan. „Er komt bezoek! Kijk eens, hóe ik het bed in de war heb gebracht En laat me m'n haar kammen," en dat ging zoo door, tot miss Willoughby op 't laatst geheel bui ten adem was van het onverwachte werk. John Worth trof beneden Willard Blackstone en z'n zusters in Willard's kamer aan. Zij hadden het met hun vieren erg druk onder elkaar over Rita Holiday en Edmond. Met groeiend ongeduld vroeg Worth, of hij Willard even alleen zou mogen spreken. Toen de dames vertrokken, huilde Mrs. Atherton op luidruchtige wijze en miss Blackstone's schommelend hoofd werd in den nek geworpen om haar verachting te toonen. „Naar mijn inzicht zal de jongen minder zenuw achtig worden, als we zijn verlangen inwilligen, Willard," zei Worth, toen ze alleen waren. „Ed mond is het meisje dankbaar, en hij wil haar dat meedeelen, zooals ik ook al tegen miss Blackstone heb gezegd. Daarom heb ik hem beloofd, dat hij miss Holiday onmiddellijk zpu zien, en nu nog iets der Ironie Kerk, met een der prachtige gebrandschilderde ramen je moet hem niet zoo voortdurend Estelle opdrin gen. Hij houdt daar niet van en hij voelt zich ellen dig, hetgeen heel goed zichtbaar is. Willard, het spijt me, je te moeten meedeelen, dat ik miss Willoughby instructies heb gegeven om miss Blackstone en Mrs. Atherton den toegang tot Ed- mond's kamer te weigeren, zoolang hij nog te bed ligt." Als Willard dood was geweest, had hij niet blee- ker kunnen zien. Met 'n beetje ijver had hij John Worth de deur uit kunnen zetten, maar hij durfde niet. Hij bezat niet langer de macht. Zijn woelige gedachten werden onverwachts door Worth onderbroken „Blanche heeft me tienduizend dollar voor Kresserie en Macpel gegeven," kondigde hij zonder eenige voorbereiding aan. Een vreeseiijke verandering kwam over Black stone's gelaat. Hij scheen in één oogenblik vele jaren ouder te worden. Inwendig stortte hij ver- wenschingen uit op z'n gestorven vrouw. Hoe ont zettend, dat die man daar vóór hem voortaan vat op hem zou hebben O, kon hij die ergerlijke trans actie maar verbieden Hoe droog waren z'n lip pen hoe rauw was z'n keelWat 'n belachelijke dwaas was hij geweest, om zich tegenover Blanche te verraden betreffende den brandWaar was nu z'n stem, z'n vaste wil om Worth op den achtergrond te dringen Zij stonden elkaar aan te staren, ieder met vijandschap in z'n blik. Als achtenswaardig man met zin voor het alge meen welzijn, wist Worth ternauwernood, welke gedragslijn hij moest vol gen. Blackstone's over duidelijke erkenning van schuld was genoeg om hem te overtuigen. „Willard," zei Worth met gedempte stem, „ik ben overtuigd, dat Blan che's vermoedens juist waren. Als dit zoo is, dan wensch ik er niets meer over te hooren." Hij hield even stil en kwam een stap dichter bij den man, die in zijn stoel lag gedoken als een gekooid dier. „Als ik het niet liet ter wille van Blanche en Edmond," ging Worth met knarsend geluid voort, „dan zou ik deze zaak tot op den bodem navorschen, zoolang tot ik de waarheid vond. Maar zooals de zaken nu staan, zal ik het ontvoe- ringsgeval eenvoudig la ten rusten en zien, dat die menschen het geld krijgen, en verder zal ik er met geen levende ziel over praten." En zich op z'n hakken omdraaiend, verliet hij vlug de kamer. Terwijl John langzaam de trap afdaalde, herin nerde hij zich den moord- dadigen blik, die in Wil lard's oogen was gespron gen bij het vermelden van Kresserie's naam. Blackstone was schuldig, dat stond vastMaar op het oogenblik, dat Mr. Worth de kamer van Emond had bereikt, was hij tot deze conclusie ge komen Willard werd reeds gestraft, en zwaar gestraft, voor de misda den, die hij had bedreven Zich dwingend tot zelf- beheersching trad hij Edmond's kamer binnen. Hij glimlachte tegen den jongeman en zei fluiste rend iets tot miss Wil loughby. der Gebroeders Crabeth. Wordt voortgezet

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 7