Js de Wolken breken.
UIT HET ENGELSCH VAN L. G. MOBERLY
Naar mijn meening moeten wij ln de eerste
plaats naar het sanatorium gaan, waar
zij wordt verpieegd. Dan kunt u hooren.wat
zij te zeggen heeft. Ik bezoek haar regelma
tig. Het is iets, waaraan ik een hartgrondigen hekel
heb, maar ik kan er mij moeilijk aan onttre kken. Ik
zie haar alleen op een afstand, omdat zij een zieke-
I ij ken afkeer van mij toont. Dus als u wilt, kunnen
wij samen naar haar toe gaan en kunt u mijn on
gelukkige vrouw enkele vragen stellen. Maar ik
moet u vooruit waarschuwen, dat u hoogstwaar
schijnlijk niet veel wijzer zult worden door met
haar te spreken. Haar mededeelingen zullen wel
even onsamenhangend en verward zijn als altijd.
Ze is volslagen krankzinnig en dat is ze al meer
dan vijf-en-twintig jaar, sinds de geboorte van
dat kind."
„En mevrouw Car-
michaël," vroeg Hod-
goneen beetje gejaagd,
„kende u haar, toen
zij op de boerderij
logeerde
„Ik kende haar al
leen maar van aan
zien. Zij was een jonge
weduwe en erg knap.
Ik herinner me heel
goed," Drummond
glimlachte sarcastisch,
„dat zij niets van mij
moest hebben. Zij was
altijd buitengewoon
onvriendelijk, als we
elkaar ontmoetten.
Maar zij was erg knap
en o, ja ik heb haar
enkele weken geleden
weer gezien. Zij logeert,
geloof ik, wéér op de
Hoeve, bij juffrouw
Fergusson."
HOOFDSTUK XXI.
„ONMOGELIJK
l^un je er nog eens
over nadenken
Misschien zou je later,
als je mij beter kent,
anders voor mij kun
nen gaan voelen
Dorothy schudde be
droefd het hoofd.
„Ik wilde, dat ik
je geen verdriet hoefde
te doen," antwoordde
ze zachtjes. „Je bent
zoo'n goede vriend
voor mij geweest, dat
ik het haast niet ver
dragen kan, je pijn te
moeten doen. Maar
niemand kan Alan's
plaats bij mij innemen,
niemand Ik weet
niets van de reden,
waarom hij onze ver
loving heeft afgemaakt
en ik zal die ook nooit
weten, maar dat zal
aan mijn liefde voor
Alan nooit iets veran
deren."
„Geloof je niet, dat
ik mettertijd in staat
zou kunnen zijn je
geluk te brengen
Dat éénmaal, als je
er in toestemde om
met me te trouwen,
het geluk komen zou?"
Smt, it
onmogelijk, absoluut onmogelijk I Maak je toch
vooral geen illusies, dat er ooit meer dan vriend
schap tusschen ons zou kunnen bestaan. Je bent
nu zoo'n goede, prettige vriend, bederf dat nu
niet."
Zij zaten in den kloostertuin van Halchester
het oude stadje op een paar mijlen afstand van
het sanatorium. Donald kwam vrij geregeld in
zijn kleine autootje uit de stad en nam Dorothy
dan mee, soms alleen, soms in gezelschap van
Bridget.
„Het is zoo goed voor juffrouw Trelane om af
en toe een poosje aan de sfeer van de inrichting
onttrokken te zijn," had Donald tegen zijn nichtje
gezegd en Bridget, die goede, onzelfzuchtige
ziel, had daarmee van harte ingestemd en ze
moedigde de toenemende vriendschap tusschen
mimi ml
het jonge meisje en den man, die A| i
haar beste vriend was geweest, tot 1N O* 1D
dat de andere in zijn leven geko
men -was, zooveel mogelijk aan.
Dien dag had Bridget haar werk niet in den
steek kunnen laten en Dorothy was alleen met
Donald uitgegaan om de oude kathedraal te
bezichtigen. Nadat zij geluncht en het stadje
verder bekeken hadden, zaten ze nu in een vreed
zaam hoekje van den kloostertuin tegenover den
prachtigen, westelijken gevel van de oude kerk.
„Natuurlijk wil ik onze vriendschap niet be
derven," zei Donald, in antwoord op de laatste
woorden van het meisje. „Maar ik kan er niets aan
doen, dat ik meer dan vriendschap verlang."
„Och, geloof mij nu toch alsjeblieft, ik kan je
niet meer geven. Ik zou nooit kunnen trouwen
met een man, van
wien ik niet met hart
en ziel hield. En ook
later zal ik nooit meer
dan vriendschap voor
je kunnen voelen. Ik
weet het zeker, abso
luut zeker en ik wil
volkomen eerlijk tegen
je zijn."
„Nu dan," zei Mont
gomery met een ver
moeiden glimlach, „als
je er zoo zeker van
bent, zal ik je. er niet
meer over lastig val
len."
Hij stond op en
strekte zich, in een
behoefte aan bewe
ging-
„Je hoeft dus niet
bang te zijn, dat ik dit
onderwerp ooit weer
zal aanroeren. Alleen,
stoot me niet van je
af als vriend."
„Waarom zou ik je
van mij stooten
Dorothy stond ook op
en keek hem met een
hartelijken blik aan.
„Ik ben veel te dank
baar voor je vriend
schap. Maar ik dacht,"
ze aarzelde even, „ik
dacht, dat jij nu liever
niet meer met mij zou
omgaan, omdat ik je
niet alles geven kan,
wat je verlangt."
„Ik ben geen sen-
timenteele dwaas, die
zich op het standpunt
stelt, dat hij alles of
niets wil hebben. Ik
kom lieverinde tweede
plaats, dan dat ik
heelemaal uit je leven
zou verdwijnen. Laten
wij er niet meer over
praten. Vertel mij lie
ver wat van je werk
om dien ongelukkigen
patiënten een beetje
afleiding te bezorgen.
A propos, hoe is het
met dien jongen, van
wien je vertelde
dien jongen kerel
Zij wandelden lang
zaam door den kloos
tertuin en Dorothy
dankbaar voor de
verandering van on-
■'"nmap begon