5cv^SvpoptVt U\V° 01lJFTE No 47 VRIJDAG 6 FEBRUARI 1931 925 Het s.s. „Edera", dat onlangs schipbreuk leed, zal er ook aan moeten geloooen. In mootjes wordt het eens zoo trotsche schip gebrand en geslagen. Stilleven oan luchtkokers op het sloojtersbedrijf te Hendrik Ulo Ambacht. Vindt ['hel geen schilderachtige peizanteUng 'f Zware ijzeren platen morden los gebrand. Vuur is fel en sterk.' Het zijn me nog ul „liene" stukken, die de slooper moet vierentleelen. Als hij zijn Jielscheplant dan ook niet als wapen had, zou 't er slecht uitzien. Sloopen is eigenlijk geen aantrekke lijk bedrijf, maar 't kan soms hoog- noodig zijn. Oude huizen, oude schepen dienen afgebroken, gesloopt te worden en daarvoor kan dan het nieuwe in de plaats komen. Nu valt 't sloopen van sommige zeer hecht opgebouwde dingen door den regel niet mee. Er is wat men noemt „mannenkracht" voor noodig en deze alléén schiet nog veel te kort. Maar de menschen zijn vinding rijk en wat aan lichaamskrachten ont breekt wordt door den geest, die allerlei hulpmiddelen uitvond, aangevuld. Zoo doet bij het schepen sloopen, als men bet harde ijzer moet vernielen, de scherpe vlam (autogeen-bewerking) goede dien sten. IJzeren platen worden losgebrand, massieve stukken stukgesneden. Wie den slooper in zijn nuttig en noodig ver nielingswerk nader wil gadeslaan, beziet aandachtig onze foto's, die wij van het schepensloopersbedrijf te Hendrik Ido Ambacht vervaardigden. Men ziet, dat sloopen goed kan zijn, mits men daar naast het nieuwe en betere opbouwt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 5