te Rotterdam 111'41 \aI is, dan gaat 't verder op de varkens- >attoir „gesmeerd". Aan den slager wordt, in de oleeschhal, een flink stuk oleeseh verkocht. Ze zjjn, helaas, ten doode opgeschreven. oude plaats in het appa raat terug. Bij hetschiet- masker moest men met een hamer slaan, zooals men weet. Op bovenge noemde wijze worden in het Rotterdamsche, ge meentelijke slachthuis (Directeur Dr. G. G. J. Westholz) heel wat die ren dood gemaakt. Wilt U een statlstiekje In 't afgeloopen jaar 1930) werden in 't Abattoir geslacht35832 runderen, 5163 paarden, 82736 varkens, 6691 vette kal veren, 3267 graskalveren, 20363 nuchtere kalveren, 7111 scha pen, 4427 bokken, 816 speenvarkens, 238 veulens, 0 ezels. Te samen is dit circa 167000, dus ongeveer 550 dieren per dag. Bij deze cijfers komt het groote nut van de instelling der ge meente wel goed tot zijn recht. Zoo lang we nog niet allen vegetariërs zijn, voor wier opvattingen wij intus- schen alle respect kunnen hebben, is een abattoir van groot belang en dient men voor zijn werking en doel in elk geval interesse, zoo mogelijk waar deering te hebben, omdat deze inrich ting nuttig en noodzakelijk is. Aan het Rotterdamsche Slachthuis, waar ongeveer twee duizend menschen direct en indirect hun brood verdienen, zijn zeven veeartsen verbonden en tien keurmeesters. Het laboratorium bezoch ten we ook, waar de heer Raukens, onder-dir., verschillende zaken expli ceerde. Doch gaan we nu over tot de bezichtiging der foto's, met welwillende toestemming der directie genomen, die ons als deskundig leider een der drie opzichters meegaf, den heer VanTonge- ren, welke ons op prettige wijze den weg wees. d. H. Een kykje in 't varkenshanglokaal. Men is juist met de stempeling bezig. Ook zg leefden 't langst. Nog even doen ze zich te goed aan het voeder. Ze hebben er gelukkig geen besef van mat hun te machten staat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 11