aMODE DE SPORTIEVE 36 VRIJDAG 27 MAART 1931 No. 2 De Parijsche couturiers hebben ditmaal zóó veel aandacht gewijd aan de sport- toiletten en die eenvoudige mantel pakjes en mantels, de gladde slechts met plooien en stiksels gegarneerde rokken van ruwe Engelsche stof geven iets vlots en jeugdigs, iets flatteerends, waarvan ook de niet aan sport doende vrouwtjes gaarne profiteeren. Als gevolg hiervan hebben we de blouse, niet alleen in eere hersteld, maar zelfs op een hooger voetstuk geplaatst dan ooit, de blouse in allerlei luxueuze uitvoeringen, versierd met fraai naaldwerk, ter begelei ding van den tailleur, waarin mevrouwtje haar visites maakt, en de meer sportieve blouse bij de sporttoiletjes. Wollen muisje bjj bijpassende das in rose, geel en blauw. Modieuze toque van zwarte gefestonneerde tafzijdc. Witte panamahoed met galaliet oersie- ring in rose en zwart. En ziehier nog een ander ideeMen neemt twee kleuren wol, een lichte en een donkere tint nemen we bijvoor beeld aandonkerblauw met beige. De donkere wol dient voor den jumper, de lichte voor de garneering. We breien weer eerst een tamelijk hoog boord van de don kere wol, dan beginnen we met de beige wol. Bij het rugpand breien we enkel met beige, bij het voorpand houden we in het midden, voor ongeveer 25 steken, de donkerblauwe wol. We breien zoo tot even onder de armsgaten en maken den jumper dan verder af met donkerblauwe wol. We krijgen dan een bolero-effect, dat vooral voor slanke figuurtjes alleraardigst is. Het spreekt wel vanzelf, dat er bij al die sportieve toiletten ook heel eenvoudige hoedjes gecreëerd worden. Zelfs aan de doodeenvoudige wollen mutsjes met bijbe- hoorende das hebben de mode-ontwerpers hun aandacht besteed, getuige het hier bij afgebeelde stelletje, ontworpen door Voor de laatste krijgen we veel gebreide blouses en jumpers, en men decreteert, zelfs voor warme zomerdagen, wollen jumpers, prettig in het dragen en prettig om zelf te breien. We kunnen vast aan den slag gaan, als we daar voor voelen. Allerlei modellen zijn toegestaan, korte blouses met een om de taille spannend boord, blouses die onder den rok gedragen worden, jumpers welke tot over de heupen reiken een model dat slanker doet lijken dan de korte blouses en dus aan te bevelen voor allen bij wie de slanke lijn wel eenigszins geflatteerd mag worden en gebreide overblouses, met V-vormigen hals en zonder mouwen, bestemd om over een eenvoudige hemdblouse te worden gedragen zoo'n overgooier- tje reikt tot de heupen en heeft een smal cein tuurtje om het middel Dat er bij al die gebreide blouses gelegenheid is tot vele variaties, is duidelijk. De langere jumper, bijvoorbeeld, kan heel flatteerend wezen, gebreid in eenvoudigen ribbelsteek aldoor rechts gebreid. Voor het jonge meisje zijn bijpassende das en mutsje alleraardigst. Breit men aan den rechterkant rechts en aan den linker kant averechts, zoodat er aan den goeden kant enkel rechtsche steken te zien komen, dan is het volgende model aardig Men breit de blouse in bruine wol en versiert die aan den voorkant met horizontale strepen van verschillende tinten beige. Men breit eerst een flink boord, 2 rechts, 2 ave rechts, voor den onderkant en breit dan aan den voorkant van de blouse eenige strepen, de lichtste tint beige in het midden en aan weerskanten daar van 'n paar strepen in donkerder tint, welke lang zamerhand overgaan in het bruin van de blouse. De hals wordt dan, rond of V-vormig, weer afge werkt met 'n rand van licht beige. het Parijsche modehuis Figarel. Het is vervaardigd van een wollen weefsel, in rose, geel en blauw. De fraaie toque van onze tweede afbeelding dient natuurlijk ter completeering van een „ge kleed" mantelcostuum, een visite-toilet met fraai bewerkte blouse. Dit hoedje is vervaardigd van zwarte tafzijde in gefestonneerde reepen over elkaar gelegd. Witte en zwarte glinsterende bollen gar- neeren deze creatie van Josette Carrere. Het derde model, van het modehuis Ginette Guy, is van wit panama-stroo, in sierlijke lijnen gebogen voor de omlijsting van een jeugdig ge zichtje. Ook het eenvoudige witte kraagje, dat zich zoo aardig aanpast bij den wit strooien hoed, is heel modern 1 PAULA DEROSE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 16