Was er ooit rooter verscheidenheid mil»—' mi- VRIJDAG 24 APRIL 1931 Als we nu de verschillende binnen- en buitenlandsche modebladen bekijken, dan treft ons dadelijk de buitenge woon groote verscheidenheid in de nieuwe modellen. Het is, of er, nu de vrouwen mode weer ruimte gaf voor allerlei va riaties, telkens en telkens weer nieuwe ideeën ontsproten aan de vreugde om de tegenwoordige vrouwenkleeding, welke de fantasie weer vrij spel geeft. Er is zulk een overvloed van nieuw materiaal, er zijn zulke origineele ont werpen voor de toepassing daarvan, dat het geheel op vele vrouwen zeker verwar rend zal werken. Kostbare stoffen zijn er, bijvoorbeeld, voor avondkleeding, maar ook katoen wordt daarvoor verwerkt. Van geborduurde voile zag ik een zeer elegant avondtoilet, de taille nauw spannend, de rok wijd uit vallend. Ruches van tule omzoomen zwaar zijden japonnen. Combinaties van effen en gebloemde zijde met groot patroon vinden groot succes. Zoo ontwierp Chan- tal een buitengewoon elegant toilet van zwart chiffon met bescheiden Berthe- kraag van gebloemd chiffon, dat van voren schuin naar de rechterheup loopt Hoed van zwart en ivit gelakt panama-stroo vooroudere dames. en vandaar, in een puntige guirlande van ge- appliceerde bloemen, de heupen omgeeft. Effen taille met wijden rok en lange wijde mouwen van gebloemd materiaal vormt eveneens een gewilde combinatie. Frisch en jeugdig en practisch is het witte piqué, dat voor kraagjes en manchetten en vesten dient, niet alleen voor wollen japonnen, maar ook voor meer „gekleede" zijden toiletjes. De nieuwe Parijsche mantel is donkerblauw of zwart en hij wordt liefst niet van zijde vervaar digd, maar van soepele wollen stof, gevoerd met zijde. De fraaiheid van den mantel hangt dan voor het grootste gedeelte af van de coupe. Gar neering wordt er slechts weinig op aangebracht. Zulk een ..gekleede" mantel wordt meestal zonder ceintuur gedragen. Daarnaast hebben we dan die gezellige practische mantels van Engeische wollen stof, die zoogenaamde sport mantels, met 'n paar zakken en 'n ceintuur, mantels, die niet kreuken, die tegen regen kunnen, die de noodige warmte geven op kille dagen en welke dus bij ons klimaat onontbeerlijk zijn. En daar tegen over staan de zomermantels met half lange wijde strookjesmouwen, waarbij lange mitaines wor den gedragen. Buitengewoon veel aandacht is er geschonken aan de mouwen. Alleraardigste mouwtjes zijn er voor de jonge meisjes en jonge vrouwtjes, half lange nauwe mouwtjes, cape-mouwtjes, mouwtjes met strooken. En het is zoo prettig, dat ook lange mouwen, in allerlei variaties, voor. zeer modern gelden. Alleraardigste meisjesjurken van voile of mous seline kan men strookjesmouwen geven. Een nauw sluitend mouwtje, tot aan den elleboog reikend. Ensemble voor jonge meisjes van wit crêpe de clune gegarneerd met rootje en blauwe linnen biesjes. Meisjesjurk van rose crêpe <le chine, ge garneerd met 'n smal Inirduursel en kant Ki ijgi u.uu umIuok. Een tweede strook valt daar overheen en de derde strook wordt gevormd door de kleine pelerine, welke spits toeloopt naar voren en daar met 'n sierlijken strik eindigt. De rok van dit toiletje wordt ook met één of meer stroo ken gegarneerd. Voor onze jonge meisjes zijn trouwens meer speciale toiletjes ontworpen. Zij heb ben nu haar eigen mode. meisjesachtig lief en zonder na-aperij van de mode voor „groote dames". Wat zegt ge, bijvoorbeeld, van de toi letjes op deze pagina Zijn ze niet echt jeugdig en geheel passend bij het frissche jonge meisje Beide toiletjes zijn ontworpen door het Parijsche modehuis Chaveriat -het en semble in wit crêpe de chine, gegarneerd met rood en blauw linnen, het tweede japonnetje in rose crêpe de chine. Al leraardigst is hier de kantgarneering van het lijfje. En om te toonen, dat de nieuwe mode wel degelijk haar aandacht gegeven heeft aan alle leeftijden, beelden we hierbij nog een modernen hoed af. door het modehuis Reslaw in Londen ontworpen voor oudere dames. Deze elegante toque van wit en zwart gelakt panama is gegarneerd met gevlochten stroo. PAULA DEROSE

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 16