VRIJDAG 13 MAART 1931 1033 No. ->A jongedames, die hem voor de vervulling van de positie van echtgenoote en vrouw des huizes het verkieslijks! voorkwamen op even zoovele papier tjes deed deze in een bus, rammelde ze daarna goed door elkaar en diepte tenslotte met een nieuwsgierig „ezicht de „gelukkige" weer uit de bus op. Het stomme lot wees mr. Annie Benschop aan, vrouwe lijk advocaat en procureur zonder practijk en zonder kantoor, studievriendin van mr. Jos v. Veelen, en, evenals deze, verlangend naar eenig houvast in haar leven, waarlangs zij zich in de hoogte kon trekken. Zonder zich ook maar een oogenblik langer te beraden, schoot Jos in zijn rok dopte zich met een splinternieuwe „hooge zijde", kocht een aandoenlijken bloemruiker en liet zich in een taxi naar zijn uitverkorene brengen. Maar in de nabijheid van haar woning gekomen, kreeg Jos plotseling een wonderlijke hallucinatie, voor hem zag hij duidelijk het bleeke gelaat van Margreet Lessing, waarover een vluchtige ont roering gleed, waarin de oogen zich vulden met weerbarstige tranen en waarvan de lippen beefden van emotie. En voor zoo'n handelszaakhoorde hij duidelijk haar stem en met een schorren kreet sloeg hij met de hand van zich af, als wilde hij die herinnering verjagen. Chauffeur, rijd door.... neen, niet naar het opgegeven adres, maar terug naar mijn woning," gelastte hij het volgend oogenblik, en zich met een zucht achterover in de kussens werpend, mompelde hij geërgerd „Laat dat testament naar de hel loopen Gedurende de eerstvolgende acht dagen werd Jos v. Veelen in alle gezelschappen gemist, in wel ken tijd hij binnenskamers 'n hartroerend afscheid nam van de vijf en twintig mille en de heerlijk heden, die zij hem voorspelden. Na dien tijd bleek de jolige advocaat erg veranderd, hij had een afkeer gekregen van tingeltangels, oesters en champagne en hij bleek het leven plotseling van zoo ernstige zijde op te nemen, dat onder de vriendinnen en vrienden het gerucht ging loopen, dat de arme Jos zich doodkniesde over de teleurstellende bepalingen in het testament van zijn oom. Maar twee dagen na het verstrijken van den fatalen termijn waarop hij in het huwelijk moest zijn getreden, om een kwart ton en een levens ervaring rijker te wor den, verliet Jos, hoewel ongehuwd, nochtans vroolijk fluitend zijn wo ning en begaf zich, zonder zich een oogenblik te la ten ophouden, naar het huis van zijn oom, dat sinds acht en veertig uren zijn eigendom was. Na te hebben aange scheld en toegang te heb ben verkregen, gaf hij ouder gewoonte zijn hoed en wandelstok aan den huisknecht af en trad daarna de tuinkamer bin nen. Met één oogopslag had hij alles overzieneen citybag op tafel, een paar geopende koffers op den vloer en daartusschen in juffr. Margreet Lessing, die aan 't pakken was. Alsof hij een uitbrander verwachtte, maakte Jos onwillekeurig een bewe ging om het vertrek weer te verlaten, maar de stem van het meisje weer hield hem. „Meneer Jos, het spijt me vreeselijk, dat u me nog hier aanwezig vindt, maar ik was gisteren pas met den'catalogus gereed. Ik ben twee dagen over tijd, maar ik hoop dat dit uw plannen niet heeft gedwarsboomd," veront schuldigde zij zich. Het meisje vouwde ner veus de handen samen en mr. Jos v. Veelen staarde haar aan, alsof haar aanblik hem een verklaring kon geven van het feit, dat hij vrijwillig en bij zijn volle verstand een fortuintje van vijf en twintig mille had prijs gegeven. Toen hij blijkbaar vond, dat hij haar lang genoeg had aangekeken, knikte hij bedeesd en trad op haar toe. Het meisje hield de oogen op den grond gevestigd, pijnlijk verlegen als zij zich voelde bij dit onderhoud, nadat het vorige zoo'n vreemd einde had genomen. Plotseling voelde zij zich weer, evenals toen, bij de hand gegrepen en weer klonk Jos' stem haar in de ooren, even ver ward als toen, maar nu veel zachter en inniger. „Juffrouw Margreet, meiske, lieveling, wil je nü mijn vrouwtje worden? Weer trilde die vluchtige ontroering over het gelaat van het meisje en nu eerst zag Jos zich bevestigd in het vermoeden, dat gedurende de laatste weken beangstigend-vreugdig in hem was komen te groeien Margreet Lessing had de vorige maal zijn huwelijksaanzoek niet „zakelijk" kunnen behandelen, omdat het voor haar een aangelegen heid was geweest, waarin wel degelijk haar hartje gemoeid was. Een oogenblik nog bleef de stilte tusschen hen hangen, toen vroeg Margreet zachtjes en met ge sluierde stem: „Uw vrouw, nu? Waarom legt u den klemtoon zoo op dat nu. „Omdat er nu geen sprake meer kan zijn van een handelszaak, mijn liefste. Ziehier, dezen morgen kreeg ik een schrijven van den notaris, dat mijn recht op het legaat vervallen was, wijl ik niet aan de voorwaarde heb voldaan. Ik zal nu hard moeten werken om me een practijk te scheppen en met opzet heb ik tot nu toe gewacht, om alle gedachten aan bijoogmerken weg te nemen. Kijk, ik ben vol goeden moed om het leven aan te pakken en als jij aan mijn zijde zult staan, als ik me niet heb vergist in wat ik zooeven in je oogen meende te lezen, als je me liefhebt, lieve, lieve Margreet, dan Hij zweeg plotseling; hij had haar antwoord gelezen in de stralende diepten van haar oogen en het volgende oogenblik had hij haar tegen zich aangedrukt. Gedurende eenige minuten liet het meisje zich gaan, terwijl al haar bijna hopelooze verlangens van al die jaren zich uitdroomden in zijn omhelzing. Maar eindelijk maakte zij zich uit Dr. A. Defner. DE PLOEGER. zijn armen los en keek Jos met een gelukkigen glimlach aan. „Ik.... ik moet pakken, Jos...." herinnerde zij hem. „Ja, liefste, maar je keert hier spoedig terug. Het huis is ons eigendom en met wat ik nog over gehouden heb van mijn onvoorwaardelijk legaat, kunnen we desnoods de cliënten een half jaartje afwachten. En als de nood aan den man komt, verkoopen we het huis en...." „Ssst," zei Margreet, haar handje op Jos' mond leggend. „We verkoopen nietsDe oude heer heeft goed voor ons gezorgd. Ik heb nog een vol jaar salaris te goed en kijk eens wat ik van morgen ontving." Met een schalkschen glimlach en ondeugend tintelende oogen haalde zij een brief te voorschijn van notaris v. Benthem en tot zijn groeiende verwondering las Jos het volgende „Geachte mejuffrouw. Door het niet vervullen van een voor waarde, verbonden aan een legaat van wijlen den heer v. Veelen, is dit legaat, ten bedrage van 25.000.—weder be schikbaar en wordt het, volgens den wil van den overledene, vanaf heden te uwer beschikking gesteld. Aangezien aan de uit betaling geen enkele voorwaarde is ver bonden, gelieve u mij te berichten, welke bestemming ik aan deze gelden zal hebben te geven." Een maand later werden door mr. Jos v. Veelen een tweetal verbintenissen aangegaan. De eene werd gesloten door den Ambtenaar van den Bur gerlijken Stand en was geheeten Jos v. Veelen— Margreet Lessing de andere kwam ten overstaan van een notaris tot stand en werd bekend onder den naamAdvocatenkantoor mrs. Verbeke en v. Veelen. Ondanks de voetangels en klemmen, die de oude heer v. Veelen voor zijn ietwat losbandigen neef had uitgezet, was het legaat, zij het dan ook langs een omweg, toch nog in zijn bezit gekomen, terwijl de goede bedoeling van den legator in alle opzichten tot haar recht was gekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 13