No. 2 VRIJDAG 27 MAART 1931 23 En boven alles uit hoort men de marktkooplieden, die van den marktmeester 'n plaatsje krijgen toegewezen. een heerlijk boutje en niet de bedoeling hebben, de kip haar laatste jaren in aangenaam gezelschap, voorzien van alles wat een kip behoeft, te doen slijten. Het grootste deel van de bezoekers zijn hier echter kooplieden, die de diertjes, welke zij op de boerderijen hebben opgekocht, weer van de hand trachten te doen. De laatste jaren zien we evenwel op de Markt ook een opkooper uit Hol land verschijnen, die raison van zooveel per K.G. Koning Kukleku en zijn vele vrouwen uit Zeelands tuin exporteert. Loven en bieden doet hij niet, en daarom is voor ons de handel op de Pottenmarkt heel wat aantrekkelijker. Brengen de baas en de vrouw hier meestal hun gevederde huisvrienden te zamen naar den koopman, thans scheiden hunne wegen. De boerin trekt naar de botermarkt, terwijl de baas gaat probeeren zijn pro ducten op de graanbeurs van de hand te doen. Op de botermarkt vinden we de boerinnen naast elkaar geschaard achter haar welvoorziene manden. Het is een wedstrijd met de Middel- burgsche huisvrouwen, wie nu wel de meeste koopwomvschap kan aan den dag leggen, wie de handigste is. Lang wordt er gedelibereerd over een halven cent meer of minder per eitje, en een „kluut" op een stukje boter af te pingelen kost heel wat moeite. En als het dan is gelukt een kleinigheid af te dingen, glundert moeder de vrouw van trots. Het is dan nog méér de voldoening het te hebben klaargespeeld, de boerin op het terrein van den boter- en eierenhandel te verslaan, dan wel het financieel voordeel, dat de huisvrouw, zwaar beladen, met glunderend gezicht de markt doet verlaten. Niet alleen boter en eieren, maar ook fruit wordt hier, als het in den tijd is, verhandeld. De baas is intusschen met zijn monsterzakjes naar de graanbeurs op den Dam getrokken. In tegenstelling met de botermarkt, waar we een druk kakelende en kwetterende vrouwenmenigte aan troffen, vinden we hier een veel rustiger sfeer. De boeren zijn kalmer, maar daarom niet minder bedreven in hun strijd met den koopman, als de boerin tegenover de huismoeders. De handen diep in de zakken, zonder dat zijn gelaatsuitdrukking ook maar iets verraadt, kijkt hij toe, hoe de graanhandelaar zijn producten betast, beruikt en keurt. Ook hier kan over een cent lang onderhandeld worden, de koopman voert daarbij het woord, de boer zegt niet veel, maar zorgt er wel voor, dat hij een behoorlijken prijs maakt. Met den graanhandel is nog niet het einde gekomen. Na een bezoek aan de biggen- markt, vinden we allen weer terug op de Markt tusschen Langeviele en Gortstraat. Ieder, die maar op eenigerlei wijze in zijn handel met den landbouwer in aanraking komt, zooals de vee handelaar, slager, handelaar in land bouwwerktuigen en daartusschen de verzekeringsagent enz. enz. zoekt en vindt hier zijn klanten. Hier tracht de veehandelaar zijn klantjes weg te halen om een kijkje te nemen in zijn stal, waar verschil- Een oogenblikje rust. lende beestjes zijn opgesteld, waarmee de boer eventueel zijn veestapel zou kunnen aanvullen. De koop man prijst soms luid ruchtig zijn waar aan. Hij brengt er den boer toe, één hand uit de diepste duis ternis van zijn broek zakken op te diepen en dan begint het En als de zaken zijn gedaan, het graan is verkocht, zoekt de baas oi er nog iets van zijn gading is./ handgeklap, waartoe de boer zich schuchter, doch glimlachend laat overhalen. En boven alles uit hoort men de marktkooplieden met luid geschreeuw hun paraplu's en sigaren, bokkin gen en dameskousen, sinaasappels en stoffen aanbevelen, terwijl de man met „geneesmiddelen" een redevoering houdt, waarin van de vele (andere kwakzalversmiddelen geen spaan heel blijft. De Donderdag brengt handel in Middelburg en handel brengt leven en vertier. Voor wie het zien wil, zijn hier aardige tafereeltjes te aanschouwen. Uit gewoonte loopen we dit alles voorbij, terwijl het alleszins de moeite loont er eenige oogenblikken onze aandacht aan te besteden. I. Een hoekje van de boter-en eiermarkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 3