42 VRIJDAG 3 APRIL 1931 No. 3 De Goesche beiaard-klokken in den pas voltooiden en nieuwen toren der Groote Kerk. Als 't Paschen wordt, is de belofte van het komende voorjaar meestal reeds ingelost. Allerwege worden wij ver rast door nieuwen bloei. En als het mag wezen, dat deze dagen zullen staan in het teeken der zonnevreugde, dan zullen zij dubbel goed zijn. De heer Varel ie Vlissingen tijdens een zyner mekelyksche speeluurtjes aan de speeltafel, waarvan de stokjes met de vuist morden bemerkt. deze tijd een ernstige en weinig bemoedigende. Wij weten wat er in vele hoofden en harten omgaatwat er leeft aan te-, leurstelling en verdriet. We weten ook, wat het aan zelfoverwinning moet kosten om, nu 't voorjaar wordt, wéér 't zware werk te gaan beginnen zonder iets te weten van resul taat. Denken we echter weer aan het woord van den dichter met een mooi zicht op Goes. Geen Paschen zonder feestelijk klok gelui. In de groote steden moge dit verloren gaan, op het land is hiervan geen sprake. Bij ons domineert nog het feestelijk spel der klokken op stille Zondagen. De zilveren klanken komen aanzetten van vele kanten ze spar telen in de voorjaarslucht en brengen de feestelijkheid van den zomer met zich mee. En de beiaardiers klimmen omhoog in den toren, en laten het carillon lie deren uitzenden over het land. k i In Zeeland zijn veel goede klokken en carillons. Hierbij komt, dat het geluid hier geheel tot zijn recht komt er gaat niets van verloren. We zou den er veel over kunnen schrijven, maar de Paaschstemming laat dit niet toe. Geen nuchtere beschrijving van de Zeeuwsche carillons op dit oogenblik, nu we vervuld zijn van de woorden des dichters In de heemlen is de lente ontloken De avondlucht is teeder grijs en rood. En de sterren zijn tot troost ontstoken Boven aardes hopeloozen nood. Neen, we moeten ditmaal eens ernstig zijn. Voor velen komt het voorjaar niet als een vreugdebode. We leven in een tijd van zorg van groote bezorgd heid over allerlei. Vooral voor de landbouwers is grootste klokkenI

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 2