U1T HET ENGELSCH van l. g. moberly lm s..'r is de Wolken breken In romans gaan de heldinnen met een ongeluk kige liefde meestal naar ziekenhuizen, waar zij voorbeeldige verpleegsters worden, maar ik ge loof niet, dat ik van hetzelfde materiaal ge maakt ben als de heldinnen uit romans." „Daar ben ik nog niet zoo zeker van," antwoordde Peter met zijn vriendelijken glimlach. „Maar je weg is voor het oogenblik niet gemakkelijk, dat is een feit, en je moet je er met al je geestkracht doorheen slaan." „Oom David beweert, dat mettertijd dergelijke dingen vanzelf weer in orde komen," zei Dorothy twijfelend. „Geloof jij dat ook?" „Daar ben ik zeker van," klonk het nadrukke lijk. „Ik heb heel wat jaartjes meer achter den rug dan jij, maar ik kan je verzekeren, dat na droeve en moeilijke levensomstandigheden de hemel altijd weer opklaart." Hij sprak droomerig, een verstrooiden blik in zijn gewoonlijk zoo heldere blauwe oogen. „En diep in je hart," vervolgde hij, „weet je dit even goed als ik, al wil je het jezelf op dit oogenblik niet bekennen. Maar ik begrijp, dat er iets voor je gedaan moet worden. Je wilt bezigheden heb- ben." „Om te voorkomen dat ik ga piekeren, viel het meisje hem hartstochtelijk in de rede. „Toch vraag ik mij af, of dit niet iets voor je zou zijn, ook al is het buiten de stad," zei Peter, terwijl hij een brief van de schrijftafel nam. „Er schiet me)juist iets te binnen. Toen je zooeven binnenkwam, zat ik over dezen brief na te denken en vroeg me af, wie ik sturen kon." Wat is heten waarhéén sturen?" vroeg Dorothy in spanning. Ik weet niet, wat oom David er van zal zeggen," meende Peter aarzelend, „maar toch, hoe meer ik er over denk, hoe meer ik ga gelooven, dat jij de aangewezen persoon voor dit werk bent. Hoewel, 't is nogal inspannend...." „Hoe meer inspanning hoe liever. Je begrijpt toch wel, Peter, dat ik juist behoefte heb aan zwaar werk, iets, dat mijn heelen tijd en mijn heele persoon in beslag neemt „Dat zal het ongetwijfeld doen," was het antwoord. „Het zal hard wer ken zijn en aanpakken als je mijn voorstel aanneemt en je oom het goedvindt." „Oom David zal het zeker goed vinden, als jij zegt, dat het 't beste voor mij is." „Dat geloof ik ook," gaf de dokter toe. „Nu dan, vanmorgen kreeg ik 'n brief van een collega, dien ik uit mijn ziekenhuistijd ken. Hij is nu directeur van een particulier sana torium voor zenuwzieken in Hamp shire. Hij vraagt mij of ik misschien een ontwikkelde jongedame weet, die de patiënten prettig kan bezig hou den en ze een beetje opbeuren en die bovendien wat administratief werk voor hem kan doen. Doch zij moet z:ch vóór alles aan de patiënten kunnen wijden. Daarom moet hij een jonge, opgewekte vrouw voor dat werk hebben." „Opgewekt viel Dorothy ver schrikt uit. „Ja, opgewekt," was het besliste antwoord. „Je zult terwille van die arme stakkerds je opgewektheid moe ten terugwinnen." „Peter!" riep zij plotseling uit. „Laat mij gaan Tenminste als je denkt, dat ik er geschikt voor ben. Geef mij raad, hoe ik oom David's toestemming moet krijgen of doe zelf een goed woordje voor me bij hem. Ik moet er uit HOOFDSTUK XII EEN WANDELING OVER DE HEIDE Debora Fergusson kwam uit de achterdeur van haar boerderij en terwijl zij haar oogen met haar hand tegen de zon beschutte, keek zij naar een hoek van den tuin, waar haar logée met starende oogen naar den boomgaard zat te turen. Een zoele voorjaarswind deed de bloesemblaadjes door de heldere lucht dwarrelen en nu en dan vielen er een paar onder de boomen in het gras. Er vloog een glimlach over het gezicht van de starende vrouw, toen ze de vallende blaadjes zag. „Ze zijn zoo teer en zoo zacht," zei ze tegen Debora, toen deze bij haar was gekomen. „De appelboomen leggen als het ware de laatste hand aan het volmaakte schilderij, dat de omgeving hier is. Maar," haar glimlach stierf weer weg, „het heeft tot niets gediend. Dokter Hodgon was ér zoo zeker van, dat de rust hier mijn geheugen zou doen terugkeeren, maar er zijn toch nog altijd leemten in mijn herinneringsvermogen ik weet de dingen van vroeger alleen nog maar bij stukken en brokken." „U moet er niet over tobben," antwoordde Debora vriendelijk. „Hoe rustiger u zich houdt, hoe eerder of uw geheugen weer terugkomt. In ieder geval doen de omgeving en de heerlijke lucht u een heeleboel goed." Ze liet vol genegenheid haar oogen op het mooie gezicht van de andere vrouw rusten. „Ik houd van de omgeving hier," antwoordde deze. „De prachtige vergezichten, de wijde uit gestrektheid van het land, de ruimte van den hemelkoepel en de prachtige rose bloesems doen mij aan iets denkenZe hield op en fronste nadenkend de wenkbrauwen. „Iets, dat ik me niet kan te binnen brengenik heb soms het gevoel, tji:- r Aardig kijkje op de Markt te Gouda. alsof ik vroeger al eens op deze \T boerderij ben geweestalsofIN O» O Weer hield ze peinzend op. „Ik heb dit eerder gezien, dit uitzicht en dien appel bloesem. Het is natuurlijk belachelijk, dat ik me dat verbeeld, maar nu en dan duikt het in me op en ik kan het niet van me afzetten." „Het is toch werkelijk niet onmogelijk, dat u vroeger al eens in dit stukje wereld bent geweest, nietwaar Waarom zou dat niet kunnen Mijn achterneef, de vroegere eigenaar van de hoeve, die toen naar een vroegeren bezitter „Doulton's Boerderij" genoemd werd, had dikwijls huurders in den zomer. Hij hoefde het niet om het geld te doen, maar hij vond het prettig, als de Ieege kamers bewoond waren en als hij merkte, dat de menschen hier van de natuur genoten. Heeiemóól onmogelijk, dat u hier al eens eerder geweest bent, is het dus niet 1" „Neen, ik geloof het niet en tóch heb ik den onweerstaanbaren indruk, dat ij< al eens meer dit gezien heb. Het hééle beeld is me niet duidelijk, maar. er duiken telkens brokstukken van herinne ringen in mijn hersens op en de gebouwen hier, of het uitzicht, of een van de kamers schijnen den achtergrond te vormen van die vage herinneringen. Het is heel moeilijk, het u precies duidelijk te maken." „Ik geloof, dat ik het wel begrijp. Maar ik zou toch zeggen, dat u verstandig doet door den raad van dokter Hodgon op te volgen en uw geest niet te forceeren met pogingen om u de dingen te binnen te brengen. Voor het oogenblik moet 11 het verleden achter u laten liggen, volkomen achter u laten liggen. Dokter Hodgon is een verstandige vriend en een uitnemend arts. Volg zijn raad maar gerust op." „Hij is onbeschrijfelijk goed voor mij geweest en dat voor een wild-vreemde 1 Hij heeft me in huis genomen hij vond zelfs een naam uit voor iemand, die niet eens een naam hód 1 Mevrouw Niemand van Nergenshuizen behoorde ik te heeten en hij bedacht den naam „mevrouw Bertram" voor mij. Ik ge loof, dat ik weduwe ben," eindigde zij en ze draaide zenuwachtig aan den trouwring dien ze aan haar vinger droeg. „Kom nu," suste juffrouw Fergus son, „nu gaan we ons niet verder vermoeien voor vandaag, anders zou ik een geducht standje krijgen van dokter Hodgon als hij weerkomt. Hij zou zeggen, dat ik slecht voor u ge zorgd heb I" Er kwam een zwakke blos op het bleeke gezicht van de vrouw en om haar fijne lippen speelde een vaag glimlachje. „Hij is véél, vèel te goed voor me," zei ze. „Hij geeft zich veel te veel moeite voor me en ik heb hem niets dan last bezorgd sedert het oogenblik, dat hij me op zijn stoep vond." Ik geloof, dat hij die moeite, zooals u het noemt, graag voor u over heeft," antwoordde Debora met een guitige twinkeling in haar aardige oogen. „Maar al was u de leelijkste, oudste tooverkol die je je denken kunt, in plaats van wat u inderdóad bent, dan zou hij nog alles doen wat hij kon om u te helpen. Ik ken hem pas, sinds hij voor het eerst bij mij is geweest om over u te spreken, maar ik had tevoren al heel veel over hem gehoord van de familie Trelane. Hij is een van de menschen, die helpen waar maar te helpen valt. Nu slooft hij zich weer uit voor die arme Dorothy."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 14