qioüefMm VRIJDAG 30 JANUARI 1931 „Zij reden mijn hart als een nesting in, die sleepers par, Rotter- dam". Oude Hoofd). Een flink vrachtje, aan de Spaan- sche Kade. Bruintje trekt het mei! Ik heb ze gezien in mijn jongenstijd, Op de Maasbrug van Rotterdam. Het was als een optocht luidruchtigheid Het was als één dreunende volgzaamheid, Die mij koninklijk tegenkwam. Zij reden mijn hart als een vesting in, De sleepers van Rotterdam. „De Maasbrug nan Rotterdam". De sleepersmagens aan 'i Bolmerk. Zij zaten zoo hoog op den bonkenden bok En zwaaiden hun zweep in den knal. Een span van twee Belgische paarden trok Hen voort in den donder van wagenschok En schurend metaalgeschal. En onder hen luidde de Maas als een klok, Op de pijlers en barschen wal.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 8