f210.191
ONZE
GRATIS^ f
ONGEVALLEN
VERZEKERING
No. 2
VRIJDAG 27 MAART 1931
33
kans voor een vertrouwelijk onderhoud met Miss
Lantry, vóóraleer ze op de boot naar Europa
zit.
„Goed zoo, Richard, m'n jongen," onderbrak
de oude heer zijn zoon, met al zijn gewone opge
ruimdheid weer in zijn stem. „Ga nu maar vol
moed de stad in. Je kunt natuurlijk niet voor geld
stukjes tijd van de eeuwigheid afkoopen....
En tóch heb ik vader-Tijd wel eens zeere voeten
zien krijgen, van zijn baantje.... om over goud
korrels te loopen 1 Dag, hoor
Dien avond kwam tante Ellen, 'n ouderwetsche
sentimenteele, gerimpelde, onder den zwaren druk
van al haar geld zuchtende oude dame, om met
broeder Anthony zoo eens over koetjes en kalfjes
te babbelen en óók over het morgenonderhoud.
De oude dame beklaagde „haren Richard", omdat
ól het geld zijns vaders hem hier onmogelijk van
dienst kon zijn. En ze gaf Richard een ouden,
prachtigen familiering, door Richard's moeder
eens gedragen. Hij kon hem niet eens over zijn
pink krijgen, en stak het merkwaardige kleinood
dus maar in z'n vestzak. Des anderen daags, even
over achten, stond hij al op wacht bij het perron,
waar de trein van Miss Lantry zou aankomen.
Zoodra hij de jonge dame tot in den auto geës
corteerd had zei ze „Denk erom, dat we mama en
de anderen niet laten wachten
„Naar Wallack's theater, zoo snel je maar kunt,"
zei Richard tegen den chauffeur, loyaal tot het
bittere einde.
Ze draaiden de drukke Twee-en-veertigste
straat in, naar Broadway, en volgden daar den
eindeloos-langen, ontzaglijken stroom van aller
hande rij- en voertuigen temidden der onafzien
bare rijen van ontelbare witte lichtjes van wat
New York's „Melkweg" genoemd wordt.
Op het kruispunt der Vier-en-dertigste straat
liet Richard plotseling een verschrikten kreet
hooren, terwijl hij opsprong en den chauffeur
gebood stil te staan. „M'n ring, mijn moeders
ring," riep hij, terwijl hij uit den open auto sprong,
„hij valt daar juist van mijn pink. Eén oogenblikje,
asjeblieft'k zag, waar de
ring viel 1" En hij verdween.
in minder dan één minuut
was hij weer in 't rijtuig terug,
ïnèt den ring
Maar juist in die ééne minuut
was er 'n kruisende tram dwars
vóór den auto blijven stilstaan.
De chauffeur probeerde wel
links te passeeren, maar een
zware sleeperswagen sneed hem
juist op dat oogenblik den pas
af. Toen probeerde de man aan
den rechterkant verder te rij
den. Maar hij moest daar weer
achteruit, omdat er daar een
groote verhuiswagen, schijnbaar
ontredderd, midden in den weg
stond. De inan wilde nu om
draaien maar het opstuwende
verkeer met ól die menschen
die naar schouwburgen en feest
jes gingen maakte 't onmo
gelijk, ook maar één c.M. naar
achteren te wijken. Zoo tiet de
man de handrem maar s lippen
en begon direct, „op z'n
chauffeurs" iedereen en alle
maal tegelijk op zijn best uit
te schelden. Want het werd
hem nu duidelijk, dat hier een
dier zeldzame verkeersstrem
mingen van New-York gevormd
was, welke soms het geweldige
straatverkeer dezer wereldstad
plotseling en op héél-buiten
gewone wijze zóódanig kunnen
vastzetten, dat de verwarring
en versperring van wagens,
auto's en trucks niet meer te
ontwarren schijnt.
„Waarom rijd je niet voort
riep Miss Lantryden man zenuw
achtig toe. „We zullen warem
pel nog te laat komen 1"
Richard stond rechtop in den
auto. Aan voortrijden was nu
Mooi Nederland: Oud Deoenter.
geen denken meer En evenmin aan uitstappen
Zij waren 't middelpunt geworden van een
ongelooflijke opstuwing van tramwagens, camions,
cabs, auto's, sleeperswagens, motorfietsen met
zijspannen, Fordjes, welke de uitgestrekte ge
zichtseinders van Broadway, de Zesde Avenue
en de Vier-en-dertigste straat geheel en al
opvulden. En vanuit alle zijstraten gevoed, scheen
die verkeers-congestie nog maar voortdurend erger
te worden, hopeloozer om op te lossen. Het schreeu
wend tieren, 't vloeken der vrachtlieden en chauf
feurs, het toeteren der claxons, 't puffen en stooten
der auto's, begon alles-overweldigend te worden.
Gehéél het straten-verkeer van Manhattan scheen
op dit oogenblik hier te zijn vastgeraakt en in
een ongehoorde verwarring, 'n onbeschrijfelijke
wanordeZóóiets had de oudste New-Yorker
tusschen het toekijkend publiek nog nooit ge
zien
,,'t Spijt me verschrikkelijk, Miss Lantry," zei
Richard, toen hij zich in arren moede weer naast
de jongedame neerzette. „Maar 't lijkt wel, of we
knapjes vastgeraakt zijn. Zoo'n desorganisatie
krijgen ze nog in geen half uur in orde. 't Was
héélemaal mijn schuldHad ik dien ring niet
van mijn pink laten vallen, dan...."
„Laat me dien ring eens kijken," vroeg ze.
Ze scheen al niet eens meer boos. „Nu 't tóch
onmogelijk verholpen kan worden, maal ik
er niet meer om," gaf ze glimlachend te kennen.
„Ik heb nooit erg van theater gehouden."
En dóar, midden in dat helsche verkeerslawaai,
dóar kreeg Richard nu de schijnbaar zoo onmo
gelijke kans, om eens ernstig en intiem met Miss
Lantry te kunnen praten....
Dienzelfden avond, tegen elven, klopte er iemand
zachtjes aan de deur van de bibliotheek, waar
Anthony Rockwall zat te lezen. „Binnen," riep hij.
Meteen vloog tante Ellen naar binnen.
„Ze zijn verloofd riep ze vroolijk uit. „Ze heeft
beloofd, onzen Richard te zullen trouwen. Op hun
weg naar den schouwburg werden ze door een
verkeersstremming opgehouden.... En 't duurde
keerde tot op heden een
totaal bedrag uit Dan
Zegge: TWEE HONDERD TIEN DUIZEND
HONDERD EEN EN NEGENTIG GULDEN
DEZE CIJFERS SPREKEN
VOOR ZICH!
wel twee uren, vooraleer de auto vrij kwam. En,
o 1 broeder Anthony poch nu nooit meer op de
macht van je geld Eén kleine ring, symbool
van ware, onbaatzuchtige en eeuwigdurende liefde,
was de stomme oorzaak van Richard's geluk....
Terwijl hij in den auto moest wachten, na zijn
ring teruggevonden te hebben, kreeg hij de gelegen
heid om haar zijn liefde te verklaren. O, Anthony
geld is maar droesem, vergeleken met ware liefde
En ze kuste hem goedennacht.
Hier zou deze geschiedenis uit kunnen zijn.
Maar laat me, terwille van de waarheid,'t volgende
nog eraan toevoegen.
's Anderen daags liet een
zekere Kelly, met roode werk
handen en in een manchester
werkpak, zich bij den heer Rock
wall aandienen. En, vreemd
genoeg hij werd direct in de
bibliotheek gelaten. Daar zat
Anthony met zijn cheque
boek al in zijn hand.
„Wel," en de oude heer wreef
zich vergenoegd de handen,
„van olie en loog maken ze
zeep 1 Laten we 'ns zien ik
heb je 5000 dollar vooruit ge
geven, niet
„Ja," zei Kelly „maar 'k ben
wèl 'n beetje boven de raming
gegaanDe sleeperswagens
en de cabs hebben elk 5 dollar
gekost de chauffeurs moes
ten 20 dollars hebben, evenals
de geladen vrachtwagens. Maar
werkte alles niet prachtig, mijn
heer Rockwall En we hebben
niet eens een generale repetitie
kunnen houden - dat komt er
nog bij 1 De „jongens" waren
allemaal op tijd, op de seconde
af
„Hier, Kellyf; hier zijn dertien
honderd dollars driehonderd,
welke je erbij gelegd hebt uit
je eigen zak, en duizend voor
jou."
En héél voldaan gaf de oude
heer Rockwall zijn cheque. Toen
de andere na veel danken al bij
de deur gekomen was, riep de
ex-zeepfabrikant hem nog toe:
„Apropos, Kelly je hebt daar
zeker nergens een kleinen boog
schutter, Cupido geheeten, aan
't werk gezien
„Wel neen, mijnheer," ant
woordde Keily, een beetje ver
bouwereerd „ik heb er niets
dan onze wagens en karren
kunnen zien