De zuster knikte en trok zich terug. Hij
voelde een plotselinge opwelling van
dankbaarheid, dat die knappe jongen
onder zijn bescherming was gesteld.
„Het lag me al zoo bij, dat ze haar niet wilden
laten komen," zei Edmond heftig. „Maar nu kom
ik ook onmiddellijk uit dit bed, oom John."
Mr. Worth lachte flauwtjes, maar het was geen
vroolijke lach.
„Niet zoo hard van stapel loopen, m'n zoon,"
zei hij. „Ze komt spoedig. Miss Willoughby is haar
gaan halen. Het is verduiveld vreemd, hoe sommige
menschen denken. Ik was genoodzaakt 'n paar
scherpe woorden met Mr. Blackstone en zijn zusters
te wisselen." Hij werd ernstig, terwijl hij vervolgde:
„Je moeder had gelijk wat Kresserie en Macpel
betreft. Ik ben van meening, dat ze het geld moeten
hebben in weerwil van hun schandelijk optreden
tegenover jou en Rita."
Zich niet langer meer interesseerend voor de
ontvoerders, vroeg Edmond
„Was m'n stiefvader erg razend over Rita?"
„Ja, heel ergHet leek wel, of hij bang was,
dat Rita je misschien zou opeten Worth's oogen
twinkelden. „Tusschen twee haakjes, Edmond,
je vindt het toch zeker goed, dat ik in de kamer
blijf, terwijl miss Holiday hier is? De familiewas
bijeen, toen ik op het tooneel kwam, en mijn aan
kondiging veroorzaakte 'n heele opschudding. De
arme Mrs. Atherton kreeg een zenuwtoeval, en
miss Henriëtte betuigde heftig, dat zij naar boven
zou komen om Rita te chaperonneeren, maar ik
heb zelf die taak op me genomen." Hij hield op en
keek Edmond peinzend aan. „Zeg 'ns, m'n jongen,
wist je al, dat miss Holiday voor 'n tijdje naar
Springfield zal worden gezonden
„Naar Springfield gezonden Waarom haast
te zich Edmond te vragen.
„Ik weet het ook niet," antwoordde Worth
hoofdschuddend. „Blackstone weigerde mij elke
inlichting. Hij is Rita's voogd, zooals je weet."
„Maar als ze weggaat, zal ik haar niet meer zien,
vóór ik in staat ben uit te gaan," zuchtte Edmond.
Hij had geen tijd om nog verder voor zich of
Rita te pleiten, want de deur ging open, en miss
Willoughby en Rita zelf kwamen binnen. De ver
pleegster hield van romantiek, en zij bewonderde
het bleeke, liefelijke meisje, ondanks het afschu
welijke zwarte costuum. Hoe graag had zij bij
haar thans glimlachenden patiënt willen blijven 1
Maar zij kende haar plicht en vertrok.
„Ik ga zoolang bij dat venster staan lezen,
Edmond," zei Worth, nadat hij Rita had gegroet.
Meteen keerde hij zich om en stapte naar het raam.
Twee seconden later nam hij 'n magazine op en
concentreerde al z'n aandacht op den inhoud ervan.
Gedurende een lange poos staarden Edmond en
Rita elkander aan. Beiden jongen menschen scheen
het toe, of zij alleen op de wereld waren. Edmond
was sprakeloos, zoozeer popelde hij van verlangen.
Hij strekte zijn hand uit, en bijna als iemand die in
een droomtoestand verkeert, ging Rita op hem af
en legde haar vingers in de zijne.
„Ga zitten, liefste," fluisterde hij. „Ik was juist
van plan, het bed uit te springen om je te gaan
zoeken,"
Rita ging zitten, bevend over al haar ledematen.
Niemand dan zijzelf en God wist, hoezeer zij naar
dit oogenblik had verlangd. En nu het was aange
broken, was haar tong verlamd. Wel vijftigmaal
had zij haar eerste woorden tot hem bij zichzelf
gerepeteerd. Zij zou hem vragen naar zijn been en
in 't algemeen naar den staat van zijn gezondheid.
Ze zou hem zeggen, hoe mooi de dag was, hoe heer
lijk de bloemen geurden O, ze was van plan
geweest er 'n paar te plukken en ze mee te brengen 1
Maar al had ze er haar leven mee kunnen redden,
ze had geen volzin kunnen uitbrengen. Ze was zich
enkel bewust van de verblindend blauwe oogen,
die op haar waren gericht.
„Rita," fluisterde Edmond innig, „hoeveel
malen heb ik je gekust op het vlot
Zij staarde hem aan, aldoor bleeker wordend, en
aangezien haar tong nog steeds den dienst weigerde,
was een licht schudden van het glanzende, donkere
hoofd het eenige antwoord, dat hij kreeg. Terwijl
ze haar gelaat schuw hield afgewend, deed ze een
poging om haar hand weg te trekken, maar hij
hield ze stevig vast.
„Neen, neen," smeekte hij met aandrang, „laat
mij dat kleine handje vasthouden. Het is van mij.
Heb je spijt, Rita, dat je mij gekust hebt O, neen
toch zeker
Wederom maakte het gekrulde hoofd een vlugge
ontkennende beweging en Edmond voelde zich
gelukkiger.
„Zou je me nu 'n kus geven, lieveling, als ik oom
John zou vragen, de kamer 'n minuut te verlaten
fluisterde hij.
„Nee, o, nee," bracht zij er metbevendelippenuit.
„Waarom?" protesteerde hij. „Je zeide o jij
deugniet dat je me niet kuste, omdat ik 'n
smak tegen het been had gekregen 1 Rita, lieveling,
kijk me aan 1"
„Je gaat immers met miss Atherton trouwen,"
klonk het uit Rita's gloeiende keel.
Edmond staarde haar wezenloos aan.
„Zeg eens, wie heeft je dat verteld vroeg hij
ten zeerste verrast.
Rita's onderlip trilde. Zij zette er haar tanden in
om er beter de baas over te blijven.
„Ik heb het al lang geweten," klaagde ze daarop
met gebroken stem. Zij rukte aan haar vingers.
„Laat m'n hand nu los asjeblief!"
„Nee, lieveling, nee," smeekte Edmond. „O,
je kunt toch niet bedoelen Rita, o liefste, wil
je me nu gelooven, als ik je iets ga vertellen
„Ja 1" antwoordde ze, maar het klonk heel zwak
jes en weifelend.
„Kom dichter bij, liefste," drong hij met heesche
stem aan. „Je zit te ver van me vandaan, en ik wil
niet, dat oom John het hoort."
Gedurende een ondeelbaar oogenblik staarden
een paar donkere kijkers in een paar fonkelend
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE.
Willard Blackstone is gehuwd met de rijke weduwe Blanche
Rixby. Kort nadat hij de leiding over haar warenhuis op zich
genomen had, brandde dit af, en sedert dien parasiteert hij
met zijn beide zusters, de ongehuwde Henriëtte en de weduwe
Agnes Atherton, mitgaders dezer dochter Stella of Estelle,
op het vermogen van Blanche. De familie Blackstone tracht
met alle middelen een huwelijk tot stand te brengen tusschen
Blanche's zoon Edmond Rixby, die juist aan de Universiteit
is afgestudeerd en nu wil gaan schilderen, en Stella, die
eveneens succesvolle studies beëindigd heeft, maar den eersten
prijs zich ontnomen moest zien door een eenvoudig meisje,
Rita Holiday, pleegkind van den schrijnwerker Pock. In werke
lijkheid is Rita een halfzuster van Stella Atherton, maar heeft,
zonder zelfs haar eigen naam te kennen, steeds den naam
harer vroeg overleden moeder, Holiday, gevoerd, daar Francis
Atherton dit eerste huwelijk tegenover Agnes en de andere
Blackstone's geheim heeft gehouden. Nu Francis overleden
is, zou Rita eigenlijk boven Stella zijn voornaamste erfgename
zijn. Maar om elke mogelijkheid van aanspraken te voorkomen,
ontfutselt Willard Blackstone, op de hoogte van den toestand
gekomen, aan Rita's stervende grootmoeder de acte van het
huwelijk harer dochter met Francis Atherton. Hij verspreidt
lasterpraatjes over Rita's afkomst en vertrouwt haar ter
verdere opvoeding aan zijn zuster Henriette toe, die 't kind
het leven geheel ondraaglijk maakt. Op Edmond, die haar
enkele malen ontmoette, heeft haar verschijning diepen
indruk gemaakt. Bij een echtelijken twist over fantastische
sommen, die Willard voor zich en zijn zusters noodig heeft,
over de kwestie van den warenhuisbrand en over de geheim
zinnige behandeling van Rita Holiday, wordt Blanche Rixby
door haar man geslagen en daarna wordt zij ernstig ziek.
Blanche heeft haar moeilijkheden toevertrouwd aan haar
notaris John Worth, denzelfde, die Rita Holiday aan het eind
van haar studie op het college de gouden medaille heeft
uitgereikt en die bijzonder met haar ingenomen is. Op haar
sterfbed waarschuwt Blanche haar zoon Edmond, niet te
trouwen met Estelle. Na haar begrafenis trachten Willard
Blackstone's zusters beiden de plaats van meesteresse op
Twin Hedges, Blanche's villa, in te nemen. Terwijl Willard
en zijn zusters twisten, heeft Rita Edmond door een toeval
gewond op een vlot in de baai gevonden. In den vliegenden
storm raakt het vlot op drift, de baai in, maar de motorboot
van jack Kresserie en Rufe Maepel (die door Blackstone val-
schelijk van den warenhuisbrand beschuldigd en daarvoor
gestraft waren) neemt hen op. Door vrouwelijke list weet
Rita, wanneer zij beseft, dat de mannen niet veel goeds met
hen voor hebben, drie der vier opvarenden op te sluiten, en
met een revolver dwingt zij Jack Kresserie. naar Bradmere
terug te keeren, en hen bij Pock's huis af te zetten. Beide
jongelui herstellen spoedig van de doorgestane koude en
angsten. Ondertusschen komt notaris John Worth Blanche's
testament voorlezen, dat Edmond onder zijne voogdij plaatst
en Willard en diens zusters niet meer dan een voldoende
jaargeld toekent. John Wortli bewerkt, dat Rita bij Edmond
toegelaten had, hetgeen de Blackstone's tot nogtoe steeds
verhinderd hadden.
c.'Roman door Grace oJ^Iiller White
blauwe oogen, maar Rita bleef \1
waar ze was. Ze durfde zichzelf ïNO. -s
of haar bonzend lijdend hart
niet te dicht bij zijn lippen te wagen.
„Dit is dan de waarheid, m'n engel," fluisterde
Edmond haar toe, „en je moet ze gelooven Ik
ga niét met m'n nicht trouwen. Ik heb het haar
nooit gevraagd en ik zal dat ook nooit doen. Ik
heb tot dusver nog geen enkel meisje ten huwelijk
gevraagd. En laat niemand je iets anders trachten
wijs te maken. Estelle is 'n aardig meisje, maar
maar Och, m'n lieveling, ik heb je de laatste
twee dagen vreeselijk gemist. Ik heb zóó naar je
verlangd, dat ik er ziek van ben geworden. Je bent
geen oogenblik uit m'n gedachten geweest."
Nu zou deze vurige bekentenis het hart van elk
meisje tot den zevenden hemel van gelukzaligheid
hebben opgeheven, maar niet aldus het hart van
Rita. Ach ja, ze geloofde hem wel 1 Iets in haar
binnenste zeide haar, dat hij haar beminde, maar
toch was z'n liefde niet voor Rita Holiday bestemd.
Binnen 'n paar dagen zou zij immers weg zijn
Henriëtte had haar dat verteld. Springfield.
Waar lag Springfield, en de vrienden van Mr.
Blackstone, naar wie ze heenging wie waren zij
Ach, wat kwam er dat eigenlijk op aan Gemakke
lijker zou het geweest zijn, onder vreemdelingen
te gaan, indien Edmond de teedere kussen op het
vlot had vergeten. In onuitsprekelijke wanhoop
bevrijdde zij hare hand en zonk terug. Twee groote
tranen verschenen aan haar neergeslagen wimpers
en rolden over haar wangen.
Edmond had het gevoel, alsof een nijptang zijn
hart vastgreep en het wilde vermorzelen.
„Ach, m'n lieveling, huil toch nietzei hij met
gesmoorde stem. „Ik zal je altijd noodig hebben.
Ik kan je geen oogenblik missen. Ze zullen je niet
wegzenden nóóit, nóóit I Je hebt me op het vlot
beloofd, dat je me nooit zoudt verlaten. Rita,
wil je met me trouwen Vandaag desnoods, als
het moet O, zeg ja, zeg ja, m'n lieveling
De liefde had hem de kracht gegeven, overeind
te komen, zich voorover te buigen en haar handen
te grijpen, terwijl zij verschrikt opstond.
„Ga weer zitten, liefste," smeekte hij, met 'n
zenuwachtige trilling in z'n stem. „Lieveling, hou
toch van me je moet 1"
Doodsbleek, stond eensklaps John Worth bij het
bed, nog vóót een der jonge menschen er zich
bewust van was.
„Oom John 1" riep Edmond op schrillen toon uit.
„Ja, hier ben ik, m'n jongen!"verdere woor
den kon Worth niet vinden. Hij zag even bleek
als Edmond zelf.
Ik hou van haar, oom John riep de jongeman,
„en ik weet, dat zij ook van mij houdt. Niet één,
zelfs u niet, zal haar van mij wegnemen. Begrijpt
u dat Ik zal met haar trouwen. Hebt u dat ver
staan Zij zal vandaag al met mij trouwen, als
het kan. Zonder haar kan ik niet leven
Zijn tanden klapperden hoorbaar. Hij leek zóó
vreeselijk ziek, dat John Worth door schrik werd
bevangen.
„Kalm toch, Edmond, kalm vermaande hij,
en hij richtte zijn blik op Rita. Een liefelijker en
tevens ongelukkiger meisje had hij nog nooit ge
zien. Zij zag er even verslagen, even ziek uit als
de huiverende jongeman in het bed. Het was
moeilijk voor zoo'n teergevoelig man, een man,
die liefde en sympathie voelde voor de jeugd, haar
niet meteen in z'n armen te nemen, zooals ze daar
ineengedoken stond te schreien.
Maar er was het plichtsgevoel, dat aan zijn ziel
rukte, en het gezond verstand, dat zich met luide
stem deed hooren. Natuurlijk kon hij om billijk
te zijn tegenover de overleden moeder van den
jongen, deze zaak niet aanmoedigen
„O, Mr. Worth," zuchtte Rita ten slotte, „u
weet, dat ik Edmond niet mag beminnen dat
Edmond mij niet mag beminnenToen begon zij
zóó te beven, dat zij niet kon voortgaan.
„Ja, dat weet ik, m'n kind," haastte John zich
te zeggen. „Dat weet ik heel goed. Edmond is zoo
dankbaar, dat hij zich verbeeldt