EEN
ARTLST
THUIS
yy2 VRIJDAG 27 FEBRUARI 1931 No. 50
Lewis Lloyd stond een sigaret te rooken met de
handen losjes in de armsgaten var, zijn ge
bloemd vest. Het liep tegen den avond en het
was zwoel weer. Lloyd had copieus gedineerd en
juist genoeg witten wijn gedronken om zich opge
wekt en zorgeloos te gevoelen. Om elf uur zou hij
Lya afhalen en met haar in Luxor gaan soupeeren.
Lya was sedert eenige weken 't middelpunt, waar
zijn gedachten om draaiden en tevens de oorzaak,
dat hij al dien tijd de handen niet uit de mouwen
had gestoken. Een paar duizend dollar zou hij dan
ook heel goed kunnen gebruiken, hoewel hij er
niet dadelijk om verlegen was.
DOOR
HANS
DE LA
RIVE
BOX
„Avondblad, sir?"
Hij kocht de courant en
keek uit naar een bank.
Een eindje verder stond
er een en langzaam wan-
De Fox-filmspeler El
Brendel houdt er in zijn
vrijen tijd eigenaardige
gewoonten op na. Achter
zyn kamerdeur bespie
den zyn vrienden zyn
vreemde gedragingen.
Een onwelriekend ei ver-
+^orbert hjj op deze my ze.
delde Lewis Lloyd naar deze gemeenschappelijke
zitplaats. Juist toen hij met een zucht van genot
plaats had genomen, drong een wanhopig schreien
tot hem door.
„Zeker een jengelend kind mompelde hij.
Het park was echter uitgestorven. Er drentelde
een hond en een paar musschen koesterden zich
behaaglijk in het nog lauwe zand naast het grind
pad. Juist toen hij zijn aandacht vestigde op de
voorpagina, klonk het geschrei harder en werden
voetstappen hoorbaar. Lewis vouwde zijn courant
dicht, zuchtte van ergernis en stond op. Kinderen
waren hinderen, vond hij en als de meeste mannen
kon hij geschrei heelemaal niet uitstaan. Plotse
ling zag hij van achter een boom een jongen van
een jaar of twaalf te voorschijn komen.
„Ben je je moesie kwijt?" spotte Lewis. „Je
moest je schamen zoo te keer te gaan, een jongen
van jouw leeftijd 1"
De jongen hield op met grienen en kwam aar
zelend op den ander toe. Hij zag er zeer chique
gekleed uit en onmiddellijk begreep de man, dat
dit kind gefortuneerde ouders had.
„We wonen pas een week hier en nou ben ik
verdwaald 1" snikte hij.
Lewis haalde zijn schouders op en bekeek den
jongen met bijzondere aandacht. Het kereltje
had nota bene glacé handschoenen aan en in zijn
rechterhand droeg hij een wandelstokje naar de
laatste mode. Het was een dier zielig opgedirkte
knapen, die domme ouders hebben met veel geld
en weinig smaak.
„Waar woon je vroeg de man.
„Manhattan Hill 1" was het gretige antwoord
„Ben ik ver van huis
„Een mijl of zeven Hoe oud ben ie
„Elf!"
„Hoe heet je t
„George Gustave Cutcliffe Biddie
„Wat?" schrok Lewis op, doch hij haastte
zich zijn kalmte te houden.
„Zeker!" zei de jongen trotsch. „Ik ben de
zoon van George Gustave Cutcliffe Biddie den
beroemden filmacteur, en mijn moeder is Barbara
Walford van de Emerson Hunt-studio's 1"
Lewis dacht snel na. Het was duidelijk, dat
Soms verbeeldt hjj zich dierentemmer Ie zyn.