N aar Je BI oem tollen velden 1 No. 7 VRIJDAG 1 MEI 1931 135 De Directie van GROOT ROTTERDAM heeft het plan opgevat om de abonné's in de gelegenheid te stellen, op aangename wijze een bezoek te brengen aan de BLOEMBOLLENVELDEN. Eiken dag zullen twee SCHITTERENDE AUTOTOCHTEN per LUXE AUTOCAR naar de BLOEMBOLLENVELDEN worden gemaakt. De eerste tocht vangt aan des morgens te 9.36. De tweede tocht des namiddags te 2.30. Vertrek vanaf den Cootsingel, via Den Haag, Wassenaar, Katwijk-binnen naar Noordwijk. Hier wordt een kwartier stil gehouden, tijdens welk oponthoud aan de deelnemers een gratis consumptie wordt aangeboden. Daarna voortzetting via Noordwijkerhout.Sassenheim, Den Haag en terug naar den Coolsingel, waar het eindpunt is. Elke tocht duurt ongeveer drie en een half uur, waarbij de mooiste streken worden bezocht. Iedere deelnemer krijgt een gereserveerde plaats, waarop hij gedurende den geheelen rit het recht behoudt. PRIJS PER PERSOON F 2.73 Aanmeldingen en inlichtingen aan het Bureau van Groot Rotterdam, Stationsweg 24, Telefoon No. 50540. Teneinde zeker te zijn van eenc plaats, verdient bet aanbeveling zich tijdig aan te melden, onder opgaaf van den datum waarop men aan den tocht wenscht deel te nemen, met de mededeeling ofdit des morgens of des middags zal zijn. „Mijn zoon brak met mij om een reden, die alleen ons beiden betreft. Maar hij zag van zijn huwelijk met Dorothy Trelane af voornamelijk om een andere reden. De reden van zijn breuk met mij gaat alleen ons beiden aan, zooals ik al zei, maar ik wil u wel vertellen, waarom hij zijn verloving verbrak dèt was, omdat ik hem bij ons laatste onderhoud heb medegedeeld, dat zijn moeder krankzinnig is -of," viel de oude man zichzelf in de rede, „als de geschiedenis, die u mij juist vertelt, waar is, dat moet ik zeggen, dat wij in de veronderstelling verkeerden, dat zijn moeder krankzinnig was." „U wilt zeggen, dat zijn moeder, of beter gezegd uw vrouw, krankzinnig stierf „Ik heb niet gezegd, dat zij stierf; zij wordt verpleegd in een inrichting, waar zij al sind; de geboorte van haar kind is. Wanneer hetgeen u mij zoo juist hebt medegedeeld, waar is, en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen, dan komt dat merkwaardig overeen met een van haar voornaamste dwanggedachten „En die is „Dat iemand haar kind weggenomen heeft 1" „DanHodgon zweeg plotseling en dacht een oogenblik ernstig na, „dan zou het er haast op lijken, dat zij langs een of anderen onderbewusten weg het besef heeft gekregen, dat het kind, dat Nanny heeft verruild, niet het hare was en dat zij haar eigen kind verloren heeft. Het is hoogst merkwaardig." Weer haaide Drummond mèt de beweging, die zoo karak teristiek van hem was, de schouders op. „Wie kan dat allemaal bewijzen vroeg hij. „Niet de medische wetenschap, met alle respect voor uw kennis Dat verhaal van Nanny is volkomen nieuw voor mij, maar ik ben geneigd aan te nemen, dat het waar is. De jongen, dien ik als mijn zoon beschouwde, is mij, eerlijk gezegd, altijd buitengewoon onsympathiek geweest en ik geloof, dat hij ook nooit van mij heeft kunnen houden. Wij hadden niet de minste innerlijke gemeenschap en ik heb mij dikwijls afgevraagd, hoe het kwam. dat wij zoo absoluut vreemden voor elkaar waren. Maar hetgeen u mij verteld hêeft, zou dat gebrek aan sympathie kunnen verklaren." Gedeeltelijk, niet heelemaal," dacht Hodgon, terwijl hij naar het harde, norsche gezicht van den ouden Drummond keek, maar hardop antwoordde hij„Er is geen enkele reden om aan de waarheid van Nanny's bekentenis te twijfelen. Zij was absoluut eerlijk, toen zij wist, dat zij sterven ging. Ik heb haar verklaringen woordelijk opgeschreven en zij zette haar handteekening er onder. Ik had er geen idee van, dat uw vrouw. „In een inrichting voor zenuwzieken was Natuurlijk niet. (Wordt voortgezet) De Reederij-kade Ie Rotterdam. drukking, die zelfs een menschenkenner als Peter Hodgon niet onmiddellijk kon verklaren, maar van verlegenheid of schrik was geen sprake. „Nanny?" herhaalde hij rustig. „Ja, ik herinner mij haar van jaren geleden, maar ik heb haar in tijden niet gezien. Ik heb wel eens hooren bewe ren, dat ze doorgaat voor een soort waarzegster of iets dergelijks." „Dat is zoo, of liever, het wès zoo, want Nanny is gisteren gestorven." „Gestorven O, ja, u sprak over een stervende vrouw. Maar ik begrijp nog steeds niet, wat ik daarmee te maken heb." „Dat zal ik u zeggen u neemt een belangrijke plaats in in de bekentenis die Nanny mij op haar sterfbed deed u en uw zoon." „Ik?" Weer vloog die eigenaardige uitdrukking over zijn gezicht. „Wat mijn zoon betreft.." hij haalde de schouders op, „ik kan nauwelijks be weren, dat ik een zoon heb. Mijn zoon heeft een meeningsverschil met mij gehad en tengevolge daarvan heeft hij een paar maanden geleden heelemaal met mij gebroken." „De geschiedenis, die Nanny vertelde, betreft hoofdzakelijk hem," ging Peter voort. „De oude vrouw deed mij mededeelingen, die betrekking hebben op zijn geboorte. In dien tijd verpleegde zij een dame, die op Dorlton's boerderij, de tegen woordige „Eenzame Hoeve" logeerde en die dame kreeg op of omstreeks denzelfden dag als uw vrouw een zoon." „Nu.... en wat zou dat?" Drummond vroeg het kortaf, volstrekt niet onvriendelijk of onbeleefd, maar Hodgon verbeeld de zich, dat er toch iets van angst in z'n stem klonk. „Oude Nanny schijnt in dien tijd zeer bijzondere gevoelens van genegenheid voor u te hebben gekoesterd en voelde zich geroepen u een dienst te bewijzen, zonder dat u het zelf wist," ging Hodgon langzaam voort. „Zij vertelde u nooit en evenmin aan iemand anders dat het pasgeboren kind van uw vrouw kort na de geboorte stierf." Nu schrok Drummond hevig en hij staarde naar Hodgon, alsof zijn bezoeker plotseling zijn verstand had verloren. „Het kindje van uw vrouw stierf," herhaalde Hodgon, „en de oude Nanny verruilde het kind van de dame, die op de boerderij logeerde, met den gestorven baby. Ze wilde u den erf genaam bezorgen, waarnaar u, zooals ze scheen te weten, verlangde, maar de jongeman, dien u altijd als uw zoon beschouwd hebt, is uw zoon heelemaal niet. Hij is de zoon van mevrouw Pa mela Carmichaëi." „Niet mijn zoon Is Alan dan mijn zoon niet Eigenaardig, buitengewoon eigenaardig Dat verklaart misschien het gebrek aan wederzij dsche sympa thieendan had hij Dorothy Trelane ook kunnen trouwen," voegde hij er met een schijnbaar gebrek aan logica bij. „Ik begrijp u niet goed," zei de dokter aarzelend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 15