^ONDO^
142
VRIJDAG 8 MEI 1931
No. 8
land in het bijzonder. En dit belang is wel overduidelijk aangetoond.
Om kwart voor elt 's morgens maakte het gezelschap allereerst een
tocht door datgene wat op het program vermeld stond als „bloeiend
Zuid-Beveland". Van bloei was echter nog niet veel te bespeuren,
maar dat konden de organisatoren van den tocht niet helpen. Daarna
naar Ierseke. Daar lag een met vlaggen versierde korboot gereed, die
bestemd was om de gasten naar de oesterbanken te brengen. Daar
werd een demonstratie van het korren gegeven. De korren werden
in zee gelaten en kwamen kort daarna weer boven, bijna geheel
gevuld met oesters. En met andere zeedieren. Kleurige zeesterren (de
Een oester voor de film.
Daartoe genoodigd door de actieve vereeniging voor vreemdelingen
verkeer te Goes, hebben we een tocht gemaakt door Zuid-Bevelnnd,
welks schoonheid en altijd interessante oestercultuur we hebben
bewonderd. Een deel van het gezelschap, waaronder de commissaris
der Koningin, in een oester
opslagplaats te Ierseke,
waar verschillende soorten
schelpdieren, die in de
Ooster-Schelde werden aan
getroffen, ook nadeelige
voor de oester-cultuur,
konden worden bewonderd.
Dank zij de Ooesche vereeniging voor vreemde
lingenverkeer, en in 't bijzonder dank zij haar
immer actieven secretaris, den heer O. Houte
kamer, zijn wij in de gelegenheid gesteld, een tocht
te maken naar het Ierseksche oester- en kreeften-
bedrijf. Laten we hieraan echter dadelijk toevoegen,
dat V.V.V. op haar beurt weer erkentelijk mag zijn
voor de bereidwilligheid en gastvrijheid van een
aantal Ierseksche oesterkweekers, die niet het ge
ringste aandeel in het welslagen van dit uitstapje
hebben bijgedragen.
De tocht werd speciaal gemaakt om een aantal
officieele personen, w.o. de commissaris van de
Koningin in Zeeland, diverse vertegenwoordigers
van gemeentebesturen, en talrijke persvertegen
woordigers, waaronder enkele Belgische, een in
druk te geven van het belang van het oesterbedrijf
voor het buitenland in het algemeen en voor Zee-
Ook is Ierseke centrum der krceftenhandelaars. Gevangen f
kreeften bij de opslagplaats. Het seizoen is pas begonnen./
Op een oesterschuit.
Zijne Exc.de Comm.der
Koningin „proost" met
een gevangen exem
plaar, dat hem ter keu
ring werd aangeboden.
vijanden van de jonge oesters) en wulken, krab
ben en zoowaar een slipper limpid, den berucht
geworden vijand van de groeiende en volwassen
oester. Deze is zelf een schelpdiertje, dat zich
als parasiet op de oesterschelp vastzet.
Natuurlijk moesten de gasten proeven (alleen van
de oestersen daarna ging het naar de haven terug.
Vervolgens werd een rondgang gemaakt door
de keeten en aanhang en werden de schelpen
malerijen bezichtigd, waarop volgde een kijkje in
het kantoor van den heer van Har-melen, die er
een heele verzameling onderzeesche merkwaardig
heden op na houdt.
We hoorden daar o.a., dat de oester 200.000 a
300.000 jonge oesters per jaar voortbrengt. Oor
spronkelijk zijn het weekdiertjes, dië aan de opper
vlakte van het water blijven en zich door middel
Demonstratie met een korrende ocsterschuit.