De klant merpt zijn geld in een gleuf en het wisselgeld valt terug in een bakje No. 7 Wetenschappelijk-geschoolde onderzoe kers hebben uitgemaakt, dat onze munten, die steeds van hand tot hand gaan, be dekt worden met 'n vetlaag, die bacteriën bevat. Geld is wel degelijk „vies". Maar het euvel zou nog zoo groot niet zijn, en de hygiënisten zouden waarschijn lijk niet zooveel bezwaren hebben tegen de huidige wijze van geld uitgeven en ont vangen, als het eenige gevaar bestond in de besmettingsmogeiijkheid voor menschen. Immers, indien men wil, kan men daartegen voldoende waken. Zindelijkheid is een af doende maatregel. Doch hun groote be zwaar schijnt zich te richten tegen het gevaar van besmetting van goederen. Het zal bijvoorbeeld voor 'n winkelier, die den geheelen dag verplicht is met etens waren om te gaan, onmogelijk zijn, om, na een klant te hebben geholpen en na met hem afgerekend te hebben, telkens zijn handen te reinigen. Vooral niet wanneer hij een zaak heeft, waar het op sommige uren van den dag zoo druk is, dat de een on middellijk na den ander bediend moet worden. Men kan het dan ook geregeld zien in winkels, waar hygiëne toch een allereerste voorwaarde is, dat het personeel steeds geld telt, besmette muntstukken en bankbiljetten uitgeeft en ontvangt, en vlak VRIJDAG 1 MEI 1931 Bankbiljetten morden n 'n envelopje overhandigd daarop met dezelfde vingers naar etenswaren grijpt. En dat gaat zoo den heelen dag door. Vleeschwaren, visch, kaas en tal van andere zaken worden onvermijdelijk van bacteriën „voorzien". Sinds kort tracht men aan dezen ongewenschten toestand een einde te maken. Gepropageerd wordt een machine, die het den winkelier mogelijk maakt, geld te ontvangen, te wisselen en te betalen, zonder ook maar één geldstuk aan te raken. Men kan zich door middel van de illustraties over tuigen hoe een en ander in zijn werk gaat. Door bevoegden wordt de invoering van een dergelijke wijze van betalen, in winkels als bovenbedoeld, in vak bladen een eisch van hygiëne genoemd. Wij voor ons durven daarin geen beslissing te nemen maar wij ge- looven toch wel, dat meerdere leeken gaarne zouden zien, dat het hun al niet „tegen" werd gemaakt, als zij hun inkoopen doen. En dat zulks het geval is, achten wij wel zeker. S. v. H. J^Zoo komt het geld meer in de beurzen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 9